De drumdroger draait. Twee trommels persen een lichtgekleurde vloeistof samen. Wat overblijft, zijn droge vlokken. Een bak onder de machine in de fabriek van Bodec in het Noord-Brabantse Helmond vangt de vlokken op.

Geïnteresseerd kijkt de klant uit Israël toe, die –evenals de medewerkers van Bodec– een witte stofjas en een haarnetje draagt. Als de test slaagt, kan hij binnenkort een nieuwe zoetstof met minder suiker op de markt brengen.

Wie een idee voor een nieuw voedselproduct heeft, kan dat laten testen en laten produceren door Bodec. Naast een fabriekshal beschikt de onderneming over een laboratorium en een keuken. „Wij helpen bedrijven om sneller de markt op te gaan met een nieuw product voor de voedingsmiddel-
enindustrie”, licht mede-directeur Paul Deckers toe.

„Bedrijven hebben een proeffabriek nodig om van keukenniveau op te schalen naar soms wel honderden kilo’s. Het bouwen van een fabriek vraagt een hele investering, wij hebben alle benodigde apparatuur in huis. Onze processen voldoen aan de wettelijke hygiëne-
eisen, zodat het product snel de markt op kan.”

Zo werd onder meer start-upbedrijf Pectcof de afgelopen jaren kind aan huis. Dit jonge bedrijf haalt natuurlijke grondstoffen uit de pulp van de koffiebes. Pectcof bewerkt die tot ingrediënten zoals emulgators en texurizers voor soepen, sauzen, ijsjes en snoepjes. „Voordat het product naar de fabriek kon, moest er eerst veel laboratoriumonderzoek worden gedaan”, aldus Deckers. „De laatste tijd hebben we veel energie gestoken in het opschroeven van de productie.”

Inmiddels heeft Bodec al ruim 65 start-ups begeleid bij het opschalen en naar de markt brengen van producten. Daarbij houdt het zijn klanten voor: zonder falen geen progressie.

In de wereld van eten draaien trends en nieuwe technieken om bijvoorbeeld duurzamer produceren en alternatieven vinden voor vlees, zoals insecten. Ook het vervangen van dierlijke ingrediënten door plantaardige is populair. Deckers: „We testen geregeld dierlijke materialen. Denk aan visgraten voor in sportdrank. We moeten proefondervindelijk vaststellen of het niet plakt of stinkt, etcetera.”

Een voorbeeld van een techniek die voedselverspilling en verlies van kwaliteit van eten tegengaat, is Radio Magnetic Freezing. „Dat werkt als een omgekeerde magnetron: met radiogolven wordt voedsel snel ingevroren. We gaan nu investeren in een continue machine die medio 2023 klaar moet zijn.”

Het nieuwste van het nieuwste is te vinden op de internationale Food Ingredients-beurs in Parijs, waar Deckers begin december zijn Bodec-stand bemande. „Daar zijn we benaderd door partijen uit de hele wereld. Onze klanten komen van heinde en verre: de Verenigde Staten, Canada, het Midden-
Oosten, Scandinavië.” Klanten uit Nederland zijn vaak „ontsproten” in Wageningen, vanuit de Wageningen University & Research. „Zij kunnen in die regio niet zo 1-2-3 terecht en vinden ons.”

Vijver

Door een jarenlange samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven krijgt Bodec genoeg aanwas van technologen. De ‘vijver’ van masterstudenten scheikundige technologie levert regelmatig nieuwe medewerkers op.

Maar „een hele zoektocht” is het vinden van de juiste personen voor de functies van operator, de bediening van de machines. „Hier doen operators veel zelf om testen of producties gereed te maken en uit te voeren. Het is geen werk dat vanachter een computer wordt gedaan, ook geen lopendebandwerk.” Daarom werft Bodec ook mensen uit andere sectoren zoals de bouw en toerisme en leidt hen zelf op.

Op het wensenlijstje van Deckers staat uitbreiding van de capaciteit. „De fabriek beslaat nu circa 1000 vierkante meter. We willen 600 vierkante meter erbij. We wisselen nu nog dagelijks van test of productie, maar we willen naar productielijnen die twee of drie weken achtereen draaien. Dan kunnen we onze klanten waarschijnlijk langer vasthouden.”