De huizenprijzen dalen iets, het aanbod groeit licht, maar voor jongeren blijven woningen onbetaalbaar. Zijn er alternatieven om aan een huis te komen?
De huizenmarkt komt in iets rustiger vaarwater. „Het groeiende aanbod biedt meer keuze en kansen”, concludeert makelaarsorganisatie NVM donderdag optimistisch. De mediane verkoopprijs van Nederlandse huizen is in het laatste kwartaal van vorig jaar gedaald naar 407.000 euro. Op jaarbasis een daling van 6,4 procent. De NVM spreekt van een „omslagpunt”.
Starters zien weinig reden voor optimisme. Jongeren blijven tegen een muur aanlopen bij hun zoektocht naar woonruimte. Niet iedere starter beschikt over voldoende spaargeld. Of over rijke ouders die wel even schuiven. Voor veel jongeren is het vrijwel onmogelijk om via de normale route nog een huis te bemachtigen.
Gouden tip
De gouden tip voor starters heeft Jan-Willem van der Wiel niet. De makelaar uit Rotterdam komt veel jongeren tegen die met de rug tegen de muur staan. „Een appartementje van 2 ton is met één salaris vaak lastig.”
De makelaar –22 jaar in het vak, 160 verkochte woningen per jaar– adviseert jongeren vroegtijdig een meerjarenplan te maken bij een hypotheekadviseur. „Te vaak kom ik starters tegen die op een namiddag ineens willen kopen.”
Om de kansen op de huizenmarkt te vergroten, zijn drie dingen belangrijk, stelt Van der Wiel: spaargeld, een vast inkomen en de beschikbaarheid van leningen en kredieten. „Deze beïnvloeden het hypotheekbedrag behoorlijk.”
Starters hebben het „super lastig”, reageert Henk Jan Leijendekker van Dé Makelaars van Altena, met vestigingen in Woudrichem, Sprang-Capelle en Wijk en Aalburg. „De instapprijs zit op 2,5 tot 3 ton. Niet te doen voor jongeren.”
Leijendekker somt enkele alternatieven op om woonruimte te bemachtigen. „Ouders kunnen een deel van hun huis, een bijgebouw of schuur afstaan aan zoon of dochter. Of een woning kopen en opdelen in appartementen.”
Een optie is volgens Leijendekker –25 jaar in het vak, 300 tot 400 verkochte woningen per jaar– ook om samen iets te doen. „Onlangs kochten ouders en een jong stel een woonboerderij met Bed & Breakfast, waar het stel is ingetrokken.”
Het aankopen van een kavel om bijvoorbeeld een tiny-house van een ton op te zetten, zou een oplossing kunnen zijn. „Vaak stuit dit echter op planologische problemen.” Bovendien zijn de grondprijzen en materiaalkosten erg hoog. „Voor een eenvoudige woning zit je zomaar op 2,5 ton.”
Ook al is de zogenoemde jubelton sinds 1 januari afgeschaft, schenkingen of achtergestelde leningen van ouders aan kinderen zijn nog altijd mogelijk. Niet ieder ouderpaar beschikt echter over dergelijke financiële mogelijkheden.
Het kan ook anders. Neeltje en Geert Jan Lustig (beide 26) uit Zeist trekken na hun huwelijk in zijn huurappartementje. Na de geboorte van hun zoontje Floris gaan ze actief op huizenjacht. Met de stijgende prijzen kunnen ze in Zeist niks vinden. „Terwijl we beiden een goede baan in het onderwijs hebben. We hadden ons erop ingesteld dat het waarschijnlijk voorlopig niet ging lukken.”
Gods leiding
Hun zoekopdracht verbreedt zich tot en met Zwijndrecht, dichterbij Neeltjes familie. Uiteindelijk treffen ze een jaren 30-woning in Zwijndrecht van een oudere dame.
Na een bezichtiging doen ze een bod, 10.000 euro onder de vraagprijs. Tot hun verrassing accepteert de oudere dame hun bod. „Ze gunde het huis aan ons als jong gezin.” De Lustigs zijn „enorm” dankbaar. „We zien duidelijk Gods leiding.” Eind januari staat de verhuizing op stapel.