Nauwlettend houdt sportcoach Mattijs van den Bosch (16) in de gaten hoe ‘zijn’ pupil zich uitslooft. In het knusse fitnesszaaltje naast de gymzaal zijn acht leerlingen uit lagere klassen druk in de weer met kracht- en conditieapparaten.

„Til de stang met gewichten omhoog met je borstspieren”, adviseert Mattijs een van de jongens, die op zijn rug liggend 15 kilo de lucht in drukt. „En houd ’m een beetje recht.” Met twee vingers begeleidt de coach de stang op en neer. „Gaat het nog?” wil de Middelburger weten als de stang begint te bibberen.

De fitnesskennis die de 4-vmbo’er in zijn vrije tijd in de sportschool opdoet, deelt hij op het Calvijn met leerlingen uit lagere klassen. „Ik heb geleerd dat je halters niet boven je hoofd hoeft te tillen als je goed wilt trainen”, vertelt een van de leerlingen. Ieder tussenuur is de eersteklasser in de fitnessruimte te vinden, vertelt hij terwijl hij druk met twee halters in de weer is. Merkt de krachtpatser dat-ie sterker wordt? „Ik heb na ieder tussenuur spierpijn”, lacht hij de vraag weg.

Naomi den Hollander (15) is de tweede coach in de fitnessruimte. De 3-vmbo’er werd gevraagd of ze sportcoach wilde worden omdat ze opviel door haar sportieve prestaties met gym én omdat ze goede cijfers haalt voor de andere vakken. „Als sportcoach kun je plotseling uit een les worden gehaald om leerlingen met een tussenuur te begeleiden. Dan moet je de les wel kunnen missen. Vandaag help ik personen met het instellen van de fitness­toestellen.”

Niet verplicht

Terwijl Naomi en Mattijs hard werken in de fitnessruimte, speelt Myrthe Minderhoud (16) de finale van een potje tafeltennis. Ze wint. Voor de vierde keer op rij. „Ik heb sportieve genen”, vermoedt ze. „Mijn oma klom op haar 55e nog in de touwen.”

„Doen jullie ook nog mee?” roept de sportieve coach naar drie jongens die aan de kant zitten. Een van hen schudt het hoofd. „Jammer hoor”, reageert Myrthe. Hoewel ze teleurgesteld is, verplicht ze niemand om mee te doen. „Dat werkt alleen maar averechts. Als ze maar niet door de school lopen of irritant doen. Ik probeer hen te stimuleren om mee te sporten door uit te stralen: Kom, jongens, we gaan lekker bewegen!”

De reformatorische school in Zeeland had in het verleden overlast van leerlingen die een tussenuur hadden. Zulke leerlingen zijn in het lesuur daarna niet te houden, ervaarden docenten. Door te bewegen kunnen de leerlingen stoom afblazen. Daarnaast willen gymdocenten de leefstijl van de scholieren verbeteren.

„Met twee uurtjes gymmen lukt dat niet”, weet sportcoachcoördinator Gilles Dingemanse (32). „Met onze sportcoaches geven we een belangrijk signaal. Je kunt in een tussenuur bankhangen en op je mobiel kijken, of lekker gaan sporten.”


Dit is deel 1 in een serie over sport en beweging.


Sportieve gymmers

Het Calvijn College telt elf sportcoaches. Deze leerlingen uit hogere groepen zijn één of twee dagen per week in functie. Wanneer klassen een tussenuur hebben, vangen de coaches hen op. In overleg met de leerlingen die een tussenuur hebben, besluiten ze hoe ze hun tijd zullen vullen. Meedoen is niet verplicht.

Sportcoaches zijn sportieve gymmers die ook voor andere vakken goede cijfers hebben. Daarom mogen ze regelmatig lessen missen. Meestal zijn dat er één of twee per dag.

Als de coaches van de dag een toets of belangrijke les hebben, vallen reservecoaches in.

Het Calvijn College telt elf sportcoaches.


Wil jij regelmatig het beste van jongerensite Puntuit (voor jongeren van 12 tot en met 25 jaar) op je smartphone ontvangen? Dat kan nu ook door je aan te melden bij de redactie via WhatsApp. Puntuit voegt je dan toe aan een lijst, waarna je af en toe een link naar een artikel –eentje die je gelezen/gezien moet hebben– krijgt toegestuurd.