„Zo waarlijk helpe mij God Almachtig”, sprak Lisa Westerveld op 23 maart bij haar installatie als Kamerlid. Opvallend voor een GroenLinkspolitica. Westerveld, die haar wortels heeft in christelijk gereformeerd Aalten: „Volgens mij moeten we voor ons begrip van goed en kwaad een norm buiten onszelf hebben.”
Geboren Achterhoeker – maar zonder een spoortje van dialect, actievoerster, politica, filosofe, onderwijsexpert, verdienstelijk amateurvoetballer en liefhebber van black metalmuziek; Lisa Westerveld (35) is het allemaal. Hoewel de Tweede Kamer, waarvan zij vijf maanden geleden lid werd, voor haar geen onbekend terrein was, verbaasde zij zich wel over „de autonomie” die je als parlementariër op je eigen beleidsterrein hebt. „Ik was nog maar net Kamerlid, moest ik tijdens de regeling van werkzaamheden al meteen naar voren lopen om aan te geven of wij de SP wel of niet steunden in het aanvragen van een debat over lerarensalarissen. Ik dacht: Huh? Moet ík dit nu beslissen? Wat vindt Jesse hier eigenlijk van? Maar dat is dus typisch voor het Kamerwerk: jíj bent de onderwijsspecialist. In die hoedanigheid moet je snel knopen doorhakken; voor onderling overleg is amper tijd”.
PERSOON
„Ik ben opgegroeid in het dorp Lintelo, bij Aalten. Gek genoeg heb ik, in tegenstelling tot mijn broers en zussen, nooit een Achterhoeks accent gehad. Mijn vader vroeg pas, toen het hierover ging, met een knipoog: Waar is het met jou eigenlijk misgegaan? Nou, geen idee.
Die plattelandsachtergrond bepaalt voor een deel wie ik ben. Mijn opa had een bedrijf met legbatterijen. Vroeger hielp ik hem vaak. Nee, ik vind niet dat ik hem of mijn familie verloochen nu ik actief ben in GroenLinks, een partij die zeer kritisch is op de bio-industrie. Ik heb het altijd zielig gevonden voor de kippen die in van die kleine hokjes zaten opgesloten. En veel varkens hebben een afschuwelijk leven, in te kleine hokken en tig keer zwanger gemaakt. Maar ja, als kind help je natuurlijk wél je opa.
En ik zag bij hem de worsteling. Hij hield van dieren en had als hobby het fokken van Wyandotte-krielkippen. Maar hij moest nu eenmaal zijn gezin onderhouden.
Toen ik volwassen werd, heb ik rond dit thema eigen keuzes gemaakt. Ik ben bijvoorbeeld vegetariër geworden en eet het liefst veganistisch. We weten toch dat onze massale vleesconsumptie de oorzaak is van veel milieuvervuiling?
M’n andere opa en oma hadden een melkveehouderij. Zij verhuisden op zeker moment, met het bedrijf, naar Stadskanaal. Wij bleven als gezin op de oude boerderij wonen. Daar ben ik opgegroeid. Mijn ouders gingen met ons wel op vakantie, maar nooit naar Frankrijk of zo. Onze bestemming was Stadskanaal. Ook daar heb ik veel meegeholpen: koeien melken, stal schoonspuiten, kalfjes voeren. Mijn broers en ik speelden vaak in het stro.
Dat ik die achtergrond heb, helpt mij nog altijd. Ik denk dat ik sneller begrip heb voor mensen die het niet zo breed hebben. En mijn werkbezoeken probeer ik juist ook af te leggen buiten de Randstad. Anders raak je als Haags politicus geïsoleerd.
