„Urker vissers moeten weglopen voor verleidingen van maffia”
Een aantal Urker vissers lijkt in de tang te zitten van beruchte drugsmisdadigers, bleek deze week. Hoe te voorkomen dat zeelui in criminele kringen verzeild raken?
Duidelijk genoeg is de Nederlands-Pakistaanse misdadiger Mohammed S. als hij eind 2015 via een versleutelde telefoon overleg voert met zijn 37-jarige kompaan, de Marokkaanse crimineel Nouafel F. (Noffel). De twee hebben het over de Urker visser Johannes N., die vastzit op verdenking van cocaïnesmokkel.
N. lijkt onder dwang mee te moeten werken met de criminelen. S. vertelt Noffel dat Johannes N. kennelijk niet weet dat hij een paar granaten op zijn huis kan krijgen als hen niet helpt.
Uit verslagen deze week van de rechtszaak tegen onder anderen Johannes N. rijst het beeld dat de cocaïnemaffia een aantal Urker vissers in de tang heeft. Officier van justitie Plooij zei dinsdag dat Urk een „ondermijningsprobleem” heeft.
Burgemeester Van Maaren van Urk zegt de zorgen van Plooij te delen. „Er blijkt een intense verstrengeling in ons land te zijn tussen de boven- en de onderwereld. Drugscriminaliteit lijkt haast een onlosmakelijk onderdeel van onze samenleving. Het tast onze democratische rechtstaat aan. Dat mogen we niet laten gebeuren.”
Vissers die het –al dan niet onder dwang– op een akkoordje gooien met de drugsmaffia omschrijft Van Maaren als „rotte appels.” „Rotte appels moeten direct uit de fruitschaal worden verwijderd. Dat vindt ook de bevolking en de visserijsector. Een visserman is geboren om te vissen, niet om zich met drugscriminaliteit bezig te houden.”
Ook zeelui uit andere (kust)plaatsen gaan meer dan eens met drugscriminelen in zee. Vorig jaar kreeg Zeeland zelfs een officier van justitie die specifiek aandacht heeft voor drugssmokkel in Zeeuwse havens. Afgelopen week diende in de rechtbank Rotterdam een zaak rond drugssmokkel door vissers uit Den Helder.
Afschrikwekkend
De problemen waarmee Johannes N. kampt, zullen „een afschrikwekkend voorbeeld” zijn voor vele andere vissers. Dat zegt visserijvoorman Pim Visser, directeur van brancheorganisatie VisNed. „De overgrote meerderheid van de vissers, 99 procent, laat zich niet in met drugssmokkel. Het gros wil met vissen zijn brood verdienen en stelt: Verder aan mijn lijf geen polonaise. Of ik te optimistisch ben? Dat weet ik niet. ”
Is het nodig om vissers nadrukkelijker te wijzen op de gevaren van samenwerking met criminelen? „Het moet iedereen duidelijk zijn: Als je een stap zet in de wereld van de drugscriminaliteit kom je er nooit meer uit.”
Vissers moeten resoluut „weglopen” bij aanbiedingen van drugscriminelen. „Draai je om, loop weg. Ga er niet op in als mensen willen dat je verkeerde dingen voor hen doet. Gebruik je gezonde verstand. Als jou een kostbaar Rolexhorloge voor een tientje wordt aangeboden, klopt er iets niet. Dan moet je dat horloge niet kopen.”
Het zou goed zijn als er een (anoniem) meldpunt komt voor vissers in problemen, bepleit burgemeester Demmers van Veldhoven. Ze was van 2009 tot 2013 korpschef van de Zeeuwse politie en later burgemeester van Vlissingen. Demmers is bekend met de problematiek van vissers die onder één hoedje spelen met criminelen. „Juist als het economisch tegenzit, kunnen vissers gevoelig zijn voor aanbiedingen vanuit de onderwereld. Er moet immers brood op de plank komen. Vissers zijn trotse mensen en lossen hun problemen graag zelf op. Maar het is nodig dat ze anderen in vertrouwen nemen over problemen, ook wanneer ze worden benaderd door criminelen. Wanneer vissers in financieel zwaar weer zitten, kan er ook voor bijvoorbeeld banken een taak liggen om die ondernemers erbovenop te helpen.”
Als vissers zakendoen met misdadigers, komen ze in een „fuik terecht”, waarschuwt ze. „Criminelen bedreigen de visser en zijn familie als hij met de politie praat. Toch moet een visser beseffen dat hij beter wél met anderen over bedreigingen kan praten. Hoe ingewikkeld dat ook is. Dan kan de politie juist ook veiligheidsmaatregelen nemen.”