Tranen van liefde

1 Samuël 18:18-33

Doch David zeide tot Saul: Wie ben ik, en wat is mijn leven, en mijns vaders huisgezin in Israel, dat ik des konings schoonzoon zou worden? Het geschiedde nu ten tijde als men Merab, de dochter van Saul, aan David geven zou, zo is zij aan Adriel, den Meholathiet, ter vrouw gegeven. Doch Michal, de dochter van Saul, had David lief. Toen dat Saul te kennen werd gegeven, zo was die zaak recht in zijn ogen. En Saul zeide: Ik zal haar hem geven, dat zij hem tot een valstrik zij, en dat de hand der Filistijnen tegen hem zij. Daarom zeide Saul tot David: Met de andere zult gij heden mijn schoonzoon worden. En Saul gebood zijn knechten: Spreekt met David in het heimelijke, zeggende: Zie, de koning heeft lust aan u, en al zijn knechten hebben u lief; word dan nu des konings schoonzoon. En de knechten van Saul spraken deze woorden voor de oren van David. Toen zeide David: Is dat licht in ulieder ogen, des konings schoonzoon te worden, daar ik een arm en verachtzaam man ben? En de knechten van Saul boodschapten het hem, zeggende: Zulke woorden heeft David gesproken. Toen zeide Saul: Aldus zult gijlieden tot David zeggen: De koning heeft geen lust aan den bruidschat, maar aan honderd voorhuiden der Filistijnen, opdat men zich wreke aan des konings vijanden. Want Saul dacht David te vellen door de hand der Filistijnen. Zijn knechten nu boodschapten David deze woorden. En die zaak was recht in de ogen van David, dat hij des konings schoonzoon zou worden; maar de dagen waren nog niet vervuld. Toen maakte zich David op, en hij en zijn mannen gingen heen, en zij sloegen onder de Filistijnen tweehonderd mannen, en David bracht hun voorhuiden, en men leverde ze den koning volkomenlijk, opdat hij schoonzoon des konings worden zou. Toen gaf Saul hem zijn dochter Michal ter vrouw. En Saul zag en merkte, dat de HEERE met David was; en Michal, de dochter van Saul, had hem lief. Toen vreesde zich Saul nog meer voor David; en Saul was David een vijand al zijn dagen. Als de vorsten der Filistijnen uittogen, zo geschiedde het, als zij uittogen, dat David kloeker was, dan al de knechten van Saul; zodat zijn naam zeer geacht was.

Uitleg

‘Absalom, mijn zoon, mijn zoon.’ Wat klinkt er een zee van leed in die paar woorden. Een ontstellend bericht krijgt vader David. Op een verschrikkelijke manier is er een einde gekomen aan het jonge leven van Absalom. Door eigen schuld. In een roekeloos verzet. In een zondige opstand tegen zijn vader. Wat kan een diep verdriet het hart van ouders vervullen als hun jongen of meisje eigen wegen gaat. Van de kerk af, een leven in drank of drugs, samenwonend of gescheiden. Maar toch is er dan altijd nog een gebed om bekering mogelijk. Onpeilbaar is het verdriet als de dood scheiding maakt. Je hoort David klagen: ‘Mijn zoon Absalom! Och, dat ik voor u gestorven was.’ Als jongere besef je vaak niet hoeveel je ouders voor je willen doen. David zou wel goed willen maken z’n dood wat zijn zoon verknoeid had in z’n leven. Vader Davis wist ook van zijn schuld in de opvoeding van Absalom. Dat zijn de bitterste tranen. Tranen van schuld. Maar er zijn hier ook tranen van liefde. In dit grote verdriet is het toch: mijn zoon!


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Jong geleerd

In een van de eenvoudige hutten van het Israëlieten groeit een jongen op. Veel jongens van zijn leeftijd zijn er niet. De Farao van Egypte had besloten dat alle jongens van de Israëlieten verdronken zouden worden. Vader Amram en moeder Jochebed leverden het jongetje echter niet aan de Egyptische soldaten. Ze verborgen hun zoontje. In Hebreeën 11:23 staat: ‘...

-Woensdag: Een belangrijke positie

Er is een verschrikkelijke droogte in Israël. Het is een oordeel van de Heere, vanwege de zonden van de koning en het volk. De Heere is echter lankmoedig, Hij zendt Zijn knecht Elia met de boodschap dat er weer regen zal komen. Op weg naar het paleis ontmoet hij een jonge man die een belangrijke positie heeft aan het ...

-Donderdag: Apart gezet

Het gebeurde in het derde jaar van de koning Jojakim. Oude mensen, jonge mensen, eenvoudige mensen en leden van de koninklijke familie werden weggevoerd. De profeten hadden gewaarschuwd, maar het volk heeft niet willen luisteren. Ze worden op transport gezet naar het tweestromenland tussen de Eufraat en de Tigris, het huidige Irak. Onder de gedeporteerden is een groepje jonge mensen ...

-Vrijdag: Tranen van liefde

‘Absalom, mijn zoon, mijn zoon.’ Wat klinkt er een zee van leed in die paar woorden. Een ontstellend bericht krijgt vader David. Op een verschrikkelijke manier is er een einde gekomen aan het jonge leven van Absalom. Door eigen schuld. In een roekeloos verzet. In een zondige opstand tegen zijn vader. Wat kan een diep verdriet het hart van ouders ...

-Zaterdag: Denk aan je Schepper

Ben jij er blij mee dat de Heere alles weet? Zou je, als je de Heere dient, wel echt blij kunnen zijn? Kun je dan nog wel genieten van het leven? Koning Salomo geeft er een antwoord op. In Prediker 11: 9 kun je het vinden. Daar staat, met mijn woorden gezegd; ‘Verblijd je, jongen, meisje, in de dagen van je jeugd.’ ...

-Zondag: Vlucht voor de zonde

Was iedereen maar als de apostel Paulus! Hij schrijft aan zijn jonge vriend: ‘Vliet de begeerlijkheden der jonkheid’. Paulus is niet vergeten dat hij ook jong is geweest. Hij weet dat er een appèl wordt gedaan op jonge mensen. Satan lokt de jongere met zijn begeerten. Begeerten waar je met je hart ‘ja’ tegen zegt. Daarom schrijft Paulus: ‘vlucht ...

-Maandag: Catechisatie en jeugdwerk

Paulus wil zijn jonge vriend Timotheüs opscherpen. Hij herinnert hem eraan dat hij van jongs af bij de Schriften is opgevoerd. Zijn moeder Eunice en zijn grootmoeder Loïs hebben hem onderwezen uit het Woord van God. Paulus voegt eraan toe dat ‘alleen dit Woord wijs kan maken tot zaligheid, door het geloof hetwelk in Christus Jezus is’ (vers 15). ...