Met mijn 21 jaar behoor ik tot die nieuwe generatie. Toch voel ik me soms een eenling, want ik hecht nog veel waarde –misschien wel te veel–aan de ouderwetse manier van doen. Boekverslagen waarvan de randjes zijn gebrand met een aansteker of een handgeschreven gedicht vind ik meer dan geweldig. Aan het einde van de dag fiets ik met twee volle en niet-hippe fietstassen naar huis. Zo voel ik me echt docent.
Toch moet ik eerlijk toegeven dat de eerste ‘vernieuwingen’ mijn les al zijn ingeslopen. Het gebruik van het digibord is bijvoorbeeld niet meer weg te denken. Eveneens heb ik aan het begin van het cursusjaar besloten –nadat ik een jaar lang heb geprobeerd de boekverslagen op papier te krijgen– dat de leerlingen hun werk nu via Magister mogen inleveren.Maar nog altijd laat ik mijn leerlingen nog een handgeschreven gedicht inleveren, aangezien ik niet gelukkig word van een gedicht met lettertype Calibri en grootte 11.
De afgelopen weken waren stiekem best een beetje wennen voor mij, de docent die tot de nieuwe generatie behoort, maar het oude waardeert. Ergens vind ik die vernieuwingen best interessant. Nadat ik het allemaal een tijdje heb geobserveerd en op me heb laten inwerken, ga ik donderdag voor het eerst online lesgeven aan mijn klassen. Daarnaast maak ik op dit moment een filmpje waarin de spelling van onze taal onder de loep genomen wordt.
Ondertussen denk ik nog altijd: Geef mij maar een lokaal, met leerlingen en boeken.