„Zonder subsidie geen businesscase voor transitie Tata Steel naar ‘groen’ staal”
De noodzaak om de staalproductie te vergroenen, staat voor Jeroen Klumper, directeur duurzame transitie van Tata Steel, buiten kijf. „De uitstoot van fijnstof, stikstofoxiden en CO2 moet omlaag.” Geld blijkt het heetste hangijzer.

De staalproductie is goed voor 7 procent van de wereldwijde en van de Nederlandse CO2-uitstoot. En dat is fors. Tata Steel is de grootste CO2-uitstoter van Nederland. Klumper noemt het daarom onvermijdelijk dat de staalfabriek klimaatneutraal gaat produceren. De staalproductie stopzetten, is geen optie, „omdat het een product is dat we nodig hebben voor bijna alles wat wij gebruiken”.

Er ligt ook een politiek gemotiveerde ambitie om CO2-neutraal te gaan produceren. De directeur wijst op het klimaatakkoord van Parijs uit 2015 en de Nederlandse klimaatverplichtingen voor 2030. „Het goede nieuws is dat het ook kan: de technologie is beschikbaar. Als je die optelsom maakt van ambities en mogelijkheden, dan zeg je: beginnen. Dat hebben we dus ook gedaan.”
Honderd jaar
Staalproductie vindt wereldwijd al honderd jaar op vrijwel dezelfde manier plaats: met hoogovens, cokes- en gasfabrieken. IJzererts van pakweg 20 graden Celsius gaat in de hoogoven. Daar warmt het op tot 1500 graden, de smelttemperatuur van ijzer. Aan het ijzererts is zuurstof gebonden, waardoor het roestbruin van kleur is. Die zuurstof moet eruit. Dat gebeurt met fijngemalen cokes, waaraan de zuurstof zich bindt. Daarbij ontstaat een grote hoeveelheid CO2, zo’n 5 miljoen ton per jaar. Wat overblijft, is vloeibaar, puur ijzer. Dat worden gegoten, gewalst en bewerkt. Omdat deze staalproductie plaatsvindt met fossiele brandstoffen, heet het eindproduct ook wel ‘grijs’ staal.

In 2030 wil Nederland de CO2-uitstoot van de industrie van 30 miljoen ton naar 19 miljoen ton hebben teruggebracht. Tata Steel moet in 2045 volledig CO2-neutraal ‘groen’ staal produceren. Van de 11 miljoen ton CO2-uitstoot die Nederland wil wegwerken, komt 5 miljoen ton voor rekening van Tata Steel. „Als wij ons plan niet realiseren, heeft dat een behoorlijke impact op de Nederlandse klimaatdoelstelling”, bevestigt Klumper.


De omschakeling naar de productie van ‘groen’ staal –het Groen Staal plan van de fabriek– zonder CO2-uitstoot, kost veel geld, vervolgt Klumper. En daarmee snijdt hij direct de grootste uitdaging voor Tata Steel aan. „Je moet daarin natuurlijk fors investeren. En de marktprijs van ‘groen’ staal, hoe graag je het ook zou willen, is niet heel veel hoger dan die van ‘grijs’ staal. We hebben nu dus eigenlijk geen businesscase voor deze transitie.”
Onrendabele top
‘Grijs’ staal levert de staalproducent momenteel zo’n 1000 euro per ton op, oftewel een euro per kilogram; voor ‘groen’ staal gaan onze klanten naar verwachting 1300 euro per ton betalen. „We hebben dus een gat van 300 euro per ton. Hoe lossen we dat op? Europa heeft ervoor gekozen om CO2 te gaan beprijzen: op ‘grijs’ staal komt een CO2-toeslag, de Europese CO2-heffing van 70 euro per ton uitgestoten CO2. Per ton staal komt dat neer op een bedrag van 140 euro. Dat compenseert een deel van de meerprijs van groen staal. Per saldo houden we dus nog een gat over van 160 euro per ton staal. En voor die onrendabele top hebben we subsidie nodig.”

Die zogeheten Maatwerksubsidie is door Nederland gereserveerd voor Tata Steel Nederland. „En daarover sluiten we maatwerkafspraken af. Daarover hebben we nu gesprekken met het ministerie van Klimaat en Groene Groei.”
De maatschappelijke druk speelt ook een grote rol in de omschakeling naar de productie van ‘groen’ staal, beaamt Klumper. „We maken een product dat mensen nu eenmaal nodig hebben. Maar we willen ook dat de manier waarop we dat maken, niet negatief bijdraagt aan de omgeving. Helaas veroorzaakt het maken van staal fijnstofemissies in de omgeving. Dat vinden mensen terug op hun vensterbanken, en dat ademen ze in.”
De fijnstofemissies hebben negatieve gevolgen voor de gezondheid. Afgelopen najaar concludeerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat omwonenden van Tata Steel sneller ziek worden. Ze overlijden gemiddeld 2,5 maand eerder dan in de rest van Nederland. Momenteel voert het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek uit naar de uitstoot van de staalfabriek. Met name de cokesgasfabriek zou zo lek zijn als een mandje, zo blijkt uit een brief van toezichthouder Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Tata Steel claimt echter de uitstoot van fijnstof, PAK’s, lood en stikstof drastisch omlaag te hebben gebracht.
„Wanneer we dan toch installaties gaan bouwen met een lage CO2-emissie, laten we dan ook zorgen dat niet alleen de CO2-uitstoot daalt, maar dat ook alle andere emissies flink naar beneden gaan. Daarom willen met onze plannen niet alleen de CO2-uitstoot verlagen, maar ook de fijnstofuitstoot reduceren. Dat is voor onze overheid het eerste doel van onze omschakeling op de productie van ‘groen’ staal.” Tegelijk pakt het bedrijf de uitstoot van stikstofoxiden aan. „Daar willen we natuurlijk ook een grote stap in zetten, want de stikstofkwestie zet heel Nederland vandaag de dag klem.” Daarmee gaat Tata Steel veel verder dan de Europese normen en regelgeving voorschrijven.
Reactorvat
Momenteel maakt het bedrijf staal uit ijzererts door de zuurstof te binden aan koolstof. Maar dat gaat veranderen, legt Klumper uit. „We gaan een zogeheten ”direct reduce iron” (DRI)-installatie bouwen. Daarin zit een reactorvat waarin zuurstof uit ijzererts bindt aan waterstof. Dan krijg je waterdamp en puur ijzer. Dat werkt allemaal heel goed.”

