OpinieToegespitst

Anticonversiewet treft hart van het christelijk leven

In oktober staat het voorstel voor de Wet strafbaarstelling conversiehandelingen op de rol om plenair behandeld te worden in de Tweede Kamer. Het is een verstrekkende wet met veel mogelijke schadelijke bijwerkingen, die bovendien niets oplost.

Laurens van der Tang
23 September 2024 13:35
beeld RD
beeld RD

Een predikant die veroordeeld wordt vanwege pastorale gesprekken met een dooplid dat worstelde met andersgerichte gevoelens, waarin hij besprak wat de Bijbel zegt over homoseksualiteit. Een psycholoog die de gevangenis in gaat omdat hij een puber begeleidde met genderverwarring en haar aanmoedigde om nog niet in transitie te gaan. Een instelling die door cliënten dringend gewenste professionele hulp niet meer durft te geven omdat die wellicht strafbaar is.  Het zijn situaties die kunnen optreden als de Wet strafbaarstelling conversiehandelingen wordt aangenomen.

Homoseksualiteit werd tot begin jaren zeventig algemeen gezien als een psychische stoornis , een ziekte dus. Behandelingen om de seksuele geaardheid te veranderen waren tot die tijd daarom niet ongewoon. Dat ging meestal om gesprekstherapie, maar ook stroomschokken en castratie kwamen voor. Vorig jaar betuigden Nederlandse psychiaters spijt over de gruwelijke behandelingen die plaatsvonden.

In Amerika ontstond vervolgens in de jaren zeventig de grote christelijke ex-gaybeweging, die zich richtte op homogenezing. Tal van organisaties claimden nogal enthousiast dat je van je homoseksualiteit genezen kon worden als je maar genoeg geloof had. Naar schatting 700.000 Amerikanen ondergingen ”conversietherapie”. De ex-gaybeweging ging ten onder omdat de beloften niet waargemaakt werden.

Ondertussen was de aangerichte schade groot. Een prominente ex-gayorganisatie was Exodus International , die in 2013 werd opgeheven. Greg Johnsons boek ”Still Time to Care” is een lezenswaardige kroniek en analyse van de opkomst en neergang van de Amerikaanse ex-gaybeweging.

Vermoedelijk is deze voorgeschiedenis de aanleiding geweest voor de internationale lhbti-lobby om wereldwijd te pleiten voor invoering van anticonversiewetten. In landen zoals Canada, Frankrijk en Duitsland zijn dergelijke wetten al van kracht. In het Verenigd Koninkrijk is er momenteel veel debat over een wetsvoorstel dat voorligt.

Kritiek

In Nederland behandelt de Tweede Kamer naar verwachting volgende maand een initiatiefwetsvoorstel om ”conversiehandelingen” strafbaar te stellen. Het wetsvoorstel is opgesteld in 2022 en werd ondertekend door parlementariërs van D66, VVD, GL-PvdA, SP en PvdD. Ondanks forse kritiek van de Raad van State op het voorstel is het in oktober 2023 –vlak voor de verkiezingen– in gewijzigde vorm aangehouden.

Na de verkiezingen is het voorstel niet controversieel verklaard. Wel werd het aan een zogeheten wetenschapstoets onderworpen. Ook die toets was zeer kritisch. Toch heeft de Kamer, nadat de indieners enkele beperkte wijzigingen in het voorstel hadden aangebracht, besloten om de wet binnenkort plenair te behandelen.

Het punt is alleen dat de ex-gaybeweging in Nederland nooit echt voet aan de grond heeft gekregen. Er zijn ook geen aanwijzingen dat er in Nederland op dit moment organisaties zijn van enige betekenis die zich bezighouden met conversietherapie. En als ze er al zijn, voldoet bestaande wetgeving om dergelijke organisaties aan te pakken.