Hoewel ik ben opgegroeid in de christelijke gereformeerde kerk van Aalten ben ik nu geen lid meer van een kerkgenootschap. Eigenlijk was ik als kind al heel kritisch over kerk en geloof. Ik vond het moeilijk dat er op zondag bijna niets mocht: niet uitgaan, geen voetbal kijken op tv. En ik vroeg op de jeugdclub of catechisatie altijd dóór. Waarom zingen we zo langzaam? Waarom is een kerkdienst in zo’n vast stramien geperst? Waarom mogen vrouwen niet in het ambt? Waarom is er niet meer aandacht voor het milieu en voor hoe je als christen behoort te leven? Ik kreeg daar weinig, of onbevredigende antwoorden op.
In de tijd dat ik in Nijmegen ging studeren, heb ik de kerkenraad en de predikant nog eens een brief gestuurd. Misschien was het een foutje hoor, maar ik heb daar nooit antwoord op gekregen. Dat hielp natuurlijk ook niet mee om mij bij de kerk te houden.
Voor mijn ouders was mijn keuze pijnlijk. En dat begrijp ik. Hun biedt het geloof wél veel. Dat zie ik ook bij mijn drie broertjes en bij mijn zusje, die in deze gemeenschap een hechte vriendengroep hebben. Maar aan mij waren kerk en geloof gewoon niet besteed.
Wel vind ik het mooi dat ik tegenwoordig met mijn vader en moeder beter over mijn keuze kan praten. Ook fantastisch: mijn ouders, die normaal altijd ChristenUnie stemmen, hebben dit keer op mij gestemd.
Op zijn werk had mijn vader tijdens de campagne zelfs een poster van mij hangen, gemaakt door een schoonzusje. Vervolgens is hij daarover geïnterviewd door de Gelderlander. Dat heeft zó veel leuke reacties opgeleverd! En als je dan vervolgens beseft dat ik op het nippertje met voorkeurstemmen ben gekozen –302 stemmen minder en het was niet gelukt–, dan kan het weleens juist dat interview met mijn vader zijn geweest dat uiteindelijk de doorslag gaf.
Wat het christelijk geloof betreft, ik twijfel erg of het verhaal dat Jezus voor onze zonden gestorven is, de goede uitleg van de Bijbel is. Volgens mij moeten we veel meer letten op de symboliek die achter al die Bijbelse verhalen zit en die we nog altijd maar heel beperkt doorgronden. Een belangrijke boodschap van de Bijbel is volgens mij dat we ons bewust moeten worden van goed en kwaad. Op het moment dat je ervan uitgaat dat er geen God is, en dus ook geen verschil tussen goed en kwaad, zet dat volgens mij je hele leven op losse schroeven. Al kan God voor mij ook best ”de natuur” zijn.
In elk geval hebben wij mensen een vaste maatstaf nodig voor wat goed en kwaad is. Daarbij kan de Bijbel helpen. Mede om die reden heb ik bij mijn installatie de eed afgelegd. Samen met Jesse Klaver was ik, binnen de GL-fractie, de enige die dat deed.
Kijk, als je een belofte aflegt, gaat het er vooral om wat jíj gaat doen. Ik vond het mooi om aan te geven dat ik bij mijn werk hulp nodig heb. Dat niet per se alles uit mezelf moet komen. En ik wist dat mijn ouders het erg op prijs zouden stellen.”
POLITIEK
„Oh ja? Vroegen journalisten mij al in 2004 of ik Kamerlid wilde worden? Toch heb ik mijn carrière –eerlijk waar– nooit uitgestippeld. Ja, ik ben zeer actief geweest in de studentenvakbond. En ik heb in de gemeenteraad van Nijmegen gezeten. Maar dat waren geen opstapjes naar het Kamerlidmaatschap! Ik geloof niet in het bekleden van functies met als voornaamste doel dat je uiteindelijk iets anders wilt gaan doen. Dat werkt niet. Sinds mijn studententijd heb ik altijd dingen gedaan die ik op dát moment zinvol en leuk vond.
