Aan vernieuwde energielabel hangt gepeperd prijskaartje
Wie zijn woning verkoopt, kan dat niet doen zonder een energielabel. Sinds 1 januari mag dit certificaat alleen nog worden afgegeven door een energie-expert die langskomt aan huis. De wachttijd bedraagt hierdoor al snel enkele maanden. Daarbij lopen de kosten op tot in de honderden euro’s.
Demissionair minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) meldt in oktober vorig jaar dat het nieuwe energielabel huiseigenaren hooguit zo’n 190 euro gaat kosten. Hoewel het certificaat destijds voor amper een tientje online kan worden aangevraagd, wil de bewindsvrouw de nieuwe maatregel zo snel mogelijk invoeren: 1 januari 2021.
Een door de Kamer aangenomen motie om de invoering van het vernieuwde label uit te stellen, legt ze gedecideerd naast zich neer. Het parlement zet niet alleen vraagtekens bij het prijskaartje van het certificaat, maar vindt het ook vreemd dat huiseigenaren zélf verantwoordelijk blijven voor de juistheid van het label.
Vanwege regelgeving uit Brussel wil Ollongren van geen uitstel weten. In een brief aan de Kamer stelt ze dat de komst van het duurdere label samenvalt met nieuwe Europese eisen voor de energiezuinigheid van gebouwen. Daarbij meent ze dat de energiesector, die al optimaal zou zijn voorbereid op de invoering van het nieuwe certificaat, door een vertraging onnodig in de problemen komt.
Zo komt het dus dat een woningbezitter die zijn huis wil verkopen, vanaf begin dit jaar een erkend energie-expert moet laten langskomen. Deze adviseur loopt de woning door en beoordeelt die aan de hand van diverse criteria. Hij of zij onderzoekt de vloer, de gevels, de ramen en het dak.
Al na een maand sijpelen de eerste klachten binnen bij Vereniging Eigen Huis (VEH). Zo moet een aanvrager soms wel maanden wachten voordat er een adviseur kan langskomen. Dat levert niet zelden netelige situaties op. De woning kan in al die maanden niet worden verkocht omdat het vereiste energielabel op zich laat wachten.
De lange wachtrijen worden veroorzaakt door een tekort aan gediplomeerde adviseurs. Begin februari moeten er nog zeker duizend vakbekwame experts bijkomen. Daarom geeft Ollongren aan tweehonderd adviseurs die nog niet voor alle examens zijn geslaagd, de bevoegdheid om tóch een energielabel af te geven.
Deze maatregel lijkt echter niet meer dan een doekje voor het bloeden te zijn. VEH krijgt nog steeds meldingen binnen van huiseigenaren die maanden moeten wachten op een afspraak. Ook andere versoepelingen –zoals het tijdelijk laten vervallen van de eis dat er in een verkoopadvertentie dient te worden gemeld of een woning over een energielabel beschikt– bieden vooralsnog geen soelaas.
Daarnaast klagen veel mensen over de prijzen die de pan uitlopen. Uit een steekproef van VEH blijkt dat een energielabel voor een woning met een woonoppervlak van 150 vierkante meter gemiddeld 307 euro bedraagt; veel hoger dan het door Ollongren beloofde maximumbedrag van 190 euro.
Daarom doet VEH een dringend appèl op Ollongren om actie te ondernemen. Directeur Cindy van de Velde stelt dat huiseigenaren de dupe zijn van „een grote inschattingsfout” van de bewindsvrouw. Ze heeft bij het invoeren van het vernieuwde label namelijk beloofd de kosten voor de consument waar mogelijk te drukken. „Daar is het nu tijd voor”, aldus Van de Velde.
Momenteel onderzoekt Olllongren of het nieuwe energielabel per 1 juli ook online kan worden aangevraagd. Een woordvoerder van VEH laat weten dat hij hoopt dat de prijs voor een label hiermee onder de 100 euro komt. „Dat is wat ons betreft het streefbedrag.”
Maar mocht het zover komen, een huiseigenaar die nu om een certificaat verlegen zit heeft daar niets aan. Een compensatieregeling zit er niet in, aldus de zegsman. „De huidige energielabelprijzen zijn door de markt bepaald, dus dat is niet mogelijk. Het ministerie zou wel een subsidie kunnen afgeven. Dan kan het certificaat hiermee gedeeltelijk worden betaald. Maar het is absoluut niet zeker of het hiervan komt.”