Gemiddelde pensioenleeftijd voor het eerst hoger dan 66 jaar
De gemiddelde leeftijd waarop mensen met pensioen gingen lag in 2024 op 66 jaar en 1 maand. Dat komt naar voren uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het is voor het eerst dat de pensioenleeftijd boven de 66 jaar uitkomt. Een jaar eerder lag de gemiddelde pensioenleeftijd twee maanden lager.
Volgens het CBS volgt de gemiddelde leeftijd waarop mensen met pensioen gaan sinds 2013 de ontwikkeling van de AOW-leeftijd, die vorig jaar werd verhoogd naar 67 jaar. Als gevolg daarvan was 40 procent van de pensioengangers 67 jaar in 2024. Een jaar eerder was dat nog 6 procent.
Verder constateert het CBS dat de gemiddelde pensioenleeftijd in 2024 ruim vijf jaar hoger lag dan in 2004. In dat laatste jaar konden veel werknemers nog eerder stoppen door vroegpensioenregelingen. Daardoor ging bijna driekwart van de mensen in 2004 al voor hun 62e met pensioen. Sindsdien zijn deze regelingen echter voor een groot deel afgeschaft.
In totaal gingen vorig jaar 93.000 mensen met pensioen. Ruim de helft daarvan was werkzaam in de zorg, bouw, het onderwijs en het openbaar bestuur. De gemiddelde leeftijd waarop werknemers uit deze laatste bedrijfstak met pensioen gingen was met 65,3 jaar het laagst.