Voor de rechter om redden bootvluchtelingen
Pieter Wittenberg (75) uit het Drentse Peest vertrok in 2016 naar Lesbos om vluchtelingen te redden van de verdrinkingsdood. Dinsdag staat hij voor de Griekse rechter vanwege mensensmokkel, spionage en lidmaatschap van een criminele club.
Vorige week pakte hij het vliegtuig naar Griekenland. Of hij ooit weer terugkeert, weet Wittenberg niet. Misschien zal hij sterven in een Griekse cel. Terwijl de Drent nooit het gevoel had dat hij iets fout deed. „Het enige wat we deden, is mensen helpen”, zei hij vorige week in een filmpje op YouTube.
Wat hield dat helpen in?
Wittenberg –een ervaren schipper– bestuurde een reddingsschip dat rubberbootjes met vluchtelingen begeleidde naar het Europese vasteland. Zelf nam hij geen mensen aan boord – daarvoor ontbrak de ruimte. Wel deelden de vrijwilligers zwemvesten uit. Doel was dat de opvarenden veilig konden aanmeren aan de kust. Vanzelfsprekend was dat allerminst: volgens Frontex, de Europese grensbewakingsorganisatie, lieten in 2016 ruim 4500 mensen het leven bij een poging om via de Middellandse Zee Europa binnen te komen.
De Drent deed drie maanden lang vrijwilligerswerk voor Emergency Response Centre International. Van die Griekse hulporganisatie zijn nog 23 andere vrijwilligers aangeklaagd. Eigenlijk zou hun zaak al eind 2021 plaatsvinden. Maar de rechter achtte zichzelf toen niet bevoegd en verwees door naar een hogere rechtbank.
Wat is het probleem volgens de Griekse autoriteiten?
Met hun reddingswerk zouden de vrijwilligers zich schuldig maken aan mensensmokkel, zo luidt een van de aanklachten. Daarnaast zouden ze lid zijn van een criminele organisatie en de kustwacht afluisteren, dus spioneren.
Kan dat leiden tot een serieuze veroordeling?
In eerste instantie moesten Wittenberg en zijn vrouw Liesbeth lachen om de aanklacht. Maar de Griekse justitie behandelt de zaak „bloedserieus”, zegt hij. De zeventiger hangt een gevangenisstraf boven het hoofd van 25 jaar. „Ik zal dan waarschijnlijk niet levend uit de cel komen”, zei hij in 2021 al in een interview met het Reformatorisch Dagblad. „Ik heb de dingen gedaan waarvan ik vond dat ik die moest doen. Oordeelt de rechter daarover anders, dan zij dat zo en zal ik daarmee moeten leven. Ik weet dat ik onschuldig ben.”
Gebeurt het vaker dat juristen reddingspogingen bestempelen als criminele activiteiten?
Volgens Amnesty International past de zaak tegen Wittenberg inderdaad in een bredere Europese trend waarbij geprobeerd wordt hulpverlening te straffen. Een bekend voorbeeld is de Duitse kapitein Carola Rackete, die tientallen bootvluchtelingen naar het Italiaanse eiland Lampedusa bracht. De rechter oordeelde in 2021 dat de actie gerechtvaardigd was, omdat de 41 migranten al twee weken op zee verkeerden. In 2018 werden drie Spaanse brandweermannen en twee Deense vrijwilligers vrijgesproken van vergelijkbare aanklachten waar de vrijwilligers dinsdag voor terechtstaan. Volgens de rechter maakte het vijftal zich niet schuldig aan mensensmokkel.
Deze zaken geven enige hoop op vrijspraak. Maar ook als het niet tot een veroordeling komt, ziet Wittenberg dat de politiek „intimidatie” als wapen gebruikt om hulpverlening aan vluchtelingen te ontmoedigen.