Buiten de zwerm persmuskieten, een aantal flamingo’s en warawara’s - een valkachtige vogel - en een geit kreeg prinses Beatrix vrijdagmorgen bij haar uitstapje naar het Washington Slagbaai Nationaal Park op Bonaire niet veel ‘wild life’ te zien. Maar de woeste natuur van het oudste park van de voormalige Nederlandse Antillen was niettemin betoverend.
Beatrix, die als beschermvrouw van de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) al jaren op de bres staat voor het natuurbehoud op de zes Caribische eilanden van het koninkrijk, kreeg een uitgebreide rondrit door het park dat bijna één vijfde van Bonaire beslaat. Een bioloog gaf steeds uitleg op plekken met klinkende namen als Playa Chikitu en Boka Kokolishi. Op het strand van Chikitu nesten schildpadden, maar de dieren lieten zich tijdens de koninklijke visite niet zien.
Bij de ingang bekeek Beatrix een oude aloë oven, die vroeger toe behoorde aan de Slagbaai plantage die onderdeel is van het park. De geneeskundige kracht van de plant kende ze, zo vertelde de prinses. Na haar knieoperaties vele jaren geleden had ze zelf aloë vera bladeren gesneden en het sap gebruikt voor de wonden.
De excursie vormde het hoogtepunt van het driedaagse bezoek van Beatrix aan Bonaire. Ze maakt de reis namelijk op uitnodiging van de stichting die op het eiland de parken beheert. Naast gesprekken met parkwachters, bestuurders en vrijwilligers en het bijwonen van een beladen symposium over het ontbreken van de balans tussen economie en natuur, was het bezoek aan Washington Slagbaai het belangrijkste programmapunt.
Het park op de noordpunt van het eiland viert volgend jaar zijn vijftig jarig bestaan. Dat wordt op gepaste wijze gevierd, maar tevens wordt er nagedacht over het genereren van meer inkomsten én het beheersen van het aantal bezoekers om het evenwicht in het natuurgebied met zijn soms meer dan driehonderd jaar oude gigantische cactussen niet te verstoren.