Vijf jaar geleden stond ik op nummer 17 van de landelijke kandidatenlijst. Ook vorig jaar heb ik weer gesolliciteerd. GroenLinks is een heel sociale partij met oog voor duurzaamheid en met een constructief-kritische houding. Maar volgens mij moet ze óók een onderwijspartij worden. Ik denk dat veel mensen dat met mij eens waren en om die reden op mij, de hoogste vrouw op de lijst met een onderwijsprofiel, gestemd hebben.
Ook als vakbondsbestuurder kwam ik al vaak in Den Haag. Toch verrasten mij het achterliggende halfjaar de hectiek en de werkdruk waarmee je als Kamerlid moet leren dealen. Als raadslid in Nijmegen was ik gewend alle mailtjes van burgers die aan mij gericht waren, te beantwoorden. Hier red je dat gewoon niet. In de gemeenteraad bespraken we als fractie alle moties en voorstellen van andere partijen grondig met elkaar. In Den Haag heb je daar de tijd niet voor. Dan zie je op dinsdag de titel van een motie langskomen en dan denk je: hier zijn wij toch voor? En dan stemmen we toch tegen! Als je dan de voorgeschiedenis van zo’n motie krijgt uitgelegd, begrijp je vervolgens prima waarom de fractie tegen is. En dan is het allemaal best logisch. Maar ik wilde altijd tot in detail weten waar ik voor of tegen stemde. En dat moet ik nu, voor een deel, loslaten. Je moet als Kamerlid veel vertrouwen hebben. In je fractiegenoten en in collega’s van andere partijen.
Een aparte ervaring was de eerste fase van de formatie. Hoewel mijn partij mee onderhandelde, voelde ik me als GL-Kamerlid toch toeschouwer. Die maandag dat ik via de telefoon vernam dat het geklapt was, dacht ik: Hè? Ik dacht dat we nog volop in gesprek waren. Let wel, ik begrijp goed dat Jesse en Kathalijne geen tijd hadden om bij ieder stapje ook ons mee te nemen. Zij hebben het, vind ik, heel goed gedaan. Maar dat neemt niet weg dat het voor mij wat gek aanvoelde om zo weinig te weten.
Als politicus moet je tegen een stootje kunnen. Toch ben ik er flink van geschrokken toen ik, tijdens de campagne, in de trein door een paar jonge kerels bedreigd werd. Dat was heel bizar. Eerst hadden we een leuk gesprek over muziek, maar toen ik vertelde dat ik kandidaat-Kamerlid voor GroenLinks was, werd de sfeer opeens anders. Toen was ik een „GroenLinks-hoer”, lieten ze merken dat ze met de PVV sympathiseerden en belden ze –fake, maar dat het nep was wist ik niet zeker– met makkers die mij in Nijmegen zouden opwachten en mij een lesje zouden leren. Pas toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik zat te trillen.
Het allergekste was nog –toen ik over dit incident een blogje had geschreven– de vloed aan reacties die dáár weer op kwam. Onvoorstelbaar! Niet alleen op websites als GeenStijl, maar ook op sites van het AD, de Gelderlander, enzovoort. Dat mensen mij gingen opzoeken op Facebook om de meest smerige berichten te sturen en dan nóg een keer een potje te gaan schelden. Daar heb ik m’n ogen wel bij uitgewreven.”
DILEMMA’S
Beschaafd of rebels?
„Veel GroenLinksers hebben dat allebei in zich. Dat geldt ook voor mij. Maar als ik moet kiezen, kies ik voor rebels. Zo zie ik mezelf ook het liefst. Toen ik in het bestuur van de Landelijke Studentenvakbond zat, heb ik aan heel wat acties meegedaan. Ja, ook acties die niet mogen. Bezettingen bijvoorbeeld. Dat is best een drastisch middel. Maar als studentenorganisatie heb je gewoon niet dezelfde positie als de minister van Onderwijs. Soms moet je dan, om gehoord te worden, wel een wilde actie verzinnen.”
PvdA of SP?
