Buitenland
Elk land gaat anders om met vuurwerk

Vuurwerkregels verschillen sterk per land. In Duitsland liggen de rotjes het hele jaar in de supermarkt. In Noord-Ierland kan vuurwerkbezit zomaar celstraf opleveren.

4 December 2019 20:02Gewijzigd op 16 November 2020 17:40
Illustratie RD, Jos Ansink
Illustratie RD, Jos Ansink

In sommige plaatsen in Nederland lijkt het tijdens oud en nieuw wel oorlog. Buitenlanders die de jaarwisseling in Nederland doorbrengen, schrikken soms van het vele vuurwerk dat op straat wordt afgestoken. Hoewel er meer landen zijn waar er rond oud en nieuw lustig op los wordt geknald, lijkt de Nederlandse vuurwerktraditie rond de jaarwisseling allesbehalve representatief voor hoe er buiten de landsgrenzen mee wordt omgegaan.

In de Europese Unie is sinds enkele jaren een vuurwerkrichtlijn van kracht. Maar lidstaten interpreteren die richtlijn heel verschillend. Terwijl Estland specifiek knalvuurwerk heeft verboden, kun je in landen als Polen en Tsjechië zwaar vuurwerk nog gewoon in de winkel kopen. Menig smokkelaar weet de weg naar die landen te vinden. Landen hanteren ook verschillende regels als het gaat om wie vuurwerk mag kopen en wanneer het verkocht mag worden.

Enkele landen kennen een totaalverbod op consumentenvuurwerk: Cyprus, Griekenland, (Noord-)Ierland en Roemenië. In Noord-Ierland werd vuurwerk aan banden gelegd tijdens de hoogtijdagen van het conflict tussen katholieken en protestanten. Want het geluid van vuurwerk kon worden verward met het geluid van bommen of geweervuur. Ook vreesden de autoriteiten dat kwaadwillenden het explosieve materiaal zouden gebruiken om er wapens of bommen van te maken. In 1996 werd het verbod opgeheven, maar in 2002 weer ingevoerd. Wie het aan zijn laars lapt en wordt gesnapt, hangt in het extreemste geval drie maanden celstraf boven het hoofd.

Duitser koopt graag in Polen

Vuurwerk ligt in Duitsland gewoon in de supermarkt naast de aardappels en de uien, in plaats van diep weggestopt in een speciale veiligheidsbunker. Daardoor is het goedkoper, en dat spreekt Nederlanders wel aan. Met duizenden tegelijk steken ze ieder jaar de grens over voor het Duitse knalgoed.

Waar de verkoopregels in Nederland flink zijn aangescherpt na de vuurwerkramp in Enschede, is dit in Duitsland niet gebeurd. Dit is een belangrijke reden waarom de prijzen lager liggen.

Het is voor Nederlanders verboden om vuurwerk in Duitsland te kopen en dit in eigen land in te voeren. Maar zolang het niet de spuigaten uitloopt, knijpen agenten in beide landen een oogje dicht. De politie grijpt wel in wanneer iemand meer dan 25 kilo vervoert, waarmee de auto verandert in een kleine bom.

Net als in Nederland is het afsteken van vuurwerk rond oud en nieuw een belangrijke traditie in Duitsland. Toch zijn de Nederlanders een stuk fanatieker. De omzet van de Nederlandse vuurwerkbranche beslaat ongeveer de helft van wat de Duitsers uitgeven, terwijl ons buurland zo’n beetje vijfmaal groter is.

Waar Duitsers veel Nederlandse vuurwerkklanten op bezoek krijgen, doen zij op hun beurt weer graag inkopen in Polen. De prijzen zijn lager en de regels rond zwaar geschut zijn soepeler. De ”Polen-Böller” zijn berucht. Elk jaar gebeuren er zware ongevallen door.

Duitsland kent al sinds 2009 vuurwerkvrije zones. Rondom ziekenhuizen, kerken en seniorenwoningen is het afsteken van rotjes en pijlen verboden. Nederland voerde die regel in 2014 in.

Om de overlast te beperken, organiseren veel Duitse steden een vuurwerkshow. Maar ook dat staat steeds vaker ter discussie. In het Beierse Erdingen bijvoorbeeld, wordt het vuurwerk dit jaar vervangen door een laser- en dansshow. Het gemeentebestuur vindt vuurwerk te vervuilend en schadelijk voor de stad.