Nu zou je kunnen redeneren: baat het niet, dan schaadt het niet. Dat is echter een misvatting, want dit voorstel gaat veel verder dan het verbieden van ‘klassieke’ homogenezing zoals die in de vorige eeuw werd gepraktiseerd. In het wetsvoorstel worden namelijk alle handelingen strafbaar die ertoe strekken om de seksuele gerichtheid of genderidentiteit van een persoon jonger dan 18 jaar te „onderdrukken” of te „veranderen”. Ook bij meerderjarigen kunnen die handelingen strafbaar zijn als sprake is van „uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht”.

De begrippen conversiehandelingen, seksuele gerichtheid en genderidentiteit zijn daarbij niet scherp gedefinieerd. Hannah Beijeman (NPV) schrijft hierover : „In de Memorie van Toelichting wordt de in de internationale literatuur gebruikte term Sogiece (Sexual Orientation and Gender Identity Expression Conversion Efforts) gebruikt om conversiehandelingen te omschrijven. Hieronder valt een breed spectrum van activiteiten zoals gesprekken, therapie en pastorale zorg, waaronder prediking en gebed.”

De initiatiefnemers benadrukken dat wat in de literatuur onder Sogiece is geschaard „niet per definitie onder de reikwijdte valt van deze strafbepaling”. Het lijkt erop neer te komen dat men het in belangrijke mate aan de rechter overlaat om te bepalen wat er uiteindelijk wel of niet onder valt.

Gedragingen in de privésfeer vallen buiten de strafbaarstelling, maar de indieners geven aan dat er desondanks sprake kan zijn van strafbaarheid van ouders. Bijzonder is dat de indieners vinden dat mensen nooit vrijwillig voor conversietherapie kiezen. Er is volgens hen in de praktijk altijd sprake van sociale druk. Daarom is het beter om het geheel te verbieden. Mensen die hun eigen gevoelens of gerichtheid als ongewenst ervaren, en daarom zoeken naar deskundige hulp, bestaan in hun optiek niet. Ook gaat het wetsvoorstel voorbij aan het feit dat genderidentiteit en seksuele gerichtheid soms veranderlijk zijn (fluïditeit).

Strijd

Het wetsvoorstel raakt de kern van de Bijbelse bekering. Wee degene die in de vaak levenslange strijd tegen andersgerichte gevoelens met je oploopt. Die verdient het gevang. beeld iStock

Vanuit Bijbels perspectief zijn de bezwaren tegen dit wetsvoorstel groot. Door Zijn Woord roept de Heere ons op om te leven naar Zijn norm. Die norm staat haaks op de diepste gerichtheid en gevoelens van ons zondige bestaan. Door bekering en geloof leren we –met vallen en opstaan– Gods geboden lief te hebben en naar Zijn wil te leven. Dat houdt altijd zelfverloochening in, volgens Calvijn „de kern van het christelijke leven”. Wij zoeken niet „wat het onze is, maar wat naar de wil van de Heere is en strekt tot de bevordering van Zijn eer” (”Institutie”, 3.VII.2). Onze troost daarbij is dat we niet meer op onszelf worden teruggeworpen, maar het eigendom zijn van onze getrouwe Zaligmaker Jezus Christus (HC, zondag 1). We worden van harte gewillig Hém voortaan te leven.

Het Bijbelse begrip van bekering raakt dus de kern van onze identiteit. Het betekent een radicale, door Gods Geest gewerkte vernieuwing van onze ziel. Het maakt dat we onze diepste identiteit niet langer in onszelf, maar in Christus zoeken en vinden. Onze genderidentiteit en seksuele gerichtheid horen daar helemaal bij.

Dat betekent niet dat na bekering andersgerichte gevoelens opeens verdwenen zijn. Vaak blijft er een levenslange strijd die bij tijden zwaar kan zijn. Die hoeft echter niet meer gestreden te worden in eigen kracht.

De Wet strafbaarstelling conversiehandelingen maakt die strijd eenzamer dan ooit tevoren. Alle familiaire, professionele en geestelijke steun en aanmoediging in die strijd wordt in potentie strafbaar. Wee de ouder, broer, hulpverlener of predikant die met je oploopt en je helpt om die last te dragen. Die verdient het om gevangengezet te worden.

De auteur is ondernemer en op diverse manieren kerkelijk en maatschappelijk actief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer