Inkomen pakt lager uit voor wie niet voluit kan werken
Juist een belastingmaatregel die werken lonender moest maken, kost de meest kwetsbare arbeidskrachten geld. Als je al moeilijk rondkomt, hakt dat er flink in.

Terwijl ze gezellig met haar buurman kletst, schuift Chantal Nowee (39) met precisie kleine reinigingsonderdelen voor melkmachines in elkaar. Geboren met een hersenbeschadiging, werkt ze al jaren met plezier bij werkontwikkelbedrijf Werkse! in Den Hoorn. Een vetpot is het niet. „Mijn inkomen was altijd al krap”, zegt ze, „maar sinds januari gaat het alleen maar achteruit. Nu houd ik elke maand 23 euro minder over.”
Ze is niet de enige. Dit jaar is het netto-inkomen van tienduizenden werknemers met een arbeidsbeperking, zoals autisme, een chronische ziekte of een lichamelijke aandoening, gekrompen. De oorzaak? Een nieuwe belastingmaatregel van het kabinet-Schoof, die eigenlijk bedoeld was om werken lonender te maken en bestaanszekerheid te garanderen.
De regeling doet twee dingen. Ze verlaagt de heffingskorting, een algemene belastingkorting waardoor iedereen netto minder overhoudt. Ook is de arbeidskorting omhooggegaan. Daardoor krijgen mensen die meer gaan werken en dus meer verdienen, een hogere korting. Dit resulteert in een paar tientjes extra per maand.
Averechts
Maar voor degenen die simpelweg niet meer uren kunnen werken, pakt de maatregel averechts uit. Zo berekende Werkse!, een bedrijf dat mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in dienst heeft, dat bijna 70 procent van hun personeel er 20 tot 40 euro per maand op achteruitgaat. Met uitschieters tot wel 90 euro.
Voor iemand met een modaal inkomen betekent dat misschien een keer minder uit eten. Maar voor deze groep, die gemiddeld nog geen 1650 euro bruto per maand verdient (bij een werkweek van 28,4 uur), is dat een flinke klap. Ook voor Chantal Nowee: „Vooral nu alles duurder is geworden. Soms rijd ik naar Duitsland voor boodschappen. Haarverf kost daar 2 euro, hier 20.”„
Als Nowee haar precisiewerk weer wil oppakken, trekken haar collega's haar weg van haar werkplek. „De actie begint!” roept iemand. Handschoenen blijven achter op de tafels, schorten gaan af. De assemblageruimte loopt leeg, de kantine stroomt vol.
In de propvolle zaal staan de blikken strak gericht op Mohamed el Mokaddem, voorzitter van Cedris, de vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt. „Willen jullie meer of minder salaris?” vraagt hij. „Meer!” buldert de zaal.
Minimumloon
Volgens El Mokaddem, die hierover al langer actievoert namens Cedris, is het niet de eerste keer dat de regering deze werknemers in de steek laat. „Vaak zitten ze al op het minimumloon, soms zelfs onder de bijstandsgrens. En omdat werkontwikkelbedrijven zoals Werkse! gefinancierd worden door de overheid, kunnen zij de lonen niet zomaar verhogen.”
Het Rijk is verantwoordelijk voor de participatiewet en daarmee de financiering, maar het kabinet stelt geen cao-partij te zijn. „Dat klopt formeel misschien”, zegt El Mokaddem, „maar ze zijn wel verantwoordelijk voor het belastingstelsel en de participatiewet.” Vorige maand werd in de Tweede Kamer een motie ingediend om met een oplossing te komen, maar deze werd weggestemd door coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB.
Nu wordt de kwetsbare arbeidsgroep geraakt door inflatie, vastgelopen cao-onderhandelingen én als extra klap een belastingmaatregel die hen benadeelt. El Mokaddem: „Het voelt alsof het kabinet zegt: Jullie doen er niet toe.”
Het wrange is: hoe lager het inkomen, hoe groter de inkomensdaling. Dat merkt ook Renet Eshaia (48), die door chronische pijn en schildklierproblemen maximaal 24 uur per week in de catering werkt. Sinds januari krijgt ze 30 euro minder per maand. Voor haar betekent dat een keer minder boodschappen doen. „En minder leuke dingen. Ik werk het maximum wat ik kan, het voelt alsof ik word gestraft.”
Huurtoeslag
Een woordvoerder van het ministerie van Financiën erkent dat sommige medewerkers van werkontwikkelbedrijven er financieel op achteruitgaan. „„Wel zijn er maatregelen genomen om kwetsbare huishoudens te ondersteunen, zoals de verhoging van de huurtoeslag en het kindgebonden budget.”
Als El Mokaddem klaar is met zijn toespraak, vertelt hij even verderop over het contrast met andere actievoerders. „Boeren komen met hun trekkers naar Den Haag, Extinction Rebellion blokkeert wegen. Maar deze mensen? Die kunnen dat niet. Als wij niet voor hen opkomen, worden ze simpelweg vergeten.” Volgens hem is dat wat nu gebeurt. „Als niemand luistert en naar hen omkijkt, dan belanden mensen in de schulden. Of ze haken af.”
Vooraan in de zaal leunt een man achterover, zijn armen over elkaar, en verzucht of een petitie tekenen wel zin heeft. El Mokaddem knikt. „Terecht punt.” Uitgerekend die ene keer dat ze twee jaar geleden wél massaal de straat op gingen voor een hoger loon, bracht dat niets teweeg.
Maar, voegt El Mokaddem eraan toe, „als het kabinet nu weer doof blijft, tekenen we niet alleen de petitie. Dan staan we binnenkort met z'n allen in Den Haag.”