Wethouder Rotterdam: Havenindustrie dreigt koppositie te verliezen
De haven van Rotterdam met de daar gevestigde industrie is een van de motoren van de Nederlandse economie. Maar zijn internationale concurrentiepositie wordt zwakker, waarschuwen de gemeente en de provincie.
![Havenwethouder Robert Simons van Rotterdam. beeld gemeente Rotterdam, Jan de Groen](https://images.rd.nl/fill/crop:2500:1563:sm/w:1020/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F238989_f786384b0a.jpeg)
De Rotterdamse havenwethouder Robert Simons en de Zuid-Hollandse gedeputeerde Arne Weverling schreven maandag een brandbrief aan het kabinet. Ze roepen op tot „daadkrachtig overheidsbeleid” en een „eerlijk internationaal speelveld”.
Bedrijven stellen investeringen uit of verkassen naar elders. Oorzaak is een opeenstapeling van problemen, zoals ruimtegebrek, netcongestie, hoge energieprijzen en een stokkende verlening van natuurvergunningen als gevolg van de stikstofcrisis, analyseren de bestuurders in hun brief.
Wethouder Simons zegt desgevraagd dat het probleem „veel groter” is dan de meeste mensen denken. „De fabrieken in ons haven- en industriecluster werken in een mondiale omgeving. De druk vanuit de Verenigde Staten en Azië is groot. Ze zijn concurrerend doordat hier efficiënt geproduceerd wordt, maar de marges zijn klein”, zegt hij.
Energie
Volgens Simons dreigen vanwege de hoge energieprijs bedrijven die veel energie verbruiken, te vertrekken. „Dan heb je kans op een domino-effect, omdat andere bedrijven daar weer afhankelijk van zijn. We willen dat de prijs van elektriciteit omlaag gaat, zodat de industrie hier evenveel betaalt als in België en Frankrijk.”
In hun brief dringen de wethouder en de gedeputeerde ook aan op noodwetgeving op de congestie op het stroomnet aan te pakken. Simons: „De fysieke bouw van een transformatorstation duurt twee jaar, maar de vergunningaanvraag kost acht jaar. We willen inspraak niet afschaffen, maar wel de mogelijkheden beperken om bezwaarprocedures te rekken.”
Dat laatste gebeurde bijvoorbeeld onder de Crisis- en herstelwet, die van 2010 tot en met 2023 in Nederland van kracht was.
Door de stikstofuitspraak van de Raad van State in december, waarmee het zogeheten intern salderen van stikstofruimte vergunningplichtig werd, is de verlening van natuurvergunningen stilgevallen. Investeerders lopen daar nu tegenaan, zegt de wethouder. Als voorbeeld noemt hij twee ondernemingen die in de Botlek een fabriek voor biokerosine willen bouwen. „Krijgen die geen vergunning, dan kiezen ze voor een locatie elders in Europa of op de wereld.”
Hij wijst er in dit verband op dat 80 procent van de bedrijven in de haven zijn hoofdkantoor in het buitenland heeft.
De brief vraagt het kabinet om een plan te maken om de stikstofneerslag „significant” te verlagen, zodat de vergunningverlening weer op gang kan komen.
Op de vraag welke sectoren daaraan moeten bijdragen, geeft Simons geen antwoord. “Dat is aan het kabinet. Ik heb daar weinig verstand van. Maar het probleem moet aangepakt worden. We kunnen niet de hele industrie op slot houden.”
Uitbreiding Maasvlakte
Verder dringen de twee bestuurders aan op het stimuleren van de markt voor schone energie, investeren in opslag van en transportinfrastructuur voor CO2, het afzien van een nationale CO2-heffing en voor het verkennen van een uitbreiding van de Maasvlakte.
Dat laatste is van belang vanwege de bouw van steeds meer windparken op zee. „Die stroom moet ergens aan land komen. Dat kost ruimte. Die hebben we maar beperkt.”
Als de aanlanding op een nieuwe, Derde Maasvlakte wordt geconcentreerd, kan Rotterdam op de bestaande Maasvlakte ammoniakkrakers neerzetten, zegt hij. Dat zijn installaties die nodig zijn voor de energietransitie naar waterstof.
Volgens Simons werken er 200.000 mensen direct of indirect in de Rotterdamse haven.
Maar er is ook een breder Europees belang, stelt hij. „De Europese Unie streeft naar strategische onafhankelijkheid op het gebied van grondstoffen. Als de industrie naar de VS of Azië vertrekt, gaat dat niet lukken.”