De herverkiezing van president Poetin zondag zal in Rusland weinig veranderen. Maar de kloof met het Westen zal wel groter worden. Want Moskou speelt momenteel geen samenbindende rol in de wereld. De kwestie in vier vragen en antwoorden.
Wie gaat de verkiezingen winnen?
Poetin natuurlijk. Niemand rekent met een andere uitslag. Andere kandidaten krijgen zo weinig steun dat het lijkt dat ze alleen meedoen om de verkiezingen zo echt mogelijk te laten lijken.
Het Westen komt tot de ontdekking dat Rusland op zijn minst een heel andere democratie heeft. Poetin heeft weleens gezegd dat de „democratie die ons in de jaren negentig werd voorgeschreven” evenmin werkt als het marxisme. „Rusland moet zijn eigen vorm vinden”, zo haalt de Duitse journalist Hubert Seipel de president aan in het boek ”Poetin. De binnenkant van de macht”.
Wat die Russische vorm is, moeten we nog afwachten. Maar het wordt in elk geval geen liberale westerse democratie.
Momenteel lijkt Rusland erg op een autocratie. Met een sterke leider die moeilijk kan omgaan met oppositie, maar wel zorgt voor stabiliteit en veiligheid.
Het tegenwerken van de oppositie is in een autocratie niet zozeer de taak van een (regerings)partij, maar van de staat. En daar worden alle overheidsdiensten bij ingezet, inclusief leger, politie en belastingdienst. Zo is Alexej Navalni uitgeschakeld, vanwege een vergezochte veroordeling van corruptie. Blijkbaar ervoer de staat (lees: Poetin) hem als een bedreiging.
Voor het humane gemoed van mensen in West-Europese komt het Russische optreden ontzettend grof over. De moordaanslag vorige week op een Russische oud-spion in Groot-Brittannië spreekt boekdelen (ook al is niet duidelijk of de opdracht hiervoor direct uit het Kremlin kwam). Poetin wordt inmiddels verbonden met een hele reeks brute moorden op critici. Kenmerk is dat niemand er ooit een vinger achter krijgt. Dit geheimzinnige maakt het onderlinge wantrouwen tussen Rusland en het Westen natuurlijk alleen maar groter.
Hoe is de relatie tussen het Westen en Rusland?
Hebt u even? De barometer staat onveranderd op zwaar weer. Momenteel zijn in Londen 23 Russische diplomaten bezig hun koffers te pakken, en evenveel Britse functionarissen doen hetzelfde in Moskou. Beide landen willen elkaar formeel vernederen. En ”vernedering” is al meer dan 25 jaar het kernwoord als het aan Rusland ligt.
De rode lijn is dat Rusland het gevoel heeft altijd door het Westen te worden bedrogen. Dat begon al in 1990, toen de Amerikaanse en Duitse regeringen aan Sovjetleider Gorbatsjov beloofden dat de NAVO niet naar het oosten zou uitbreiden. Maar wat gebeurde? Veel landen van het voormalige Warschaupact sloten zich aan bij de NAVO. Daardoor voelt Rusland zich omsingeld.
Is die belofte trouwens ooit gedaan? Nee, zegt de NAVO. En inderdaad, in de verdragen is die niet terug te vinden. Toch komen uit archieven steeds meer gegevens naar boven die erop wijzen dat de Russen best gelijk kunnen hebben. Diverse betrokkenen, zoals de Duitser minister Genscher, hebben de indruk gewekt dat de NAVO geen behoefte had aan uitbreiding. Jawel, zegt de NAVO, maar als soevereine landen als Polen en Hongarije op de deur kloppen, dan kunnen wij toch niet weigeren?
Dit is tekenend voor de manier waarop Rusland en het Westen discussiëren. De zaak is nooit helemaal zwart-wit. Er is altijd iets schimmigs in, net als rond die moorden. Het voedt de samenzweringen, waarvan Russen trouwens wel houden.
Maar bij die NAVO-discussie is het niet gebleven. Het oud zeer heeft zich door de jaren alleen maar opgehoopt. Rusland begreep dat het Servische broedervolk de regio Kosovo niet wilde verliezen. Wat deed het Westen? Toen de VN-Veiligheidsraad aan het eind van de Joegoslavische oorlog militair ingrijpen in Servië blokkeerde, zocht het Westen in 1999 naar een ‘alternatieve goedkeuring’ binnen de NAVO en begon te bombarderen. Vanuit internationaal recht gezien nog altijd een aanfluiting.
