Provincie Zuid-Holland opent loket voor circulair ondernemen
De provincie Zuid-Holland heeft een loket geopend waar ondernemers terechtkunnen met vragen over reststromen en hernieuwbare grondstoffen. Dit zogeheten circulaire loket bestond al voor het Rotterdamse bedrijfsleven, maar is nu uitgebreid naar de hele provincie. Nederland wil in 2050 volledig circulair zijn, maar in Zuid-Holland concludeerde het provinciebestuur eerder dit jaar dat het tussendoel voor 2030 „buiten bereik raakt”. Zuid-Holland gebruikt zelfs meer fossiele grondstoffen dan in 2015, staat in een monitor van de provincie.
Over vijf jaar zou 50 procent minder fossiele grondstoffen, metalen en mineralen gebruikt moeten worden in Nederland. Het uiteindelijke doel is om in 2050 zoveel mogelijk hernieuwbare grondstoffen en producten te gebruiken. Afval zou dan nauwelijks meer moeten bestaan, aldus de Nederlandse overheid.
Om ondernemers hierbij te helpen, zetten de gemeente Rotterdam en de Rijnmondse milieudienst DCMR in 2021 al een ‘circulair loket’ op. Ondernemers kunnen daar kosteloos terecht met vragen over onder meer de wet- en regelgeving rond hernieuwbare grondstoffen. De provincie, de vier andere Zuid-Hollandse omgevingsdiensten en alle gemeenten sluiten daar nu bij aan.
„Het administratief-juridische landschap ligt bezaaid met omwegen, wegversperringen en blokkades. Er is alleen juridisch veel meer mogelijk dan men misschien denkt”, aldus de provincie. Gedeputeerde Meindert Stolk opende maandag, aan het begin van de Week van de Circulaire Economie, in Rotterdam het uitgebreide loket. De provincie draagt daar 50.000 euro aan bij en hoopt dat dit jaar ongeveer driehonderd ondernemers geholpen kunnen worden. „Het tussendoel om in 2030 de helft minder fossiele, minerale en metalen grondstoffen te gebruiken wordt een grote uitdaging”, aldus CDA’er Stolk. „Om in 2050 100 procent circulair te zijn, hebben we iedereen nodig. Het Circulair Loket Zuid-Holland kan ondernemers hierbij helpen.”
Volgens de provincie komt de overgang naar een economie met herbruikbare grondstoffen en producten op gang en is bijna 80 procent van de gemeenten hier ook mee bezig, maar blijft „veel potentie onbenut”.