Dezelfde vereniging die in Duitse steden probeert dieselrijverboden af te dwingen (Deutsche Umwelt Hilfe, DUH), is dit jaar begonnen met het aanschrijven van gemeenten met het verzoek vuurwerk geheel te verbieden. Met name het fijnstof en het knalgeluid die met de jaarwisseling vrijkomen, lijken een belangrijk argument voor veel stadsbesturen om hier serieus over na te denken.

Spanjaard knalt met feestdag

Spanje staat bekend als een van de luidruchtigste landen ter wereld. Maar rond oud en nieuw blijft het relatief stil op straat. Massaal geknal van rotjes, bazooka’s of gillende keukenmeiden is ver te zoeken. En wie het luchtruim afspeurt naar vuurpijlen, kan lang blijven turen.

Zes maanden na oud en nieuw, tijdens de zomerzonnewende, barst in Spanje het vuurwerkgeweld los. Vooral aan de mediterrane oost- en zuidkust wordt het midzomerfeest van Sant Joan (of San Juan) gevierd, liefst rond een kampvuur aan het strand. De hoofdingrediënten zijn voedsel, drank en vooral veel vuurwerk.

Het buskruit, waarvan vuurwerk de feestelijke toepassing is, bereikte Zuid-Europa door de Arabieren. Zeven eeuwen van Moorse overheersing op het Iberisch schiereiland drukten een blijvend stempel op de volkscultuur. Het verklaart waarom vuurwerk in Spanje zo’n belangrijke plek inneemt bij traditionele vieringen.

Vaak wordt er gesproken van pyrotechniek. Dat klinkt iets verhevener dan vuurwerk, en dat is ook de bedoeling. Grote evenementen zijn ondenkbaar zonder de pyrotechniek van indrukwekkende vuurkastelen, zoals deze professionele beeld- en geluidscomposities van vuurpijlen en rotjes genoemd worden. Ze worden ontworpen door specialisten en gelden als ware kunstwerken. De pyromusical waarmee de stad Barcelona de jaarlijkse patroonsfeesten van La Merce afsluit, een combinatie van muziek en vuurwerk, is een van de artistieke hoogstandjes in dit genre.

Vuurwerk is ook essentieel bij tal van andere plaatselijke feesten, zoals de Fallas in Valencia en de Patum in de Catalaanse stad Berga. Dit laatste festijn stamt uit de vijftiende eeuw en is door de VN uitgeroepen tot werelderfgoed. Vuurwerkspuwende draken en als duivel verklede jongeren springen en dansen door de straten in een zee van Bengaals vuur, voetzoekers en zevenklappers.

Ongelukken kunnen natuurlijk niet uitblijven. Maar de voorbije jaren is mede onder Europese druk de verkoop van vuurwerk flink aan banden gelegd. Volgens de brandwondenafdeling van het ziekenhuis Vall d’Hebron in Barcelona heeft dat effect gehad. „Vroeger was de nacht van Sant Joan een aaneenrijging van de vreselijkste brandwonden”, klinkt het. „Nu is zowel het aantal als de ernst van de verwondingen fors verminderd.”

Verbod in Vlaanderen, tenzij

De tijd dat Nederlanders naar België reden voor vuurwerk is voorbij. Het is nu eerder omgekeerd: Belgen gaan de grens over om vuurwerk in Nederland te kopen. De regels in België zijn de laatste jaren namelijk strenger geworden. Zwaar siervuurwerk, zoals pijlen die aan elkaar verbonden zijn, zijn er sinds 2017 verboden.

In Vlaanderen geldt sinds april dit jaar bovendien een algeheel vuurwerkverbod. Voor die tijd was vuurwerk toegelaten, tenzij de gemeente het verbiedt. De situatie is nu omgekeerd: het is verboden, tenzij de gemeente er toestemming voor geeft. Overwegingen voor het totaalverbod waren onder meer dierenwelzijn en het milieu.

In de praktijk hebben veel gemeenten ervoor gekozen vuurwerk toe te staan met oud en nieuw, maar met scherpe tijdslimieten, zoals tussen 23.30 en 0.30 uur. In de helft van de gemeenten is er bovendien een vergunning nodig om vuurwerk af te steken. In zo’n 15 procent van de gemeenten geldt een totaalverbod.

