Jodenzending? Nee, maar christen mag niet zwijgen
Als de kerk in Nederland werkelijk samen met Israël wil optrekken tegen antisemitisme, dan moet ze stoppen met zending bedrijven onder Joden. Dat was maandag de heldere boodschap van Tom Fürstenberg, voorzitter van een Joodse gemeente in Raalte.
Hij verwees daarmee naar de schuldbelijdenis van de Protestantse Kerk in Nederland tegenover de Joodse gemeenschap, in 2020. Die erkende dat de kerk mede de voedingsbodem heeft bereid waarin het zaad van antisemitisme en haat kon groeien. De Protestantse Kerk wil samen met de Joodse gemeenschap strijden tegen het hedendaagse antisemitisme, een wens die ook andere kerken –zoals de Gereformeerde Gemeenten– hebben uitgesproken.
Die strijd tegen antisemitische uitingen blijft hard nodig. Ze steken steeds vaker de kop op, constateerde Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding Eddo Verdoner deze week in Het Parool. Hij richt zijn pijlen vooral op ontkenners van de Holocaust –de moord op miljoenen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog– en de online verspreiding van antisemitisme. Hier ligt ook een taak voor christenen. Ze zouden er alles aan moeten doen om te voorkomen dat antisemitische uitingen steeds acceptabeler worden.
De oproep om geen zending te bedrijven onder Joden ligt gevoeliger, al spreken de meeste Nederlandse kerken na de verschrikkingen in de Tweede Wereldoorlog niet meer van ”Jodenzending”. Zo hebben de Christelijke Gereformeerde Kerken het niet langer over Evangelieverkondiging onder Joden, maar over luisteren, dienen en getuigen van de Naam van Jezus. Joden en christenen zoeken samen naar wat de Schriften zeggen.
Voor zo’n ootmoedigere houding tegenover Joden is veel te zeggen. Het ontbreekt christenen niet zelden aan het inzicht dat ze het heil indirect te danken hebben aan Israël. Het Joodse volk heeft een unieke plaats in de (heils)geschiedenis. Evangelieverkondiging onder het volk van de God van Abraham, Izak en Jakob is per definitie anders dan zending onder onwetende heidenvolken.
Eeuwen van antisemitisme, tot op de dag van vandaag, vormen geen vruchtbare voedingsbodem voor het zaad van het Evangelie. Christenen zijn geroepen, zoals Paulus zegt, de Joden „tot jaloersheid te verwekken”. Daar zijn ze, door eigen schuld, maar bitter weinig in geslaagd. Ook de gereformeerde gezindte is vaak beter in het opwerpen van blokkades dan in het ootmoedig getuigen van de hoop die in haar is.
Toch betekent dit niet dat de kerk maar beter kan zwijgen over Christus als de enige Naam die onder de hemel aan de mensen is gegeven om zalig te worden. In Jezus, de Messias van Israël, is alleen heil te vinden, ook voor de Joden. Beschaamde christenen kunnen niet anders dan in woord en daad blijven getuigen: „Want ik schaam mij het Evangelie van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk die gelooft, eerst de Jood en ook de Griek”.