Wie Russen vraagt naar de wettigheid van de annexatie van (of de hereniging met) de Krim, krijgt daarom vaak de wedervraag: waarom kan Kosovo wel beslissen over zijn toekomst, en de Krim niet?
Tijdens de Koude Oorlog werd met het Kremlin rekening gehouden. Maar na de ineenstorting van de Sovjet-Unie wordt de Rus genegeerd, en helemaal door het Witte Huis. Russen haten Amerikanen, die zij als arrogant ervaren.
President Obama wilde in 2009 met een schone lei beginnen en een ”reset” organiseren. Maar toen bleek dat internationale betrekkingen geen computer zijn waarvan je het geheugen leeg kunt maken. Die reset was trouwens voorbij zodra Obama Rusland een „regionale macht” noemde.
Poetin heeft Obama acht jaar lang vanuit een diep wantrouwen bejegend. Hij heeft hem zelfs een keer een halfuur laten wachten. Dat overkomt een Amerikaanse president vermoedelijk bij andere collega’s nooit.
Moskou heeft in de VN-Veiligheidsraad altijd het gevoel dat het bij de Amerikanen op de bagagedrager mag springen, maar dat Washington de koers bepaalt. En de richting jaagt de Russen vaak schrik aan. Bekend is dat de dood van Saddam Hussein in 2006 diepe indruk op Poetin heeft gemaakt: dit gebeurt er als de Amerikanen binnenvallen.
Later werd de Libische leider Muammar Gaddafi op straat gelyncht. Dat volgde op de westerse interventie, die vrij baan maakte voor de rebellen. Poetin heeft het zichzelf nooit vergeven dat Rusland zich bij de stemming hierover in de VN-Veiligheidsraad afzijdig had gehouden.
Dit heeft de Russische president vastbesloten gemaakt: deze zogenaamde Amerikaanse kruistocht voor de vrijheid in de wereld eindigt steevast in chaos en bloed. Daarom heeft Rusland binnen VN-verband altijd de pogingen tot regimewisseling in Syrië tegengewerkt. Poetin zag al een dode Assad voor zich.
Ook een westers raketschild in Oost-Europa (om Iran in te tomen) werkte op Poetins zenuwen. De Duitse journalist Seipel vertelt in zijn boek hoe hij dit vergelijkt met de Sovjetraketten in Cuba, die leidden tot de Cubacrisis. Wat de Amerikaanse president Kennedy in 1962 niet accepteerde, hoef ik nog steeds niet te pikken, vindt de Russische president.
Poetin komt enigszins ongenaakbaar over, maar hij heeft heus wel door met welk wantrouwen anderen hem benaderen. De uitspraak van de inmiddels afgetreden minister van Buitenlandse Zaken Zijlstra illustreert dit wantrouwen bij uitstek. Die had zogenaamd gehoord over ”Groot-Rusland” (trouwens een woord dat Russen nooit gebruiken), en meende direct dat dit een politiek programma inhield. Vanuit zijn achterdocht onwaarde Zijlstra in dit romantische verleden direct een bedreiging voor de toekomst, waarop de Nederlandse defensiebegroting moest worden aangepast.
De Russische politicoloog prof. Vladimir Azarov van de Russian New University in Moskou verwoordt het zo: „In de wereld heb je roofdieren en graseters. Amerika is het roofdier, dat zich overal op de wereld agressief gedraagt. Wij Russen zijn de graseters.”
Hoe kijkt Rusland naar buurland Oekraïne?
Oekraïne hoort (op zijn minst grotendeels) bij de ”Roesski Mir”. Dat is de Russische cultuurgemeenschap waarbinnen dezelfde taal en (orthodoxe) godsdienst overheersen, en waarvoor Moskou zich op de een of andere manier verantwoordelijk voelt. Voor Russen is het nog altijd moeilijk om Oekraïners geluk te wensen met hun zelfstandigheid.
Toch is Oekraïne nooit losgeraakt van het moederland. Net als in andere voormalige Sovjetrepublieken wonen er in Oekraïne immers altijd nog miljoenen Russen (bezien vanuit taal en religie).
