Jammer voor alle stukken: dit jaar is de Stuk van het Jaar-verkiezing ermee gestopt. Die bestaat. Echt. Toen ik de term voorbij zag komen, dacht ik: wanneer is iets een stuk? Wanneer is een stuk stuk genoeg om genomineerd te worden? Kan een stukje kaas ook winnen? Of een stukje genegenheid? En hoe zit het met het vegetarische kipstuckje? Nekt die alternatieve schrijfwijze de kans op een verkiezing?
Het bleek een stuk saaier, ontdekte ik. Archiefmedewerkers bepaalden wat het Stuk van het Jaar werd. Zij kozen een „mooi, interessant en soms ontroerend archiefstuk” dat volgens hen extra aandacht verdiende. Vorig jaar won ”Kattebelletjes uit de Belgische Opstand” – kleine briefjes die een soldaat tijdens de bewuste strijd in 1830 naar zijn leider stuurde. Maar de kattebelletjes krijgen dus geen vervanger. Ze zullen er wel stuk van zijn.
De meeste verkiezingen ontgaan mij volledig. De Boek van het Jaar-verkiezing interesseert me wel, maar daar wint bijna nooit een boek dat ik echt goed vind, of dat christenen met goed fatsoen kunnen lezen.
Alleen de Woord van het Jaar-verkiezing kan me bekoren. Daar zijn er twee van. Eind december zal het Genootschap Onze Taal bekendmaken wat hun woord van 2019 is. Eerder deze week koos Van Dale al. Boomer –een onvriendelijk woord– ging er met de winst vandoor. Totaal onterecht, wat mij betreft. Maar wie ben ik.
Laadpaalklever –iemand die met een elektrische auto onnodig lang bij een laadpaal blijft staan, zodat hij een gratis parkeerplek heeft– was vorig jaar het woord van Onze Taal. Bij Van Dale ging blokkeer-Friezen er met de winst vandoor. Dat zijn noordelingen die op een gezellige zaterdag zich van hun meest volwassen kant lieten zien, waardoor er op de A7 file stond.
De Woord van het Jaar-verkiezingen laten zien hoe lekker levend ons kleine taaltje is. Wekelijks komen er nieuwe woorden of woordcombinaties bij. Zo bevat deze zin een aantal termen die recent het licht zagen: terwijl zijn moeder op plannymoon is met haar nieuwe vriend, geniet het splinterkind tijdens de gramping van een high friet.
De plannymoon is volgens het internet dé nieuwe reistrend: een huwelijksreis –honeymoon– maar dan vóór je bruiloft. Om in alle rust de grote dag te kunnen plannen. Triest dat het fenomeen bestaat; een splinterkind is een telg van gescheiden ouders. Na glamping –een mix van glamour en camping– is er nu een term voor kamperen met grootouders: gramping. High friet, ten slotte, is een high tea, maar dan met allerlei soorten friet en snacks. Ik highfriet, hij highfriet, wij hebben gehighfriet. Eetsmakelijk.
Reageren? chris@rd.nl