In de bijna 44 jaar dat hij, met enkele onderbrekingen, ouderling was in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) werd Aart Kok (72) uit Veenendaal maar liefst vijfmaal afgevaardigd naar de generale synode: in 1989, 2010, 2013, 2016 en 2019. Nooit echter was een synode zo spannend als dit jaar, vindt hij. „Niet dat er vroeger geen wrijvingen waren. Ik herinner me pittige discussies over de visie op Israël, over wel of geen gezangen zingen en over homoseksualiteit. Maar geen synode was voor mij zo intensief als de laatste.”
Om te beginnen omdat zij zo lang duurde. „Vroeger was het tijdsbeslag van synodes minder groot. Ik herinner me er een in Groningen, toen er nog tijd was om ’s middags met elkaar een boottochtje te maken. Daarvoor is de agenda nu veel te vol. Door corona ging alles nu ook langer duren.”
De laatste synode, te weten die van Nunspeet, die in 2019 begon en in mei dit jaar eindigde, werd sterk gedomineerd door het vraagstuk van vrouw en ambt. Kok: „Ik was daar nauw bij betrokken, ook doordat ik lid was van de zogeheten commissie 7, die de besluitvorming hierover moest voorbereiden. Maar liefst 24 dagen hebben we als commissie vergaderd. We hebben elkaar zo lang mogelijk proberen vast te houden. En we kwamen met elkaar ook een heel eind.”
Ten slotte gingen de wegen toch uiteen. „Het zat vast op de Schriftopvatting; houd je vast aan de klassiek-gereformeerde wijze van omgaan met de Bijbel, of laat je de cultuur ook een flink woordje meespreken? Toen moesten we dus toch met een verdeeld advies naar buiten treden. Vijf commissieleden waren tegen vrouwen in de ambten, twee voor. Gelukkig bleef de sfeer in de commissie goed.”
Kok beleefde het als „een emotioneel moment” toen de synode in Nunspeet op 22 april hoofdelijk stemde over het voorstel om vrouwen in de CGK niet toe te laten tot de ambten. „Toen moest ieder persoonlijk laten zien en horen hoe hij erin stond. Dat vond ik best indrukwekkend. Je wist ook dat velen bij die stemming digitaal meekeken.”
Zelf was de ambtsdrager uit Veenendaal, die in het dagelijks leven altijd werkzaam is geweest in het basisonderwijs, „dankbaar” voor de uitkomst van de stemming. „Dat zo’n twee derde van de afgevaardigden gezegd heeft: Deze kant gaan we niet op, verheugt mij. Al realiseer ik me goed dat zo’n besluit anderen juist verdrietig maakt. Als commissie 7 hebben we met allerlei mensen contact gehad, ook met zusters uit samenwerkingsgemeenten. En wat doet het dan pijn als je tot één kerkverband behoort, maar elkaar op bepaalde punten echt niet meer begrijpt.”
Hoewel hij blij is met de uitkomst, houdt Kok grote zorgen over zijn kerkverband. „Discussies als deze staan nooit stil. Je ziet het aantal voorstanders van een nieuwe koers groeien. Daarom wordt het op de generale synode van 2024, die beslissen moet over een aantal revisieverzoeken, wéér spannend.”
Of de CGK elkaar de komende jaren vast weten te houden, is onzeker. „We weten niet wat er gaat gebeuren. Misschien probeert een deel van onze kerken, als de praktijk van vrouwen in het ambt niet wordt omgebogen, wel aansluiting te vinden bij de Hersteld Hervormde Kerk. Ik hoop in elk geval vurig dat er geen níéuw kerkverband ontstaat. En zelf probeer ik maar, zo lang als dat kan, standvastig op mijn post te blijven. In het besef dat de kerk, gelukkig, niet van ons is. Zij is Gods zaak. Hij weet wat voor ons het beste is.”