Op deze situatie doelde Poetin toen hij het ineenstorten van de Sovjet-Unie ooit omschreef als „de grootste geopolitieke ramp van de geschiedenis.” Achterdochtige luisteraars in het Westen hebben dit geïnterpreteerd als heimwee naar de dictatuur. Maar Poetin bedoelde eenvoudig de chaos die door de nieuwe grenzen is geschapen. Miljoenen mensen die niet beter wisten dan dat ze als Rus geboren waren, werden ineens wakker als Oekraïner of als Let.
Op grond van deze ‘Russische diaspora’ meent het Kremlin „legitieme belangen” in buurlanden te hebben. Het Westen heeft deze belangen altijd ontkend. Tijdens de onderhandelingen over een vrijhandelszone met Oekraïne heeft de Europese Unie de formele benadering gekozen door Oekraïne volledig los van Rusland te behandelen. Dat heeft veel kwaad bloed gezet. „Het is niet heel moeilijk om in te zien dat onze verhouding met Oekraïne heel anders is dan die van Brussel met Canada”, zo tekent Seipel op uit de mond van Poetin.
Al jaren ging er veel westers ontwikkelingsgeld naar Oekraïne. Dit vloeide onder meer naar maatschappelijke organisaties (ngo’s) die het volk opzetten tegen president Janoekovitsj, en af en toe de mensen massaal naar de hoofdstad Kiev riepen.
Westerse media presenteerden dit als een strijd tegen de onderdrukking, en ze daarin werden door hun eigen politici ondersteund. De leider van de liberalen in het Europees Parlement, Guy Verhofstadt, sprak in februari 2014 de demonstranten op het Maidanplein in Kiev moed in, samen met het Nederlandse VVD-parlementslid Hans van Baalen. Zij werden daar niet als individuele parlementsleden gezien, maar als vertegenwoordigers van de EU.
Poetin heeft vanuit het Kremlin toegekeken hoe het in Kiev verliep. Hij zag hierin hetzelfde patroon als rond Saddam Hussein en Muammar Gaddafi: het Westen was bezig met het organiseren van een regimewisseling in Kiev, waarbij de democratisch gekozen president Janoekovitsj moest verdwijnen. Russen spreken daarom van de „staatsgreep” in Oekraïne.
Het Kremlin begrijpt trouwens totaal niets van de beschuldigingen dat Rusland zich bemoeit met de verkiezingen in Amerika en zelfs in Nederland. Poetin heeft het gevoel dat het Westen in de voormalige Sovjetlanden niet anders doet. Alle ophef hierover ziet hij als zuivere hypocrisie.
Uit deze ontwikkelingen trok het Kremlin twee conclusies. Vroeg of laat zouden de „radicalen” ook de Russisch gedomineerde regio’s als de Krim bereiken. Uit „voorzorg” en „ter bescherming” werd dit vervolgens bezet en bij het moederland ingelijfd.
De tweede conclusie is deze: het Westen mag nooit de kans krijgen zo’n soortgelijke omwenteling in Rusland te organiseren. Om die reden is het Kremlin allergisch geworden voor ngo’s die geld vanuit het Westen ontvangen.
In Oost-Oekraïne kwam de plaatselijke bevolking in opstand, gesteund door vrijwilligers vanuit Rusland. De betrokkenheid van het Kremlin bij deze chaos is nooit helemaal duidelijk geworden. Maar als Poetin zou willen dat de wapens zwijgen, zou dat vermoedelijk wel gebeuren.
In Nederland weten we waar dit op is uitgelopen. In juli 2014 zagen enkele separatisten de passagiersvlucht MH17 aan voor een vrachtvliegtuig en schoten dat toestel met 298 inzittenden uit de lucht. Nederland vraagt om uitlevering van verdachten, maar daar werkt Rusland niet aan mee.
De Russische regering zegt ook te staan voor traditionele waarden. Wat bedoelt ze daarmee?
De mislukte zoektocht naar de ”nieuwe mens” onder het communisme heeft bij de Rus een herwaardering gegeven voor alles wat ”traditioneel” heet. Heel belangrijk daarin is natuurlijk de Russisch-Orthodoxe Kerk. „Zonder de verbinding tussen historische en religieuze ervaringen hebben we in Rusland geen nationale identiteit”, zegt Poetin volgens Seipel. „De eenheid van de kerk helpt ons hierbij.”
