Ik hoor altijd dat het gaat om Jezus leren kennen. Maar als je Hem hebt leren kennen, wat dan?
Vraag: In Johannes 1:12 staat: 'Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.' Je moet geloven, maar het moet wel uit de hemel gegeven worden. Dit vind ik een moeilijk punt.
Is bekering iets van één moment in je leven of moet je het meer zien als een soort doorgaand proces?
Volgens een jongen uit mijn klas hebben wij een vrije wil om ons wel of niet te bekeren. Dit zegt hij aan de hand van Johannes 3 vanaf vers 14. Hoe leg ik duidelijk uit dat we geen vrije wil hebben, maar dat er een uitverkoren volk is?
Hoe zit het nu? Zelfonderzoek is noodzakelijk om te weten of je jezelf niet bedriegt, maar ben je er dan eigenlijk niet mee bezig om de grond van je bekering en geloof in jezelf te zoeken? Dat lijkt me niet goed, want je enige grond moet en mag toch alleen Christus zijn?
Hoe weet je het verschil tussen zelfhaat en een minderwaardigheidscomplex en ware, oprechte zondekennis voor God? Hoe kom ik aan dat ware, oprechte berouw, waar de Heere Jezus van spreekt in Mattheüs 11:28?
Het geloof en twijfel horen niet bij elkaar, hoor ik regelmatig. Toch is er vaak twijfel in mijn hart.
In Johannes 14:2 staat dat er vele woningen in de hemel zijn. In Mattheüs 22:14 dat er wel velen geroepen zijn, maar slechts weinigen uitverkoren. Waarom staan deze beide teksten in de Bijbel? Naar mijn idee spreken ze elkaar tegen. Welke tekst heeft de overhand, welke is dus meer 'waar'?
Ik denk er de laatste tijd veel over na dat ik bekeerd moet worden. In de Bijbel staat: Zoekt en gij zult vinden. Maar dat kunnen wij toch zelf niet? We moeten toch wachten tot God in ons leven komt?
Ik hoor wel eens zeggen dat je te veel op jezelf gericht bent als je steeds bidt voor je zaligheid. Maar het is toch niet egoïstisch als je zoekt om met God verzoend te worden? Dit moet toch op de eerste plaats staan?
Subthema 'Bekering'
Wat zegt de Bijbel over bekering?