Nieuw kunstcomplex Amare is „sieraad voor Den Haag”
Na twaalf jaar heeft Den Haag eindelijk een nieuw concertgebouw. Maar Amare biedt meer. Ook het conservatorium en het danstheater kregen een plek in het nieuwe complex. „Amare is een sieraad voor de stad Den Haag.”
Wie vanaf station Den Haag Centraal richting de Nieuwe Kerk loopt, kan het gebouw niet missen. Waar de Turfmarkt overgaat in het Spuiplein, verrijst aan de linkerhand een enorm rechthoekig crèmewit bouwwerk: 125 meter lang, 70 meter breed, 38 meter hoog. Opvallend is de vormgeving van de gevel: allemaal stemvorken, of theatergordijnen, of zich vertakkende bomen – het is maar wat je erin ziet.
Dit is het nieuwe onderwijs- en cultuurgebouw Amare, dat dezer dagen tijdens een groots Open Festival in gebruik zou worden genomen. Vanwege de coronamaatregelen kan de ingebruikname echter alleen in afgeslankte vorm plaatsvinden: slechts een aantal concerten en voorstellingen gaat door.
Buiten wordt vóór het complex nog aan de weg gewerkt, binnen ruikt het allemaal nieuw. Beleke Bagchus van de afdeling marketing leidt rond. Beneden wijst ze: dit is het cultuurplein. Hier mag heel Den Haag binnenlopen, want Amare wil een huis voor de stad zijn. Achteraan kun je terecht in de brasserie. En via de roltrap kom je op de derde verdieping, waar een stadskantine is waar je koffie of een lunch kunt krijgen.
Boven de brede trappen bevindt zich een enorm laaghangend plafond. De onderkant van de grote Concertzaal, weet Bagchus. Via een achterdeur kunnen we een kijkje nemen in de grootste zaal van Amare. Groene stoelen beneden en op twee galerijen. Opvallend zijn de ovaalvormige ringen die de verdiepingen van elkaar scheiden. Hoog bovenin overal leidingen, rasters, panelen. Voor de akoestiek, aldus Bagchus. De Concertzaal biedt plek aan 1500 bezoekers. Ter vergelijking: in de Grote Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw kunnen 1950 mensen, terwijl de Grote Zaal van de Rotterdamse Doelen tot 2100 mensen kan bergen.
Duurzaamheid
Amare –Latijn voor ”liefhebben” én (als ”a mare”) ”aan zee”– is verrezen op de plek waar voorheen de Dr. Anton Philipszaal –het onderkomen van het Residentie Orkest– en het Lucent Danstheater stonden. Behalve die beide instellingen zijn ook het Koninklijk Conservatorium en het Zuiderstrandtheater naar het complex aan het Spuiplein gehaald.
Met name de komst van het conservatorium zal de sfeer in het gebouw bepalen, zegt Bagchus. De bovenste drie verdiepingen zijn ingericht voor de muziekopleiding, die zo’n 1200 leerlingen en studenten telt. Daar zitten kinderen vanaf 8 jaar bij, die de jongtalentopleiding volgen. En studenten van meer dan vijftig nationaliteiten. Zij lopen dagelijks in Amare rond voor lessen en repetities.
In de gangen van het conservatorium –waar de muren overal scheef lopen– zijn studio’s, leslokalen, repetitieruimtes, drumcabines. En, voor de jongsten, op twee plekken op de zesde etage een buitenspeelplaats. Het conservatorium heeft ook zijn eigen concertzaal: een ovaalvormige ruimte met een flexibele inrichting. De tribune kan bijvoorbeeld helemaal ingeschoven worden. Zo’n 600 mensen kunnen hier een plekje krijgen.
Ook het Danstheater –uitgevoerd in gele, bruine en gouden tinten– is berekend op de nodige mensen: tot 1300 personen. En, wijst Bagchus uit een van de ramen: de Nieuwe Kerk aan de andere kant van het Spui is ook een van de concertlocaties van Amare. Daar passen tot 500 personen in.
Niet onbelangrijk in deze tijd: Amare is zeer duurzaam gebouwd. De toiletten worden met regenwater gespoeld, op het dak ligt 4000 vierkante meter aan zonnepanelen. En overal in de gevel en op het dak zijn broedkasten voor vogels en verblijven voor vleermuizen ingebouwd. Amare –kosten: 220 miljoen euro– zegt het meest duurzame theater van Nederland te zijn.
Geen orgel
Jan Zoet, sinds vorig jaar directeur van Amare, is trots op het nieuwe kunstcomplex. Hij spreekt van een gebouw van „niet-Nederlandse allure” qua omvang en inrichting. „Het is bijvoorbeeld ontzettend inspirerend dat het Residentie Orkest en het Danstheater samen met het conservatorium onder één dak zitten. Studenten kunnen de toekomstige praktijk van heel nabij meemaken.”
Hij roemt ook het feit dat Amare een huis voor de stad wil zijn. „We kunnen mensen verwelkomen voor lunchconcerten, maar ook voor zakelijke bijeenkomsten. Amateurorkesten en strijkkwartetten kunnen komen spelen, zodat topmusici en amateurs in Amare door elkaar heen lopen. Die combinatie is redelijk uniek.”
Amare wil ook samenwerken met andere instellingen aan het Spuiplein, zoals de Centrale Bibliotheek, het Theater en het Atrium in het stadhuis. „Samen vormen we het culturele hart van de stad, dat openstaat voor iedere Hagenaar en Hagenees.”
Voordat Zoet aantrad heeft de komst van een cultuurpaleis in Den Haag de nodige voeten in aarde gehad. Al vanaf 2009 is erover gesproken en gesteggeld. Een plan voor een nog groter Spuiforum sneuvelde in 2015. Zoet: „Dat zo’n omvangrijk project met de nodige strubbelingen gepaard gaat is niet meer dan logisch. Ik heb bewondering voor de vasthoudendheid van de kunstinstellingen. Wat er nu staat is minder kostbaar dan het geplande Spuiforum, maar heeft dezelfde kwaliteit en uitstraling als het eerste plan.”
Kritiekpunt in het hele proces was ook dat voor de grote concertzaal geen orgel was gepland, zoals bijvoorbeeld het Concertgebouw en de Doelen wel hebben. De Haagse zaal zou daarmee volgens toenmalig CU-raadslid Pieter Grinwis het „sulletje onder de concertzalen” worden. Zoet: „Het is een feit dat een orgel ontbreekt. Maar het sulletje? Nee, wij hebben een van de mooiste concertzalen van Nederland. Een orgel had mooi geweest, maar het is er niet. In de Nieuwe Kerk kunnen orkesten wel terecht als ze repertoire met groot orgel willen uitvoeren.”
Als Zoet Amare ziet liggen, wat denkt hij dan? „Een sierlijk gebouw, dat zich onderscheidt van bijvoorbeeld het modernistische stadhuis. Een gebouw van iconische kwaliteit, waar ik heel trots op ben. Een sieraad voor de stad Den Haag.”
Meer informatie: www.amare.nl