Paard Prinsjesdag op alles voorbereid
Dikke rook, harde knallen en ratelend geluid van mitrailleurvuur. De paarden van Prinsjesdag krijgen het zwaar voor de kiezen tijdens de generale repetitie op het Soldaat van Oranjestrand. Een paard bokt. Onrustig.
Maandag. De branding bruist, de zon breekt door de bewolking. Paarden draven door de lange zandbak voor Scheveningen. Het ere-escorte der cavalerie oefent hier –samen met politie en marechaussee– onder extreme omstandigheden. „We zijn op alles voorbereid”, verklaart ritmeester der huzaren der cavalerie Haike Blaauw.
De ‘gewenningsoefening’ heeft oude wortels. Nadat de kroning van prinses Beatrix in 1980 tot koningin uitliep op ernstige onlusten, heeft Den Haag besloten elk jaar te oefenen. „De paarden waren destijds niet voorbereid op rellen.” Het ere-escorte oefent nu zelfs ter voorbereiding op een spat regen. „Als het op Prinsjesdag begint te regenen, klapperen er ineens 150.000 paraplu’s langs de route open”, legt Blaauw uit, die dinsdag voor de 31e keer meerijdt. „Paarden kunnen daar onrustig van worden.”
Defensie bouwt de strandoefening langzaam op. De paarden rijden langs het opgestelde Fanfarekorps Bereden Wapens. Trompetten zwijgen. Vervolgens strooit het korps voorzichtig de eerste noten over het strand. De paarden spitsen hun oren.
Even later trekt de krijgsmacht alles uit de kast. Scholieren joelen. Gillen! Op commando. Bezoekers klapperen met paraplu’s en zwaaien met vlaggen. Rookbommen walmen, vuurwerk ontploft.
Twee Leopardtanks zouden grommend over het strand moeten komen aanrollen. Pakweg een halfuur ná het eind van de oefening is er nog geen Leopard te zien. „Ze staan vast in de file.” Pijnlijk puntje. De tanks komen uit de mottenballen. „Gebruik van onze Duits-Nederlandse leasebakken op het Soldaat van Oranjestrand is niet zo’n goede combinatie”, reageert Blaauw.
De paarden passeren. Redelijk onverstoorbaar. „Ze doen hier examen voor Prinsjesdag”, legt de ritmeester uit. Defensie laat in totaal 90 paarden opdraven, maar kan uiteindelijk slechts 69 viervoeters kwijt in de koninklijke stoet. De rest is reserve.
Soms vindt een incident plaats langs de route. Acht jaar geleden gooide een toeschouwer een waxinelichthouder naar de gouden koets. „Ik zag het theelicht op een meter afstand van het hoofd van mijn paard langskomen”, vertelt Blaauw. Het ere-escorte oefent niet op waxinelichtgooiers. „Je kunt niet op alles trainen.”
Het publiek joelt, zwaait en klapt. Vier schimmels hebben het zwaar in de stoet. Een paard bokt. Onrustig. De paardenopstelling valt even uiteen. Blaauw is niet onder de indruk. „Als een paard het echt niet naar z’n zin heeft, vlucht-ie vanaf hier naar Den Helder.” Een stap links of rechts is volgens hem geen probleem.
Prinsjesdag vraagt om passende paarden. Kleur, schofthoogte en lengte van de ruiters moeten kloppen. Defensie maakt voor het ritje stallen-paleis-Binnenhof gebruik van vossen, bruinen en friezen. Trompettisten krijgen een schimmel, de paukenist een bont paard.
Viervoeters komen uit alle hoeken en gaten van het land. Omdat krijgsmacht en Koninklijk Huis zelf niet meer over paarden beschikken, doet Defensie een beroep op particulieren. „Mensen vinden het leuk hun paard af te staan.” In ruil krijgen de paardenbezitters een ereplaats langs de route. Op de ‘paardentribune’.
Paardeneigenaren mogen zelf niet meedoen. Ruiters bestaan uit reservisten en beroepsmilitairen. „Bij de cavalerie moet elke ruiter elk paard kunnen berijden”, legt Blaauw uit. „Als een paard sneuvelde in de strijd moest de cavalerist wel op een ander paard verder.”
Soms wipt een opstandig paard z’n ruiter tijdens de oefening uit het zadel. De ruiter treedt dat toe tot het ”empty saddle”-genootschap. „De commandant nodigt hem na afloop uit om voor alle deelnemers uit te leggen waar het mis ging.”