„SP! Van die partij ben ik aanvankelijk ook lid geweest. Nee, de PvdA is niet mijn partij. Op de sociaaldemocraten ben ik met name in de vorige regeerperiode erg afgeknapt omdat ze mee hebben geholpen om heel rechts beleid uit te voeren. Wat ik bij de SP mis en bij GroenLinks juist vindt, is de bereidheid om mee te denken over hoe het dan wél moet.”
Een hardrockfestival bezoeken of een voetbalwedstrijd spelen?
„Oef, da’s een lastige. Ik ben dol op festivals en metalmuziek. Die bezoek ik ook heel vaak. Nee, ik loop daar niet te headbangen. Met een biertje in m’n hand met vrienden praten en naar muziek luisteren, dat is mijn manier om van zo’n festival te genieten.
Mensen begrijpen die muziekvoorkeur van mij niet altijd. Maar ik houd nu eenmaal van dat heel bombastische. Het kan mij niet groots en meeslepend genoeg zijn. En ja, de teksten van metalmuziek gaan vaak over dood, duivel en verderf. Ik heb daar ook lang mee geworsteld. De muziek vond ik prachtig, maar de teksten zou ik –bij wijze van spreken– niet graag voor mijn moeder vertalen. Toch heb ik dat punt op een gegeven moment van me afgezet. Ik kan het ook niet oplossen; ik vind het mooi en dat blijft zo.
Maar terug naar het dilemma. Als ik zou moeten kiezen, kies ik toch voor voetballen. Dat heb ik altijd heel graag gedaan. Toen ik tien was, ben ik, zodra het mocht van mijn ouders, op die sport gegaan. Tegenwoordig voetbal ik op een lager niveau dan vroeger, namelijk in de vierde klasse bij Quick 1888; ik vind het nog steeds superleuk. In het seizoen neem ik elke dinsdag en donderdag mijn voetbaltas mee naar Den Haag, zodat ik ‘s avonds als het even kan direct uit de trein door kan naar de training. Al mis ik de trainingen nu ook vaak, vanwege het Kamerwerk.
In mijn voetbalteam zitten mensen van allerlei slag en opleiding. Pas vroeg een teamlid mij: „Lisa, klopt het dat als vluchtelingen naar Nederland komen ze een huis, een auto en een mobiele telefoon krijgen?” Ik keek haar bevreemd aan. Maar ze meende haar vraag oprecht. Er zijn dus echt mensen die denken dat zulke verhalen waar zijn. Zo bezien is het dan wel weer logisch dat er veel weerstand is tegen de komst van asielzoekers. Mij zette die vraag in elk geval weer even met beide benen op de grond.”
zomerserie Nieuw in de Kamer
Dit is het vierde deel in een vijfdelige serie over nieuwe, dit jaar aangetreden Kamerleden. Wat is hun achtergrond? Wat verbaast hen in het parlement? Volgende week deel 5: een vraaggesprek met DENK-Kamerlid Azarkan.
Elisabeth Marij Westerveld
Geboorteplaats en -datum: Aalten, 16 november 1981. Groeide op in het nabijgelegen dorp Lintelo.
Opleiding: vwo (Christelijk College. Schaersvoorde), studie filosofie aan Radboud Universiteit (afgestudeerd op politieke filosofie van Karl Popper).
Loopbaan: voorzitter Landelijke Studentenvakbond (2007-2009), woordvoerder Algemene Onderwijsbond (2011-2017), lid gemeenteraad Nijmegen (2014-2017), voorzitter Commissie Democratisering & Decentralisatie, Universiteit van Amsterdam (2015-2017).
Portefeuille: primair onderwijs en voortgezet onderwijs, jeugdzorg en kinderopvang, sportbeleid.
Woonplaats: Nijmegen
Burgerlijke staat: ongehuwd.
Bijzonderheden: voetbalt sinds haar tiende, bezoekt regelmatig heavy metalconcerten en drinkt graag donker bier. Ze is vegetariër en eet vaak veganistisch.
Socialemedia-accounts: Twitter: @Lisawesterveld; Facebook: lisa.westerveld.