Binnenland
Postzegel van 50 cent

Op 2 januari 1980 verschijnt de cijferpostzegel van 50 cent in een serie met cijferzegels van 5, 10, 25, 40, 45, 60, 65, 70 en 80 cent.

Twee weken later stijgt het tarief ”overige drukwerken” van 45 naar 50 cent. Voor briefkaarten en drukwerken in kaartvorm blijft het tarief in 1980 45 cent.

Voor briefkaarten naar het buitenland heeft het cijferzegel geen betekenis meer, omdat op 14 januari het tarief voor briefkaarten naar het buitenland stijgt van 50 naar 55 cent.

Op 14 januari verschijnt ook het automaatboekje PB 25A, met daarin aan de bovenzijde vier postzegels van 50 cent.

Op 16 maart 1982 komt het tweede en laatste automaatboekje met zegels van 50 cent, PB 28A.

De 50-centpostzegel kent vier verschijningsvormen. In het automaatboekje van 1982 zit aan de bovenkant een zegel van 50 cent die zowel aan de bovenzijde als aan de rechterzijde ongetand is.

Behalve als gewone rolzegel is het cijferzegel van 50 cent ook aangemaakt in grotere rollen. Zo ontstaan bedrijfsrolzegels voor grootverbruikers.

De tarieven voor drukwerk in het binnenland zijn vanaf april 1975 met 15 cent gestegen. Op 1 april 1976 kost het versturen van een kaartje 45 cent. Na de nieuwe wijziging in 1980 duurt het maar een jaar voordat de postzegelprijs stijgt naar 55 cent, en weer een jaar om op te lopen tot 60 cent.

Opvallend is de verhuiskaart met de afbeelding van de cijferpostzegel van 50 cent. Deze heeft een totaal andere kleur dan de gewone postzegel. De kleur is hetzelfde als die van de 45-centcijferzegel op de verhuiskaart van 45 cent.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer