Denen verhogen defensiebudget fors, naderen mogelijk NAVO-doel
Denemarken gaat miljarden euro’s extra in zijn defensie steken. Het land had zijn defensiebudget al fors verhoogd, maar komt nu uit in de buurt van de mogelijk nieuwe NAVO-norm die NAVO-topman Mark Rutte steevast noemt.
De Deense regering trekt dit jaar en volgend jaar 50 miljard kroon (omgerekend 6,7 miljard euro) meer uit, laat het ministerie van Defensie weten. Daarmee komt het Deense defensiebudget boven de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De NAVO onderhandelt op het ogenblik over het opschroeven van de tien jaar oude afspraak om 2 procent van het bbp aan defensie te besteden. De 32 NAVO-landen zouden „aanzienlijk boven de 3 procent” moeten aanhouden om de dreiging van Rusland ook in de toekomst te kunnen afslaan, waarschuwt Rutte al maanden.
Denemarken haalde net als Nederland en veel andere NAVO-landen zelfs de 2 procent tot voor kort niet, maar is sinds de Russische oorlog tegen Oekraïne in allerijl zijn verdediging aan het versterken. Het land is een van de voortrekkers van hard optreden tegen Rusland en een van de koplopers in de steun aan Oekraïne, wat ook een wissel op de eigen defensie trok. De Denen hebben Oekraïne onder meer al hun artillerie beloofd.
De extra miljarden wil Denemarken steken in bijvoorbeeld zijn vermogen om aanvallen vanuit de lucht af te slaan en andere terreinen waar zijn verdediging te wensen overlaat. Omdat haast is geboden, versoepelt het land zijn normaliter strenge inkoopregels. „Er is maar één ding dat telt nu en dat is snelheid”, zei premier Mette Frederiksen woensdag op een persconferentie.
Denemarken is ook niet langer een medestander voor Nederland in zijn verzet tegen gezamenlijk lenen door de EU om de Europese defensie te versterken. Frederiksen heeft eerder gezegd daarvoor open te staan en laat andere traditionele ‘zuinige’ opvattingen eveneens los. Zo steunt ze de pogingen om de begrotingsregels voor EU-landen te versoepelen zodat die meer geld aan hun verdediging kunnen uitgeven.
De NAVO-landen hopen het op hun top eind juni in Den Haag eens te worden over een nieuwe budgetnorm. Ze zijn daarover nog erg verdeeld. De Verenigde Staten, die zelf rond de 3,4 procent zitten, eisen van hun bondgenoten een verhoging naar 5 procent. Nederland houdt zich nog op de vlakte.