Om deze reactie met waterstof goed te laten verlopen, moet het ijzererts als grof gemalen pellets aan de reactor worden toegevoegd. „Laten wij nu de enige staalfabriek in Europa zijn, die een eigen pelletsfabriek heeft. De pellets komen eruit met een temperatuur van 750 graden. Die moeten we in een vlamboogoven verwarmen tot 1500 graden, de temperatuur waarbij ijzer smelt. In die elektrische oven zitten enorme elektroden, die, als in een enorme waterkoker, het ijzer verder opwarmen.” Per keer reageert er 320 ton ijzererts in de reactor. „Dat wordt daarna in drie kwartier gesmolten. Als het het 1500 graden is, kun je het uitgieten.”
Tata Steel gaat ook steeds meer schroot omsmelten. „We willen natuurlijk steeds meer circulair worden”, licht Klumper toe. Dat schroot bestaat vooral uit reststromen van klanten, bijvoorbeeld snijverliezen, en staal van afgedankte producten, waaronder auto’s. En het mooie van hergebruikt staal is dat je niet alleen de bestaande kwaliteit weer kunt bereiken, maar dat je het ook kunt upcyclen: je kunt er staal met een hogere kwaliteit van maken.”
Verpakkingsstaal is een heel belangrijk product voor Tata Steel. Zo heeft het bedrijf deze maand aangekondigd om 120 miljoen blikjes terug te nemen. Dat zijn er volgens de directeur veel meer dan alle blikjes uit Nederland: een groot deel komt uit het buitenland. „We maken daarvan weer nieuw blik voor de frisdrankindustrie. Dus die cirkel is dan al rond.”
Hoge netwerkkosten
De staalindustrie is enorm energie-intensief. Het heeft dus nogal wat voeten in de aarde als Tata Steel gaat omschakelen van goedkope steenkool naar dure elektriciteit. Om aan de toekomstige stroomvraag van Tata Steel te voldoen, heeft netbeheerder TenneT al een transformator gebouwd met een vermogen van 2 gigawatt, voor stroom van windparken op zee. „Alle infrastructuur is al beschikbaar”, concludeert Klumper.
Maar daarmee zijn niet alle knelpunten opgelost. „Vooral de netwerkkosten van elektriciteit zijn straks voor ons bepalend. Om onze concurrentiepositie te behouden, moeten die kosten drastisch omlaag. Duitsland heeft dat in het coalitieakkoord al afgesproken. Onze oosterburen betaalden al veel minder en die kosten gaan nu nog verder omlaag. Frankrijk zit al laag, België gaat verder verlagen en in Nederland worden ze alleen maar hoger. Inmiddels zijn de kosten vier keer zo hoog als in de ons omringende landen. Dat maakt onze businesscase wel lastig.”

Met dat probleem heeft volgens hem de hele Nederlandse industrie te maken. „Elk bedrijf moet verduurzamen. Dus er zal heel veel met elektriciteit worden gedaan. Alleen als de kosten daarvan door de hoge netwerktarieven en belastingen veel hoger zijn dan in de landen om ons heen, kan ik begrijpen dat energie-intensieve bedrijven uit Nederland verdwijnen.” Klumper zou het spijtig vinden als dat lot ook Tata Steel zal treffen. „We hebben nu een staalbedrijf met een zeehaven aan de Noordzee, met een goede positie in Europa en met zijn eigen pelletfabriek.”
De vergroening van het staalbedrijf heeft geen directe link met de onlangs aangekondigde ontslagronde, stelt Klumper. Maar er is wel een haakje. „Het is een bezuinigingsoperatie. Tata Steel is momenteel bezig om te snijden in de kosten. Als je er financieel goed voor staat, ben je klaar om te vergroenen”, stelt de directeur. „Een bedrijf dat geen goede kostenstructuur heeft en moet vergroenen, heeft het lastig.” Als de fabriek ondermaats presteert, zou het zomaar kunnen dat de vergroeningssubsidie van de Europese Commissie aan de neus van de fabriek voorbijgaat. De kans is groot dat Tata Steel dan de deuren moet sluiten.