Kamermeerderheid wil artikel 1 van Grondwet uitbreiden
Waar linkse partijen jarenlang op hamerden, maar waar zij in de politiek lange tijd geen meerderheid voor vonden, komt nu toch een stap dichterbij. Inmiddels is er een Kamermeerderheid om in artikel 1 van de Grondwet expliciet op te nemen dat discriminatie wegens handicap en seksuele gerichtheid verboden is.
Op een door het COC georganiseerd verkiezingsdebat, vrijdagavond in Amsterdam, zal ook het CDA zich uitspreken voor het opnemen van handicap en seksuele gerichtheid als verboden discriminatiegronden in artikel 1 van de Grondwet. Het CDA was daar altijd tegen, maar door de inbreng van partijleden is het punt dit jaar toch in het verkiezingsprogramma beland.
Daarmee is er een Kamermeerderheid ontstaan die artikel 1 van de Grondwet graag in genoemde zin wil aanpassen. PvdA, D66, GroenLinks, SP, CDA en ChristenUnie zijn er voorstander van. Samen bezetten zij in de huidige Tweede Kamer 84 zetels.
Niet urgent
Net als het CDA heeft ook de ChristenUnie het punt in haar verkiezingsprogramma opgenomen. De SGP was en blijft tegen. „Dit is in onze samenleving geen urgent punt”, stelt Kamerlid Bisschop in een reactie. „Discriminatie wegens handicap of seksuele gerichtheid zíjn in ons land verboden, dat staat elders duidelijk genoeg in de wet. Ik ken geen situaties waarin mensen of instanties erop zijn vastgelopen dat dit punt niet expliciet in artikel 1 van de Gróndwet staat. Het gaat hier in hoge mate om symboolpolitiek. Ik zou zeggen: Zoek als politici liever een écht probleem om je energie aan te besteden.”
Artikel 1 van de Grondwet bevat nu al een aantal gronden waarop niet gediscrimineerd mag worden. „Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”, luidt de tekst van artikel 1. Volgens een Kamermeerderheid zou na het woord ”geslacht” toegevoegd moeten worden: ”handicap, hetero- of homoseksuele gerichtheid”.
Volgens Bisschop is zo’n toevoeging tamelijk willekeurig. „Dan zou je op deze plek bijvoorbeeld ook leeftijd als discriminatiegrond expliciet moeten gaan verbieden. Volgens mij is dan het einde zoek.”
Verbijzonderingen
Ook de VVD was en is tegen uitbreiding van artikel 1. De partij wil juist het omgekeerde, en zou de huidige verbijzonderingen uit het eerste grondwetsartikel het liefst verwijderen en de zinsnede willen vervangen door: ”Discriminatie op welke grond dan ook is verboden”. „Echte emancipatie is niet dat je nog steeds als bijzondere grond voor een discriminatieverbod staat genoemd”, stellen de liberalen. „Echte emancipatie is dat iedereen zich als vanzelfsprekend beschermd weet tegen discriminatie.”
Overigens zijn 84 Kamerzetels niet genoeg om daadwerkelijk tot een grondwetswijziging te komen. Als Kamer en/of kabinet de Grondwet willen wijzigen, moet een daartoe strekkend wetsvoorstel tweemaal het parlement passeren. In de zogeheten tweede lezing moet het wetsvoorstel zelfs met tweederdemeerderheid worden aanvaard.
In 2012 nam de Tweede Kamer al een initiatiefwet in behandeling van PvdA, D66 en GroenLinks die dit punt wilde regelen. Uit de schriftelijke gedachtewisseling over dit wetsvoorstel bleek toen dat er geen meerderheid voor was. Behalve de christelijke partijen stonden toen ook VVD en PVV „kritisch tot zeer kritisch” tegenover dit plan.
Sober
Ook de Raad van State reageerde kritisch op de initiatiefwet. De raad achtte het belangrijk dat de Grondwet sober is en stelde vast dat uitbreiding van artikel 1 niet zal leiden tot andere rechtsgevolgen dan nu het geval is.