De echte tik moet nog komen in de haven van Rotterdam
De scheepvaartvolumes waren de voorbije week bovengemiddeld. De Rotterdamse haven draait nog steeds op vrijwel volle toeren, maar de verwachting is dat de motor de komende tijd gaat sputteren. „De mate waarin is afhankelijk van de vraag hoelang dit gaat duren.”
Ligt Schiphol vrijwel stil, topman van het Havenbedrijf Rotterdam Allard Castelein verklaarde vorige week in een videoboodschap trots dat de haven en de industrie eromheen gewoon doorgaan. Ondanks alle maatregelen vanwege het coranavirus. „Het is vanzelfsprekend dat de scheepvaartafhandeling door de overheid is benoemd als een proces van vitale betekenis, voor zowel voor Nederland als voor consumenten en producenten in het Europese achterland. Verladers, rederijen, maakindustrie, de consument, iedereen rekent op Rotterdam.”
Toch pakken zich donkere wolken samen boven de haven, die altijd samen met Schiphol wel werd gerekend tot belangrijke motoren van de Nederlandse economie. Er zijn al bedrijven die er informeel bij het Havenbedrijf op hebben aangedrongen om de mogelijkheid van een tijdelijke tariefverlaging te bezien. Onder hen zijn logistieke en spoorgerelateerde ondernemingen die vrezen dat de crisis ernstige gevolgen gaat krijgen voor hun activiteiten en de goederenoverslag.
Tijdens de financiële crisis in 2008 kelderden de overslagvolumes in de Europese havens met tientallen procenten. De haven van Rotterdam liep minder schade op doordat er voor bepaalde sectoren onder meer forse kortingen op het havengeld werden toegepast.
Maatwerk
Zover wil het Havenbedrijf op dit moment nog niet gaan. „Overheden nemen het voortouw bij ondersteunende maatregelen en zo hoort het ook”, zegt woordvoerder Leon Willemse. „Voor individuele bedrijven die gebruik maken van de financiële ondersteuning van de overheid willen we maatwerkoplossingen bieden. Dit zal van geval tot geval worden bekeken.”
De overslagvolumes bleven in de eerste maanden van dit jaar al aanzienlijk achter ten opzichte van de eerdere prognoses. Dit was vooral het gevolg van het coronavirus in China. „Veel goederen komen uit dat land. Daar lag de economie maandenlang vrijwel stil.”
De terugval viel evenwel samen met de periode waarin in dat land nieuwjaar werd gevierd. „Dan zijn de activiteiten enige tijd altijd wat minder”, aldus Rob Bagchus van ECT, Europa’s grootste overslagbedrijf voor containers. „Meestal trekt het daarna snel weer aan, maar nu zien we een duidelijke afname.” Hij verwacht dat de wereldwijde ontwrichting van de economie vooral gevolgen zal hebben als de beperkende maatregelen langere tijd gaan duren. „Dan ontstaat er pas echt vraaguitval.”
Onvoorspelbaar
Arie Kluit is directeur van Ebele, een Rotterdams bedrijf dat technische artikelen als lagers en afdichtingen levert aan rederijen. „Ik merk nog niets van de crisis. Alleen leveranciers die te maken hebben met Chinese bedrijven, hebben het wat lastiger. Maar in de jaren 2008 en 2009 duurde het ook een half jaar voordat in de haven de knop omging.”
Zijn bedrijf heeft er minder last van. „We zijn in dat opzicht een beetje anticyclisch. Er ontstaat ruimte voor uitgesteld onderhoud.” Hoe de coronacrisis zich zal ontwikkelen, blijft de vraag. „Ik denk dat de echte tik nog moet komen. Dit is een bijzondere situatie, veel zal afhangen van de duur van de crisis. Dat is dus vreselijk onvoorspelbaar. Bij een langere periode in combinatie met een lage olieprijs kan het betekenen dat investeringen worden uitgesteld. Alles is met elkaar verweven. Als de autofabrikanten in Duitsland nu mensen ontslaan, heeft dat straks gevolgen voor de vraag naar erts.”