Minstens zo belangrijk is het gezin van vader, moeder en kinderen. De economische gelijkstelling van man en vrouw op de arbeidsmarkt in de Sovjet-Unie was een belemmering voor de gezinsvorming. Veel ouders hadden slechts één kind. Abortus was een redelijk alledaagse maatregel.
Na de val van het communisme drong het besef door dat de Russische bevolking hard aan het krimpen was. President Poetin zette het beleid in om grotere gezinnen te faciliteren: het (huis)moederschap wordt fiscaal aangemoedigd en gezinnen van drie of meer kinderen krijgen gratis openbaar vervoer en andere voordelen. Het kostwinnersmodel keerde weer terug, in dezelfde periode als waarin dat uit Nederland verdween.
Op de achtergrond speelt daarbij iets anders mee. Rusland heeft in 1917 zijn eigen revolutie gehad en probeert die weer te vergeten. Maar de seksuele revolutie van de jaren zestig is aan het land voorbijgegaan. Niet dat er in Rusland geen onzedelijkheid voorkomt, maar het blijft er wel gewoon ontucht heten.
Homoseksualiteit is in Rusland niet verboden, maar wordt wel verbannen naar de rand van de samenleving. In de publieke orde blijft het huwelijk van man en vrouw leidend. Omdat het Westen er bij Rusland op aandrong om alle seksuele voorkeuren gelijk te stellen, verbood het Kremlin in 2013 „propaganda voor niet-traditionele seksuele oriëntaties.”
Dit verbod op deze propaganda valt misschien het best te vergelijken met het verbod op tabaksreclame in West-Europa. Niet dat het roken zelf verboden is, maar de overheid geeft het signaal: liever niet, en zeker niet als er kinderen bij zijn.
„Homoseksualiteit is privé”, zegt prof. Azarov. „Je wordt er niet voor vervolgd. Maar het is niet netjes erover te praten. Je vertelt het je baas immers ook niet als je vreemdgaat.”
In het Westen ligt deze kwestie erg gevoelig. Juist na de val van het communisme is homoseksualiteit een zaak van (onveranderbare) identiteit geworden. In Rusland (en Oost-Europa) wordt het echter beschouwd als gedrag, dat op zijn best wordt gedoogd.
Tegenover Seipel uitte Poetin zijn verbazing over het homohuwelijk. „Ik heb niks tegen homo’s.” Maar hij zag voor de staat geen reden om zich met hen bezig te houden. „Homoseksuelen krijgen geen kinderen. Het is niet de taak van de staat om seksuele voorkeuren te subsidiëren. En het is ook niet zijn taak om een dergelijke opvatting middels het buitenlandbeleid aan andere landen op te leggen.”
Dat laatste doen Europa en Amerika. Volgens een citaat dat wordt aangehaald in ”De nieuwe tsaar” van de Amerikaanse journalist Steven Lee Myers ontkennen westerse regeringen volgens Poetin alle morele beginselen. „Zij voeren beleid uit dat grote gezinnen gelijkstelt aan gelijkgeslachtelijke relaties, en geloof in God met het geloof in satan.” Volgens hem loopt dat uit op een „diepe demografische en morele crisis.” Hij vindt het daarbij ook „antidemocratisch” om „abstracte, gereconstrueerde ideeën” in wetten om te zetten die als doel hebben de samenleving te veranderen.
Deze citaten van Poetin wekken de indruk dat hij een typisch conservatieve mens- en staatsvisie heeft. De overheid moet de mens nemen zoals die is, en niet willen vormen zoals die zou moeten zijn. De staat is verder niet bedoeld om de (seksuele of religieuze) minderheden een goed leven te garanderen, bijvoorbeeld door te regelen dat een homopaar een kind kan adopteren. Of door ervoor te zorgen dat een klein kerkje dezelfde rechten heeft als de grote Russisch-Orthodoxe Kerk. Wie Rus wil zijn, moet zich voegen naar het volk, en niet te veel wensen hebben.
Dit is het slot van een reeks artikelen over de Russische presidentsverkiezingen komende zondag.