Studenten in het middelbaar beroepsonderwijs moeten gaan leren dat een respectvolle omgang met lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders (lhbt’ers) een basiswaarde is in de samenleving.
Dat heeft de Tweede Kamer dinsdagmiddag uitgesproken door een motie te aanvaarden van PvdA-Kamerlid Van den Hul en haar SP-collega Van Dijk. Behalve PvdA en SP stemden de fractie van 50PLUS, D66, VVD en PVV voor.
Op dit moment staat in het kwalificatiedossier Loopbaan en burgerschap voor het mbo dat seksuele diversiteit een voorbeeld is van een waardendilemma. Dat vindt de Tweede Kamer te mager. Net als in het basis- en voortgezet onderwijs moet nu ook in het mbo ook respectvolle omgang met lhbt’ers nadrukkelijk aan de orde stellen.
In het regeerakkoord is overigens ook afgesproken dat respectvolle omgang van homo’s in het mbo-lesprogramma moet komen. Dat was een van de redenen waarom de regeringpartijen ChristenUnie nu tegen de motie stemden.
De Kamer verwierp drie moties van SGP-kamerlid Bisschop. De SGP verzocht in de eerste motie de regering genderdiversiteit niet als absolute streefnorm in het emancipatiebeleid te hanteren. In de tweede motie vroeg Bisschop om bij de uitvoering van het emancipatiebeleid ten minste naar evenredigheid aandacht te hebben voor het gezin met vader, moeder en kinderen. Tot slot vroeg de SGP om bestrijding van beeldvorming in de publieke ruimte van vrouwen als lustobject op te nemen in het emancipatiebeleid. Bisschop kreeg wisselend steun van PVV, CDA, FvD, DENK en ChristenUnie