Bang in het bos?
Wandelaars die de Veluwe mijden omdat de wolf er rondloopt. Ouders die hun pubers liever niet meer door het bos laten fietsen vanwege het roofdier. Is die angst terecht?
Elspeet, een koude decembermiddag. Bij conferentieoord Mennorode houdt de asfaltweg op. Auto’s zijn niet welkom in Kroondomein Het Loo. Fietsers en wandelaars mogen in deze tijd van het jaar alleen op de grindwegen van het grootste landgoed van Nederland. Juist vanwege de uitgestrektheid koos een wolvenpaar drie jaar geleden dit staatsdomein uit om het eerste wolvengezin van Nederland te stichten. Sindsdien huist er een wolvenroedel in het grote natuurgebied. Geen betere plek dus om het domein van de wolf te betreden.
Op het conferentieoord praten twee medewerkers luid bij het opruimen van bladafval. Maar hoe verder ik het bos in fiets, hoe stiller het wordt. In het begin was er nog een enkele wandelaar te zien, maar daarna werd het stil. Heel stil.
Ik probeer mij voor te stellen hoe het zou zijn als nu het complete roedel wolven opduikt. Zou ik bang zijn? Ik kan nog geen angst bespeuren. Volgens dr. John D.C. Linnell, senior wetenschapper van het Noors Instituut voor Natuuronderzoek, is dat ook niet nodig. „Natuurlijk, er is altijd een bepaald risico bij grote zoogdieren in het wild. In sommige omstandigheden kan het gevaarlijk zijn. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld wilde zwijnen of wilde runderen. Maar het risico om in een modern Europees land door een wolf te worden aangevallen is heel erg klein.”
Linnell maakt deel uit van een onderzoeksteam dat in 2002 kwam met het rapport ”De angst voor wolven, een overzicht van aanvallen van wolven op mensen”. In 2020 kwam het team met een update. In de tussenliggende achttien jaar zijn er in Europa en Noord-Amerika twee wolvenaanvallen gevonden met een dodelijke afloop, beide in Noord-Amerika. De aanvallen zonder dodelijke afloop kwamen voor een belangrijk deel voort uit hondsdolheid, iets wat volgens Linnell in het moderne Europa –waaronder Nederland– geen probleem meer is.
Omweg
Ondanks de geruststellende woorden van wetenschappers zoals Linnell is er bij een deel van de bewoners van de Veluwe een zekere angst voor de wolf. Janneke Davelaar-Limburg (42) uit Uddel vertelt via de telefoon over haar zoon van 17, leerling van de reformatorische Jacobus Fruytier scholengemeenschap in Apeldoorn. „Soms fietst hij aan het einde van de middag alleen naar huis. Dan kiest hij liever voor een forse omweg via Nieuw Milligen, dan de weg dwars door het bos.”
Davelaars tienerdochter bezorgt het Reformatorisch Dagblad niet meer bij een huis dat half in het bos ligt. „Ik wil niet dat zo’n meisje op dat eenzame stukje wordt geconfronteerd met een wolf en vervolgens geen kant meer op kan.”
De vraag is of die angst helemaal terecht is. Hondenbeten staan wereldwijd op nummer 21 van meest voorkomende doodsoorzaken, becijferde de HuffPost in 2017. Aanvallen van wolven komen niet op zo’n lijst voor, zo weinig gebeurt het.
Toch leert de geschiedenis dat de wolf een roofdier is waar niet mee te spotten valt. In het artikel ”Tussen Roodkapje en de wolf kwam het niet meer goed” valt te lezen dat er vroeger wel degelijk jonge kinderen door een wolf zijn aangevallen. Hen alleen in het bos laten, doet sowieso geen enkele ouder, maar met de wetenschap dat er wolven rondlopen al helemaal niet.
Machine
Terug naar het kroondomein. In de verte klinkt geronk. Een enorme rode machine baant zich een weg door het bos. Een kraanarm met daaraan een grote klem steekt uit. De machinist zet de klem op het onderste stuk van een boomstam. Het schrille geluid van een motorzaag klinkt. Even later dreunt de dennenstam op de grond. Dezelfde machine stroopt de zijtakken van de stam en zaagt het hout in gelijke stukken.
Rien van de Beek (53) zet de motor van zijn harvester uit en neemt een korte pauze. Hij werkt „zijn hele leven” al in het bos. „Mijn vader is ook bosbouwer. Ik kwam als jongen van 16 bij hem in dienst. Toen trokken we de boomstammen nog met paarden uit het bos.” Van de Beek heeft deze dag al meer dan 200 dennen gerooid.
Wild ziet hij regelmatig. Hier in het kroondomein zijn dat vooral edelherten. Ook damherten signaleert hij steeds vaker. En niet te vergeten wolven. Zijn eerste ontmoeting met het roofdier was op 22 maart 2019 in de bossen van Nunspeet. „Ik had een dode reebok gevonden. Ik dacht dat het een verkeersslachtoffer was en meldde het bij de bosbeheerder. Toen ik hem later het dode dier wees, was het helemaal in stukken gescheurd. De beheerder vertelde me dat dit het werk was van een wolf. Ik had inderdaad wel een hond in de buurt zien lopen, maar dacht dat het een husky was die ontsnapt was bij de eigenaar. Het bleek een heuse wolf te zijn.”
Vanaf die tijd ziet Van de Beek regelmatig wolven. Hij hoort ze ook. „Ik begin meestal vroeg. Het gebeurt regelmatig dat ik om zes uur al in het bos ben. Dan is het nog donker. Ik heb meerdere keren de wolven horen huilen. Het lijkt op het geluid dat een hond kan maken als we psalmen gaan zingen bij het orgel.”
Of hij wel eens bang is? „Nee, daar heb ik geen last van. Terwijl ik zie dat de wolf absoluut niet bang voor mij is. Soms staat er één rustig te kijken wat ik aan het doen ben. Pas als er een boom omvalt, gaan ze ervandoor.”
Agressieve wolven heeft Van de Beek nog niet ontmoet. „Toch ben ik er niet gerust op dat er niets gebeurt. Vroeg of laat gaat het een keer verkeerd in zo’n dichtbevolkt landje als Nederland. Het is niet de vraag óf er ooit een wolvenaanval op mensen komt, alleen maar wanneer.”
Volgens de Noorse wetenschapper Linnell zijn er geen aanwijzingen dat het risico op een wolvenaanval in een dichtbevolkt land als Nederland groter is dan in een dunbevolkt land zoals Noorwegen. „Wel is het belangrijk dat natuurbeheerders de situatie in een dichtbevolkt land scherper in de gaten houden en indien nodig snel reageren. Natuurbehoud in dichtbevolkte gebieden vereist altijd actief beheer en ingrijpen van tijd tot tijd.”
Als een wolf zich agressief begint te gedragen richting mensen, moet hij onmiddellijk worden gedood, zegt Linnell. „Het doden van een paar dieren kan geen kwaad voor de levensvatbaarheid van de populatie op lange termijn. Het geeft wel een zeer belangrijk signaal af aan het publiek dat de veiligheid van mensen serieus wordt genomen.”
## EenzaamVan de Beek moet weer verder met zijn werk. Vanaf het bosperceel waar hij aan het werk is, fiets ik via een ander pad weer terug naar Mennorode. Onderweg kom ik nog een eenzame natuurliefhebber tegen. Zijn stadsfiets heeft hij tegen een boom gezet. De man wil niet veel zeggen, ook zijn naam niet. De angstverhalen over de wolf kent hij. „Er wordt van alles beweerd inderdaad. Het zal allemaal wel. Ik kom al jaren in het bos en ik laat me er door een paar wolven niet uit jagen.”
Dat nuchtere uitgangspunt past ook mij wel. Een lichte schemering valt over het bos. Genietend van de boslucht leg ik het laatste stuk naar de auto af. Geslaagd voor de angsttest in het domein van de wolf.