Een paar weken terug sprak ik een jonge Oekraïense vrouw die Russisch als moedertaal heeft. Voor haar was dat nooit een probleem. Ondanks de politieke druk om Oekraïens te spreken, bleef zij gewoon Russisch gebruiken. Zij zag dat niet als verraad.
Maar inmiddels is ze overgestapt op het Oekraïens. Tot de invasie op 24 februari wilde zij deel zijn van de Russische cultuur –want taal is de belangrijkste uiting van een cultuur– maar daarna niet meer. Zij zou dat nu wel als verraad zien.
De Russische inval is voor haar een keerpunt. Een T-splitsing. Ze kon niet langer rechtdoor en werd gedwongen te kiezen. Ze besloot haar moedertaal achter te laten. Een pijnlijke keuze. Veel Russen zullen het als verraad uitleggen.
De Russische invasie is niet alleen een keerpunt voor deze vrouw. Het is dat ook in het groot. Hoe deze oorlog ook afloopt, het valt nu al te voorspellen dat dit een kantelpunt is in de verhoudingen in Europa. Dat geldt niet voor elke oorlog. Na de inval van Rusland in Georgië in de zomer van 2008 zijn we bijvoorbeeld weer snel teruggevallen op het oude normaal.
Maar daarvoor is nu te veel gebeurd. Onze kleinkinderen zullen over deze oorlog in hun geschiedenisboek leren. Voor zo’n beslissend keerpunt kennen wij een woord: crisis. Een crisis kan ook een tijd van chaos zijn of van grote armoede en hoge werkloosheid. Het gewone leven gaat dan nog wel door, maar op een lager pitje en op veel lagere snelheid.
De Oekraïense crisis op 24 februari was anders. Op die dag stond ineens –patsboem– alles stil. Het was een ramp. Alsof er een betonblok op de weg was gezet: Stop!
Inmiddels weet men in Oekraïne wel enigszins om dat betonblok heen te komen. De treinen rijden weer, zo goed en zo kwaad; en er komt nog steeds regelmatig stroom uit de muur. Maar chaos is er wel.
Kenmerk van een keerpunt is dat de wereld verandert. Zoals premier Den Uyl zei in 1973: De wereld van vóór de oliecrisis keert niet terug. Het lijkt me reëel dat dit ook geldt voor de Oekraïne-oorlog. Het vertrouwen in Rusland als internationale speler is zo geknakt, dat het ten minste een generatie zal duren voor dat is hersteld. Oekraïne zal zich niet langer verontschuldigen dat het definitief voor het Westen kiest.
Vergis ik mij dat wij het woord crisis vandaag iets te makkelijk gebruiken? Corona, dat was ook een crisis. In maart 2020 mocht je niet meer naar school en nauwelijks nog naar je werk. Zelfs vliegtuigen bleven aan de grond. Dat coronavirus was ook zo’n betonblok: patsboem, stil! Niemand had ooit zoiets meegemaakt.
Maar al die andere crises van vandaag? De grondstoffen- en leveringscrisis, is dat niet gewoon schaarste? En de crisis in de crisisopvang, is dat niet een kwestie van management? Inderdaad lijkt het erop dat er een klimaatverandering ophanden is, die hier en daar al leidt tot natuurrampen. Toch aarzel ik bij het woord klimaatcrisis. Dat klinkt wel urgent, maar de meeste mensen kunnen er nog prima omheen.
Wat mij betreft spreken we alleen over een crisis bij zo’n betonblok op de weg. In een situatie waarvan je later kunt zeggen: de wereld was daarna nooit meer zoals daarvoor.