Blokhuis over vaccinatie: God geeft ons de instrumenten
Een open gesprek met ouders die ervoor kiezen hun kinderen niet te laten vaccineren. Dat wil het kabinet. Maandag bezocht CU-staatssecretaris Blokhuis Neder-Betuwe; de gemeente met de laagste vaccinatiegraad.
„Ik krijg hier de ene gewetensvraag na de andere”, lacht Blokhuis in de goedgevulde aula van het Van Lodenstein College in Kesteren. „Dit lijkt wel een overhoring.” Een meter of twintig voor hem leest Door Frankema van Stichting Vaccinvrij hem stevig de les. „U verdedigt het Rijksvaccinatieprogramma dus u gaat ervan uit dat het effectief en veilig is. Kunt u mij exact aangeven op welke wetenschappelijke studies u zich baseert?”
De twee kennen elkaar en met Blokhuis’ verzuchting dat ze het ook op deze NPV-avond niet eens zullen worden, is Frankema het eens. Toch geeft ze nog even tegengas. Voorzitter Pieter Slagboom van de NPV Neder-Betuwe, organisator van de avond, laat haar even begaan en kapt dan af. Er zijn nog meer vragenstellers.
Voor het vragenrondje maken maar liefst vier sprekers een statement over vaccinatie. Behalve Blokhuis zijn het voorzitter Diederik van Dijk van de landelijke NPV, ds. J. Lohuis van de Hervormde Gemeente in Scherpenisse en refohuisarts Teus Dorresteijn uit Ederveen.
Blokhuis licht zijn Actieplan Vaccinatie toe en legt uit waarom hij gesprekken met ouders die het vaccinatie-aanbod van de overheid afwijzen noodzakelijk vindt. In de kern is dat vanwege de groepsimmuniteit. Hij verduidelijkt de term. Baby’s jonger dan 14 maanden worden nog niet ingeënt, sommige andere kinderen ook niet vanwege hun medische situatie. Om hen toch te beschermen tegen infectierisico’s moet minstens 95 procent van hun omgeving zich wel laten vaccineren. Dat percentage wordt in Neder-Betuwe bij lange na niet gehaald.
Blokhuis noemt het zorgelijk. Door ouders die de prik afslaan uit te nodigen voor een gesprek met de huisarts of de jeugdarts van het consultatiebureau hoopt hij het tij te keren. „We moeten als overheid hun vertrouwen zien terug te winnen. Daar gaat het om.” Een vaccinatieplicht is nog niet aan de orde, maar mocht Nederland onverhoopt worden getroffen door een uitbraak dan gaat Blokhuis het debat over het precaire onderwerp met VVD en D66 in de Tweede Kamer niet uit de weg. „Een en ander zou bijvoorbeeld kunnen uitdraaien op een tijdelijke plicht voor bijvoorbeeld het personeel in de zorg”, verduidelijkt hij.
Ds. Lohuis uit vooral zijn zorgen over het geestelijk verval in de kerk. Alles in de samenleving lijkt erop gericht om van het hier en nu een welvaartsstaat te maken; ook het vaccinatieprogramma, verzucht de predikant. Hij vreest dat kerken te makkelijk met de stroom meegaan. Wel vaccineren? Niet vaccineren? Zijn dat, zo verzucht de predikant, niet vooral de vragen van een verwereldlijkt christendom „dat niet meer nadenkt over de komst van de Bruidegom?”
Wat als het kabinet toch besluit een vaccinatieplicht op te leggen? Ds. Lohuis: „Ik ben een Bilderdijkiaan. Dan zou ik buigen onder het gezag van de overheid van dat moment. Misschien wil God zo’n plicht dan gebruiken om ons als kerk op de knieën te krijgen.”
Blokhuis hoort de predikant aandachtig aan, maar plaatst vraagtekens bij diens gebruik van de term welzijnsstaat. Hij noemt het een Bijbelse gedachte dat God de mens instrumenten geeft waarmee hij zijn gezondheid kan bevorderen. De bewindsman verwijst naar het Bijbelboek Deuteronomium waar God het volk Israël gebiedt om hun woning bij de bouw te voorzien van een borstwering. Om een heilstaat te realiseren? Blokhuis: „Nee! Zodat mensen zich beter beschermd weten tegen het hele basale gevaar.”
De predikant reageert met psalm 91; „een vermaan om de Heere niet te wantrouwen, omdat we bang zijn dat ons van alles en nog wat overkomt.”
„Die psalm hebben wij vorig jaar in het ziekenhuis gelezen toen we afscheid moesten nemen van onze dochter”, reageert de staatssecretaris. „Daarna mochten we het overgeven. Aan God.”
De VWS-ambtenaren op de voorste rij pennen ijverig mee tijdens de discussie, maar zodra de ene opponent de ander Bijbelteksten begint voor te houden, werpen ze elkaar vragende blikken toe.
Slagboom geeft inmiddels het woord aan een bezoekster met een ethische vraag: „Klopt het dat de cellijn die vaccinproducenten gebruiken voor de viruskweek afkomstig is van het longweefsel van een geaborteerde foetus?” Blokhuis: „Ik laat dat nagaan en zorg dat de aanwezigen hier via de NPV Neder-Betuwe later schriftelijk over worden geïnformeerd.”
In een gesprek met het Reformatorisch Dagblad uit de staatssecretaris zich na afloop lovend over de SGP in Neder-Betuwe. „Wat ik heel erg waardeer, is dat hier een gemeentebestuur zit dat zegt: Wij vinden dat onze bevolking hun kinderen moet laten vaccineren. Er zitten hier twee SGP-wethouders in het college die zo’n oproep ook volmondig ondersteunen.”
Dat concludeert de bewindsman net iets te snel, verzekert SGP-raadslid Gert van Leeuwen. „De oproep werd gedaan door CDA-wethouder Herma van Dijkhuizen. Maar als één wethouder iets roept, mag daaruit niet de conclusie worden getrokken dat de andere het er volmondig mee eens zijn”, zegt hij met klem.
Desgevraagd doet hij graag uit de doeken hoe de fractie op het vaccinatiedossier opereert. Een half jaar geleden stelde de PvdA een tamelijk vergaande motie voor. „Het college moest vaccinatie maximaal aanmoedigen. Én jongeren erop wijzen dat ze vanaf hun zestiende zelf mogen beslissen, tegen de lijn van hun ouders in.”
Na een constructief beraad, tijdens een schorsing van het debat, werd de motie door toedoen van de SGP grondig verbouwd en uiteindelijk bij de stemmingen raadsbreed ondersteund. Centraal in de definitieve tekst stond uiteindelijk vooral de oproep om de informatievoorziening over vaccinatie naar de burger toe zoveel mogelijk te optimaliseren. „De oproep van het college is van vorige week en vloeit dus niet voort uit de destijds mede door de SGP gesteunde motie”, benadrukt Van Leeuwen. Maar laat helder zijn: „de SGP in Neder-Betuwe wil niet dat de burger rond vaccinatie tot een keus komt op basis van onwetendheid.”
Het debat in het Van Lodenstein werd volgens hem over en weer respectvol gevoerd. Dat vindt ook afdelingsvoorzitter Slagboom. „Ik kan me voorstellen dat sommigen ook na vanavond nog veel vragen hebben. Maar ik ben blij met de manier waarop de avond verliep.”