Nee, als puber was ik geen groot boekenliefhebber. Terwijl ik als klein Chrisje behoorlijk wat titels heb verslonden. De leeslust was op een zeker moment gewoon op.
Voor het mondeling literatuurexamen bij Nederlands haalde ik een 5,6. Buitensporig hoog voor iemand die eigenlijk alleen ”De hordeloop van J. Kobald” en ”Hersenschimmen” fatsoenlijk gelezen had.
Klasgenoten deden het trouwens weinig beter. En leeftijdsgenoten op andere scholen bakten er waarschijnlijk ook niet veel van. Jongeren en boeken worden in deze eeuw nog maar moeilijk vrienden.
Volwassenen vinden dat problematisch. Want wie niet leest, kan zich bijvoorbeeld minder goed verdiepen in ingewikkelde kwesties. Verplaatst zich moeizamer in andere mensen. Loopt ver achter qua algemene ontwikkeling. Kortom: diens hersenkwabben functioneren niet zo optimaal.
Zal vast allemaal waar zijn. Maar nu ik sinds twee jaar weer intensief lees, vind ik het vooral treurig dat ik tijdens die droogstand mezelf zoveel plezier onthouden heb. Want lezen is echt een lust voor je gemoedsrust. En boeken zijn briljant.
Wat meehielp om mijn leesapparaat weer aan de praat te krijgen, is het heuglijke feit dat er in het naburige dorp een boekhandel opende. In het oude postkantoor.
Doordat achter de meeste ramen posters of grote letters hangen, lijkt de winkel van buiten een beetje chaotisch. Bij binnenkomst zie je dat je ”een beetje” weg kunt laten. Overal liggen ingebonden bladzijdes. Muren zijn boeken. Op tafels in het midden van de ruimte liggen de kaften hoog opgestapeld en schots en scheef. Voor de hoge ramen staan kleine kasten vol kinderspul. En op de met boeken bezaaide toonbank zetelt een spinnende kat. Daarachter zit de eigenaresse. Ooit maakte ik de fout haar om tips te vragen. Een uur later liep ik met een onbeschoft grote stapel boeken de deur uit.
Die fout werd een terugkerend fenomeen. Want sinds dat eerste bezoek scharrel ik maandelijks een middag door het volgeboekte postkantoor. Ondertussen babbelend met de moeder-overste van het zaakje. Over boeken. Over het grote gezin waar ik uit kom. Over filosofische vraagstukken als: kun je zeker weten wat waarheid is? En we eindigen vaak bij geloof, de Bijbel, de kerk, God.
Ook in andere boekhandels beland ik vaak in een gesprek. Terwijl ik normaalgesproken geen gigantische spraakwaterval ben. Maar boekwinkels lenen zich nou eenmaal uitstekend voor een praatje. Zoveel verschillende titels als er zijn, zoveel verschillende gespreksonderwerpen kun je aanboren. Daarom is mijn advies voor tijdens de Boekenweek: bezoek een boekenzaak en babbel.
Reageren? chris@rd.nl