De zomergast zelf is niet present. Maar als het voorjaar wordt, keert de zwarte stern terug naar Berkenwoude. En dat is begrijpelijk. Want het landschap inspireert mens en dier.
Een drietal kippen scharrelt om het routebord op de onverharde parkeerplaats tussen Berkenwoude en Ouderkerk aan den IJssel. De lucht is loodgrijs, alsof het ieder moment kan gaan regenen. Het geroep van een groep overvliegende ganzen in formatie verbreekt af en toe de bijna gewijde stilte.
Het informatiebord aan het begin van de Zwarte Sternroute leert ons dat we tijdens de wandeling mee kunnen doen aan een spel: de Zwarte Stern Quiz. Maar we besluiten de vijf vragen links te laten liggen en te genieten van het Zuid-Hollandse landschap.
Een ouderwets karrenspoor strekt zich uit voor de wandelaar. Een grasstrook in het midden en een sloot aan weerszijden van het pad. De slootkant is begroeid met wilde struiken die het zicht op de omliggende weilanden beperken. Maar al snel buigen we af, een graspad op.
Dat de wandeling niet geschikt is voor rolstoelen en kinderwagens, zoals de routebeschrijving aangeeft, is duidelijk. Onze schoenen zakken met enige regelmaat diep in de modder.
Na 500 meter stuiten we op een hek. Er is een doorgang, maar die is nauw. Met een baby in een draagzak is het passen en meten. Een andere optie is eroverheen te klimmen. Een weids landschap ontvouwt zich na de hindernis. Groepen schapen met een blauwe stip op hun achterste kijken ons na. De rechterkant van het pad wordt geflankeerd door een ruisende rietkraag. Het leigrijze, roerloze water is een afspiegeling van de lucht.
Volgens de beschrijving van het Zuid-Hollands Landschap bevinden we ons in de Berkenwoudse Driehoek, „een zompig veengebied met eendenkooien en veenputten”. De veenputten herinneren aan vroegere turfwinning. Het veen werd gedroogd en verstookt in kachels en ovens. Wat overbleef op de winplaatsen waren putten die na verloop van tijd volstroomden met water.
Aan de linkerkant van het hoofdpad komen we na een aantal kilometers een vogelkijkscherm tegen. In de zomerperiode kan de wandelaar via gaten in het scherm grutto’s, wulpen en kieviten spotten. Nu domineren vooral groepen ganzen en smienten het drassige landschap. De karakteristieke roestbruine kopjes van de smienten doen wat exotisch aan en geven sjeu aan het grijze, verstilde landschap.
Met 8 kilometer in de benen keren we bij de auto terug, om er na een laatste blik op de routebeschrijving achter te komen dat we de wandeling achterstevoren hebben gelopen. De bewegwijzering hebben we compleet gemist. Maar dat doet niets af aan de frisse neus en het lege hoofd.