„Zou de jeugd niet te makkelijk geld uitgeven?”
De financiële gezondheid van jongvolwassenen is vorig jaar aanzienlijk achteruitgegaan. „Zou de jeugd niet te makkelijk geld uitgeven?”

Vorig jaar stegen de lonen sterker dan de inflatie. Meer Nederlandse huishoudens zijn daardoor financieel gezond, bleek begin deze maand uit onderzoek van Deloitte, het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en de universiteiten van Tilburg en Leiden.
Die vooruitgang geldt echter niet voor jongeren tussen de 18 en de 24 jaar. Er komt bij die groep gemiddeld genomen minder geld binnen en er gaat meer uit. Schulden en financiële stress zijn het gevolg. Bijna een kwart geeft aan zich machteloos te voelen wanneer het denkt aan zijn financiële situatie.
Veel hangt af van de persoonlijke situatie af, zo zien de onderzoekers. Sommigen wonen nog thuis en anderen op zichzelf. De laatste groep heeft te maken met gestegen kosten voor levensonderhoud en woonlasten.
Een deel van de jongvolwassenen studeert nog, een ander deel werkt. Bijna de helft van de jongvolwassenen verdient minder dan een modaal inkomen. De onderzoekers signaleren een stijging van het percentage jongeren met een minimuminkomen. Dat is deels te verklaren doordat zij relatief vaak parttime werken omdat ze bijvoorbeeld nog studeren en veelal te maken hebben met flexibele contracten.
Op de Facebookpagina van het Reformatorisch Dagblad maakt Myrte Verstappe niet zo’n probleem van dat minimumloon: „Wat is er gek aan tussen de 18 en de 24 zijn en minder dan modaal verdienen? Lijkt me redelijk logisch als je net klaar bent met school toch?”
Schulden
Het percentage jongvolwassenen met schulden is toegenomen van 4 procent in 2023 naar 9 procent vorig jaar. Ruim een op de tien jongeren gebruikt een deel van het spaargeld om rond te komen. Fredina Janssen zegt op Facebook niet in haar eigen gezin te herkennen dat jongeren krap bij kas zitten: „Ik vraag me echt af wat het grootste probleem is. Ik heb kinderen in deze leeftijd die flink wat spaargeld hebben. Hoe kan het dat het hun wel lukte en deze jongeren niet? Ze werken op zaterdag en iedere vakantie. Zou de jeugd niet te makkelijk geld uitgeven? Of te veel uitgeven, schulden maken?”
Dat denkt ook Martine Marijt Mergler. Volgens haar moeten jongeren vooral „minder noten op hun zang hebben en minder op afbetaling kopen”.
Jongeren in reformatorische gezinnen worden over het algemeen opgevoed met het advies dat je schulden zo veel als mogelijk moet zien te voorkomen. ”Eerst sparen, dan kopen”, is het devies. Dat is echter geen gemeengoed in Nederland, ziet Maarten van Leeuwen: „Velen werden ook niet echt opgevoed om met geld om te gaan. Ouders die veel zakgeld geven en ook telkens overstag gaan om veel bij te leggen als dat na twee weken al op is en hun kind pamperen. Zo moeten jongeren onvoorbereid ineens het diepe in duiken. In een koude en harde maatschappij die bij nader inzien heel anders werkt dan bij pa en ma thuis.”

Niet voorbereid
Veel jongeren voelen zich niet voorbereid op financiële zelfstandigheid op het moment dat ze 18 worden, zegt Ellen Donkers van het Nederlands Jeugdinstituut op nji.nl. „Ze moeten leren omgaan met geld, maar dat gaat niet vanzelf. Het zit in de Nederlandse cultuur dat we weinig praten over inkomen en geld. Je vraagt elkaar niet wat je verdient en hoe hoog je hypotheek is. Mensen ervaren dat als ongemakkelijk, terwijl het juist belangrijk is om dat wel te doen. Want op de middelbare school hebben jongeren vaak nog niet echt een beeld van hoe duur dingen zijn. Ze hebben geen idee wat een normaal salaris is, omdat we het daar nooit over hebben.”
Praat als ouder over simpele zaken zoals hoeveel geld er binnenkomt, adviseert Donkers. „Wat boodschappen kosten in de supermarkt, hoeveel je wekelijks kwijt bent aan eten, wat gas en licht kost. Dat kan beginnen met de prijs van een zak appels als kinderen klein zijn, en op den duur het verschil tussen een bruto- en een nettoloon. En als je gaat studeren, wat is later het salaris dat je in dat vak kunt verwachten?” Niet alle ouders zijn goed in deze financiële opvoeding, vervolgt Donkers. „Zeker niet als ze zelf problemen hebben met geld.”
Daarom vindt Donkers financiële educatie op school belangrijk. „Veel scholen doen dat sporadisch, bijvoorbeeld een paar lessen tijdens de Week van het Geld. Maar eigenlijk is een doorgaande leerlijn nodig. Kinderen kunnen het beste van jongs af aan leren wat de waarde van geld is. Van wat je kunt kopen voor 5 euro op de basisschool tot hoe je je inkomsten en uitgaven in een overzicht zet aan het eind van de middelbare school. Dat kan een school meenemen in het vak wiskunde en bij economie. Budgetteren is een basisvaardigheid, net als rekenen en schrijven.”