Scholen zouden, evenals openbare bibliotheken, leenrechtvergoedingen moeten betalen, wil het leenrechtstelsel in de toekomst houdbaar blijven.
Dat hebben Stichting Leenrecht en de Auteursbond maandag bepleit in een wetgevingsoverleg van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het leenrechtstelsel in Nederland is gebaseerd op het idee dat auteurs recht hebben op een „billijke vergoeding” voor elk boek dat van hen wordt uitgeleend. Bibliotheken betalen daarom een tarief van ongeveer € 0,13 per uitlening aan Stichting Leenrecht. De stichting is belast met het verdelen van dit geld over auteurs en uitgevers. Hetzelfde systeem geldt voor films, cd’s en tijdschriften, maar voor 90 procent gaat het om boeken.
Stichting Leenrecht constateert dat sinds 2010 de inkomsten uit leenrecht „in hoog tempo” teruglopen. „Boeken worden steeds minder uitgeleend in de openbare bibliotheek en steeds meer uitgeleend door of via de school, die is vrijgesteld van leenrecht”, aldus de stichting. „De vergoeding voor de uitlening valt dus weg, en daarmee een belangrijke pijler onder het inkomen van schrijvers. Het leenrechtbeleid is een instrument ter bevordering van een gevarieerd en actueel aanbod.”
De uitleningen van boeken door openbare bibliotheken zijn gedaald van 173 miljoen naar 65 miljoen in 2016. Stichting Leenrecht doet samen met de Auteursbond een beroep op de Tweede Kamer om deze situatie recht te zetten. Ze vinden dat de vrijstelling van een vergoeding voor uitleningen bij onderwijs moet worden opgeheven en dringen aan op een wetswijziging.