Waarom mariniers vechten tegen verhuizing naar Vlissingen
De strijd om de verhuizing van de marinierskazerne naar Vlissingen woedt in alle hevigheid. Mariniers verzetten zich met hand en tand tegen de plannen. Niet om Zeeland, maar om hun thuisfront. Zeven vragen, zeven antwoorden.
Wat is er aan de hand?
Toenmalig defensieminister Hans Hillen heeft in 2012 besloten de marinierskazerne te verhuizen naar Vlissingen. De huidige Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn zit knel op 48 hectare, de kazerne in Vlissingen biedt in 2022 met 70 hectare alle ruimte. Het Korps Mariniers, onderdeel van de Koninklijke Marine, krijgt in de stad van Michiel de Ruyter –oprichter van het korps– een gloednieuwe kazerne met een reeks oefenfaciliteiten. Aan het water. Niet onbelangrijk voor zeesoldaten.
Wat is het probleem?
Mariniers zien de verhuizing niet zitten. Het korps keert zich massaal tegen het plan. De eenheid loopt leeg, waardoor er veel kennis en ervaring weglekt. In het eerste kwartaal zijn er 73 mariniers vertrokken, drie keer zo veel als voorgaande jaren. Een verdere leegloop dreigt, juist in een tijd waarin de krijgsmacht kampt met 8220 vacatures, zo werd woensdag bekend.
Mariniers maken zich zorgen over hun thuisfront. Verhuizing naar Vlissingen betekent in veel gevallen lange reistijden, vaker ‘binnenslapen’ of verhuizen. De manschappen, die vele maanden per jaar van huis zijn voor operaties, oefeningen en trainingen, willen op het moment dat ze in Nederland zijn graag bij vrouw en kinderen verblijven.
Zitten mariniers niet te zeuren?
Een stabiel thuisfront is voor een militair van essentieel belang. Verhuizing kan in veel gevallen betekenen dat een sociaal netwerk wegvalt. Kinderoppas door familie en vrienden, om maar eens iets te noemen. Niet onlogisch dat mariniers, die bepaald niet bekendstaan om hun zeurmentaliteit, zich daar zorgen over maken. ‘Vlissingen’ kan de druppel zijn om het korps de rug toe te keren.
Brigadegeneraal der mariniers Jeff Mac Mootry keert zich in felle bewoordingen tegen de verhuizing, vier mariniers spannen een kort geding aan tegen hun overplaatsing, terwijl ruim 200 jonge officieren in een brandbrief een klemmend beroep doen op minister Ank Bijleveld en staatssecretaris Barbara Visser om af te zien van de verhuizing. „De keus tussen korps en gezin is pijnlijk, maar eenvoudig”, stellen de briefschrijvers.
Deze ongebruikelijke stappen voor een militair geven aan hoe hoog de nood bij de mariniers is.
Neemt de politiek de zorgen van de mariniers serieus?
De Tweede Kamer heeft vorige week een hoorzitting georganiseerd om te luisteren naar de bezwaren van de mariniers. GroenLinks keert zich tegen de verhuisplannen, CDA en VVD lijken daar –vooralsnog– aan vast te houden, D66 twijfelt.
VVD-Kamerlid Bosman, afkomstig uit Zeeland, haalde zich recent de grote woede van de mariniers op de hals. Hij beschuldigt hen van „chantage” door hun opstelling. De VVD-defensiewoordvoerder gaat ervan uit dat verhuizing hooguit een tijdelijke dip in het personeelbestand oplevert.
De VVD’er, oud-F-16-piloot, gooide vorige week olie op het vuur met zijn voorstel het Korps Mariniers te verdelen onder Korps Commando Troepen (KCT) en Luchtmobiele Brigade. De vraag is of deze losse flodder recht doet aan de unieke capaciteiten van het korps.
Het Korps Mariniers staat niet alleen dagelijks paraat voor de nationale veiligheid en terreurbestrijding, maar is ook à la minute wereldwijd inzetbaar bij rampen (Sint Maarten) en gewapende conflicten (Uruzgan). Serieuze aandacht van de legertop, maar vooral van de politiek, voor de zorgen van de mariniers is daarom niet overbodig.
Voeren de mariniers geen achterhoedegevecht?
De verhuisplannen bevinden zich in een vergevorderd stadium. De grond in Zeeland is aangekocht, bouwplannen liggen op tafel. De gemeente Utrechtse Heuvelrug, waaronder Doorn valt, werkt aan de bouw van 600 woningen op het kazerneterrein.
Tegelijkertijd zijn er nog geen onomkeerbare stappen gezet. Het bouwcontract voor de Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne is bijvoorbeeld nog niet getekend. Afblazen van de verhuisplannen betekent ongetwijfeld wel dat Defensie een forse schadeclaim aan z’n broek krijgt van de provincie Zeeland en/of een van de drie bouwconsortia.
Zijn er oplossingen?
Achter de schermen vindt er op hoog niveau overleg plaats. Een idee is om de kazerne in Vlissingen ‘paars’ te maken door er verschillende onderdelen van de krijgsmacht te vestigen. Een ander alternatief is de mariniers te verhuizen naar Kamp Zeist.
Ook de zogenaamde businesscase voor vernieuwing en uitbreiding van de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn is nog steeds een optie. Volgens mariniers heeft minister Hillen dit alternatief destijds nooit serieus genomen. Voor de militairen vormt deze echter een goed alternatief. Dinsdag overhandigde een bewonersdelegatie uit Doorn nog 13.000 handtekeningen aan Kamerleden voor behoud van de kazerne in de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Wat nu?
Minister Bijleveld en staatssecretaris Visser zijn aan zet. Bij de presentatie van de nieuwe defensienota, eind maart in Stroe, benadrukten beiden het grote belang van het personeel voor de krijgsmacht, na jaren van sociale onzekerheid en afbraak.
De missie van beide bewindslieden is nu een oplossing te vinden die recht doet aan de eisen van de politiek, de wensen van de mariniers én de geloofwaardigheid van hun eigen personeelsbeleid.