OESO-contactpunt bekijkt klacht over palmoliefinanciering ING
Een klacht van milieuorganisaties over financieringen van ING in de palmoliesector wordt in behandeling genomen door het Nationaal Contactpunt OESO-richtlijnen (NCP). Dat is een instelling die kijkt of bedrijven zich houden aan de richtlijnen van de OESO, de organisatie van westerse industrielanden, over maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Palmolie is de grondstof voor een reeks producten, van koekjes tot shampoo. Bedrijven in de sector zijn al jaren erg omstreden vanwege praktijken als landroof, mensenrechtenschendingen en de kap van regenwoud. Dat de klacht in behandeling wordt genomen, betekent niet dat ING schuldig is bevonden of ergens van wordt verdacht. Het OESO-contactpunt geeft hiermee alleen aan te zullen bemiddelen tussen de partijen. Naar verwachting duurt het ruim een jaar voor de instantie kan zeggen wat dit proces heeft opgeleverd.
Volgens Milieudefensie, dat een van de klagende partijen is, gaat het hier om een unieke klacht omdat een financiële partij voor het eerst wordt verweten dat het zélf bijdraagt aan de misstanden in de palmoliesector. „We wijzen ING al decennia op concrete misstanden bij palmoliebedrijven waarin ze investeren. Ondertussen verandert daar niets en blijft ING geld steken in deze bedrijven. Dan word je op een gegeven moment medeplichtig”, stelt een woordvoerder van Milieudefensie.
ING laat weten open te staan voor een dialoog met de milieuorganisaties. De bank stelt slechts financieringen te hebben verstrekt aan kleine groep palmoliebedrijven, die ook uitgebreid worden onderzocht op milieu- en sociaal gebied. ING geeft er naar eigen zeggen de voorkeur aan om zelf met klanten in de palmoliesector in gesprek te gaan zodat zij, waar nodig, tot verbeteringen kunnen komen.