Daarnaast zijn er vaak allerlei aanvullende regels van kracht. In Lokeren, tussen Gent en Antwerpen, mag siervuurwerk bijvoorbeeld alleen op privéterrein worden afgestoken. De aanvrager van een vergunning is daarbij verplicht omwonenden te informeren over zijn plannen, zodat ze eventuele voorzorgsmaatregelen kunnen nemen. Bovendien moet hij er bij het afsteken op toezien dat er zich binnen een straal van 100 meter geen dieren bevinden.

In Essen, net over de grens bij Roosendaal, mogen burgers enkel geluidsarm vuurwerk afsteken, gedurende een halfuur.

Veel grote steden organiseren professionele vuurwerkshows op een centraal punt. Zo is er in Brussel vuurwerk op de Grote Markt en in Antwerpen op de Scheldekade. In Wallonië is er onder meer een groot vuurwerkfeest in Luik, waarmee de stad zijn bijnaam ”Cité Ardente”, Vurige Stad, eer aan doet. Het spektakel duurt twaalf minuten.

In Wallonië gelden er in verschillende gemeenten restricties, zoals in delen van Haspengouw, de regio rond Luik. Vuurwerk in het openbaar is daar sinds vorige jaar verboden, ook met oud en nieuw. Op privéterrein mag het wel. Andere Waalse gemeenten kennen een algeheel vuurwerkverbod, behalve voor feestdagen.

Verbod in sommige staten VS

In de Verenigde Staten zijn vuurpijlen en geknal vooral verbonden aan Onafhankelijkheidsdag, jaarlijks op 4 juli. Wie vuurwerk wil afsteken, doet er goed aan de regels te checken. Want die verschillen sterk per staat.

De Amerikaanse ambassade in Den Haag waarschuwt Amerikaanse toeristen die rond oud en nieuw in Nederland op bezoek zijn voor de gevaren van vuurwerk. En dat is niet voor niets. In de Verenigde Staten zijn ze duidelijk minder gewend.

Vooral rond Onafhankelijkheidsdag wordt er vuurwerk afgestoken en ook rond de jaarwisseling gaat er het nodige de lucht in. Veel daarvan gebeurt tijdens vuurwerkshows, die aan strenge regels en vergunningen zijn gebonden.

Maar ook Amerikaanse consumenten kunnen vuurwerk kopen en afsteken, zij het niet overal. De staat Massachusetts verbiedt de verkoop van vuurwerk aan particulieren. In Ohio, Illinois en Vermont valt voor de vuurwerkliefhebber niet veel te beleven, want daar zijn slechts sterretjes en soortgelijk onschuldig vermaak toegestaan.

In de 46 andere Amerikaanse staten mag vuurwerk aan consumenten worden verkocht. Maar de regels lopen per staat uiteen. Evenals de Nederlandse gemeenten kan elke staat afzonderlijk de voorschriften rond vuurwerk bepalen.

Zo moet je in Indiana minimaal 18 zijn om vuurwerk aan te schaffen. Daar mag vuurwerk echter wel weer het hele jaar worden afgestoken, zij het alleen tussen 9 uur ’s morgens en 11 uur ’s avonds. Tijdens Onafhankelijkheidsdag en op oudejaarsavond een paar uurtjes langer.

In Californië gaat vuurwerk ook voor 16-jarigen over de toonbank. Maar daar is de verkoop beperkt tot enkele dagen voor en na Onafhankelijkheidsdag. Veel vuurwerk dat in Nederland legaal is, zoals Romeinse kaarsen en kleine vuurpijlen, is hier taboe.

Wie de regels overtreedt, kan in veel staten rekenen op een boete van minimaal 250 dollar. Zelf knutselen met vuurwerk of illegaal zwaar vuurwerk importeren, valt al snel onder de explosievenwet. En dat kan zomaar een jaar cel opleveren.

In sommige indianenreservaten gelden uitzonderingen op de regels. Wie daar echter vuurwerk koopt en het buiten het indiaanse grondgebied meeneemt, riskeert echter alsnog een boete.

serie Vuurwerk

Dit artikel is de derde aflevering van een vijfdelige serie over vuurwerk. Zaterdag deel 4 en 5 (slot).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Vuurwerk

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer