En het gebeurde na vele dagen, dat het woord des HEEREN geschiedde tot Elia, in het derde jaar, zeggende: Ga heen, vertoon u aan Achab; want Ik zal regen geven op den aardbodem. En Elia ging heen, om zich aan Achab te vertonen. En de honger was sterk in Samaria. En Achab had Obadja, den hofmeester, geroepen; en Obadja was den HEERE zeer vrezende. Want het geschiedde, als Izebel de profeten des HEEREN uitroeide, dat Obadja honderd profeten nam, en verborg ze bij vijftig man in een spelonk, en onderhield hen met brood en water. En Achab had gezegd tot Obadja: Trek door het land, tot alle waterfonteinen en tot alle rivieren; misschien zullen wij gras vinden, opdat wij de paarden en de muilezelen in het leven behouden, en niets uitroeien van de beesten. En zij deelden het land onder zich, dat zij het doortogen; Achab ging bijzonder op een weg, en Obadja ging ook bijzonder op een weg. Als nu Obadja op den weg was, ziet, zo was hem Elia tegemoet; en hem kennende, zo viel hij op zijn aangezicht, en zeide: Zijt gij mijn heer Elia? Hij zeide: Ik ben het; ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is hier. Maar hij zeide: Wat heb ik gezondigd, dat gij uw knecht geeft in de hand van Achab, dat hij mij dode? Zo waarachtig als de HEERE, uw God, leeft, zo er een volk of koninkrijk is, waar mijn heer niet gezonden heeft, om u te zoeken; en als zij zeiden: Hij is hier niet; zo nam hij dat koninkrijk en dat volk een eed af; dat zij u niet hadden gevonden. En nu zegt gij: Ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is hier. En het mocht geschieden, wanneer ik van u zou weggegaan zijn, dat de Geest des HEEREN u wegnam, ik weet niet waarheen; en ik kwam, om dat Achab aan te zeggen, en hij vond u niet, zo zou hij mij doden; ik, uw knecht, nu vrees den HEERE van mijn jonkheid af.
Uitleg
Er is een verschrikkelijke droogte in Israël. Het is een oordeel van de Heere, vanwege de zonden van de koning en het volk. De Heere is echter lankmoedig, Hij zendt Zijn knecht Elia met de boodschap dat er weer regen zal komen. Op weg naar het paleis ontmoet hij een jonge man die een belangrijke positie heeft aan het hof. De koning heeft de jonge Obadja belast met de beveiliging en verzorging van de koninklijke familie. Bij deze ontmoeting vraagt Elia of Obadja zijn komst bij de koning wil melden. Obadja aarzelt. Stel je voor dat de koning met hem meegaat om Elia gevangen te nemen. En als Elia er dan niet meer is? Dan zou de koning hem misschien wel laten doden. Elia weet toch wel dat hij honderd profeten van de Heere verborgen houdt en hun te eten en te drinken geeft. Obadja wil zeggen: Elia, ik sta aan uw kant! ‘Ik, uw knecht, nu vrees de HEERE van mijn jonkheid af.’ Een mooi voorbeeld in de Bijbel waaruit je kunt leren dat je al jong de Heere kunt dienen en toch een belangrijke positie kunt innemen.
In een van de eenvoudige hutten van het Israëlieten groeit een jongen op. Veel jongens van zijn leeftijd zijn er niet. De Farao van Egypte had besloten dat alle jongens van de Israëlieten verdronken zouden worden. Vader Amram en moeder Jochebed leverden het jongetje echter niet aan de Egyptische soldaten. Ze verborgen hun zoontje. In Hebreeën 11:23 staat: ‘...
Er is een verschrikkelijke droogte in Israël. Het is een oordeel van de Heere, vanwege de zonden van de koning en het volk. De Heere is echter lankmoedig, Hij zendt Zijn knecht Elia met de boodschap dat er weer regen zal komen. Op weg naar het paleis ontmoet hij een jonge man die een belangrijke positie heeft aan het ...
Het gebeurde in het derde jaar van de koning Jojakim. Oude mensen, jonge mensen, eenvoudige mensen en leden van de koninklijke familie werden weggevoerd. De profeten hadden gewaarschuwd, maar het volk heeft niet willen luisteren. Ze worden op transport gezet naar het tweestromenland tussen de Eufraat en de Tigris, het huidige Irak. Onder de gedeporteerden is een groepje jonge mensen ...
‘Absalom, mijn zoon, mijn zoon.’ Wat klinkt er een zee van leed in die paar woorden. Een ontstellend bericht krijgt vader David. Op een verschrikkelijke manier is er een einde gekomen aan het jonge leven van Absalom. Door eigen schuld. In een roekeloos verzet. In een zondige opstand tegen zijn vader. Wat kan een diep verdriet het hart van ouders ...
Ben jij er blij mee dat de Heere alles weet? Zou je, als je de Heere dient, wel echt blij kunnen zijn? Kun je dan nog wel genieten van het leven? Koning Salomo geeft er een antwoord op.
In Prediker 11: 9 kun je het vinden. Daar staat, met mijn woorden gezegd; ‘Verblijd je, jongen, meisje, in de dagen van je jeugd.’ ...
Was iedereen maar als de apostel Paulus! Hij schrijft aan zijn jonge vriend: ‘Vliet de begeerlijkheden der jonkheid’. Paulus is niet vergeten dat hij ook jong is geweest. Hij weet dat er een appèl wordt gedaan op jonge mensen. Satan lokt de jongere met zijn begeerten. Begeerten waar je met je hart ‘ja’ tegen zegt. Daarom schrijft Paulus: ‘vlucht ...
Paulus wil zijn jonge vriend Timotheüs opscherpen. Hij herinnert hem eraan dat hij van jongs af bij de Schriften is opgevoerd. Zijn moeder Eunice en zijn grootmoeder Loïs hebben hem onderwezen uit het Woord van God. Paulus voegt eraan toe dat ‘alleen dit Woord wijs kan maken tot zaligheid, door het geloof hetwelk in Christus Jezus is’ (vers 15).
...
Een belangrijke positie
1 Koningen 18:1-12
Uitleg
Er is een verschrikkelijke droogte in Israël. Het is een oordeel van de Heere, vanwege de zonden van de koning en het volk. De Heere is echter lankmoedig, Hij zendt Zijn knecht Elia met de boodschap dat er weer regen zal komen. Op weg naar het paleis ontmoet hij een jonge man die een belangrijke positie heeft aan het hof. De koning heeft de jonge Obadja belast met de beveiliging en verzorging van de koninklijke familie. Bij deze ontmoeting vraagt Elia of Obadja zijn komst bij de koning wil melden. Obadja aarzelt. Stel je voor dat de koning met hem meegaat om Elia gevangen te nemen. En als Elia er dan niet meer is? Dan zou de koning hem misschien wel laten doden. Elia weet toch wel dat hij honderd profeten van de Heere verborgen houdt en hun te eten en te drinken geeft. Obadja wil zeggen: Elia, ik sta aan uw kant! ‘Ik, uw knecht, nu vrees de HEERE van mijn jonkheid af.’ Een mooi voorbeeld in de Bijbel waaruit je kunt leren dat je al jong de Heere kunt dienen en toch een belangrijke positie kunt innemen.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Jong geleerd
In een van de eenvoudige hutten van het Israëlieten groeit een jongen op. Veel jongens van zijn leeftijd zijn er niet. De Farao van Egypte had besloten dat alle jongens van de Israëlieten verdronken zouden worden. Vader Amram en moeder Jochebed leverden het jongetje echter niet aan de Egyptische soldaten. Ze verborgen hun zoontje. In Hebreeën 11:23 staat: ‘...
-Woensdag: Een belangrijke positie
Er is een verschrikkelijke droogte in Israël. Het is een oordeel van de Heere, vanwege de zonden van de koning en het volk. De Heere is echter lankmoedig, Hij zendt Zijn knecht Elia met de boodschap dat er weer regen zal komen. Op weg naar het paleis ontmoet hij een jonge man die een belangrijke positie heeft aan het ...
-Donderdag: Apart gezet
Het gebeurde in het derde jaar van de koning Jojakim. Oude mensen, jonge mensen, eenvoudige mensen en leden van de koninklijke familie werden weggevoerd. De profeten hadden gewaarschuwd, maar het volk heeft niet willen luisteren. Ze worden op transport gezet naar het tweestromenland tussen de Eufraat en de Tigris, het huidige Irak. Onder de gedeporteerden is een groepje jonge mensen ...
-Vrijdag: Tranen van liefde
‘Absalom, mijn zoon, mijn zoon.’ Wat klinkt er een zee van leed in die paar woorden. Een ontstellend bericht krijgt vader David. Op een verschrikkelijke manier is er een einde gekomen aan het jonge leven van Absalom. Door eigen schuld. In een roekeloos verzet. In een zondige opstand tegen zijn vader. Wat kan een diep verdriet het hart van ouders ...
-Zaterdag: Denk aan je Schepper
Ben jij er blij mee dat de Heere alles weet? Zou je, als je de Heere dient, wel echt blij kunnen zijn? Kun je dan nog wel genieten van het leven? Koning Salomo geeft er een antwoord op. In Prediker 11: 9 kun je het vinden. Daar staat, met mijn woorden gezegd; ‘Verblijd je, jongen, meisje, in de dagen van je jeugd.’ ...
-Zondag: Vlucht voor de zonde
Was iedereen maar als de apostel Paulus! Hij schrijft aan zijn jonge vriend: ‘Vliet de begeerlijkheden der jonkheid’. Paulus is niet vergeten dat hij ook jong is geweest. Hij weet dat er een appèl wordt gedaan op jonge mensen. Satan lokt de jongere met zijn begeerten. Begeerten waar je met je hart ‘ja’ tegen zegt. Daarom schrijft Paulus: ‘vlucht ...
-Maandag: Catechisatie en jeugdwerk
Paulus wil zijn jonge vriend Timotheüs opscherpen. Hij herinnert hem eraan dat hij van jongs af bij de Schriften is opgevoerd. Zijn moeder Eunice en zijn grootmoeder Loïs hebben hem onderwezen uit het Woord van God. Paulus voegt eraan toe dat ‘alleen dit Woord wijs kan maken tot zaligheid, door het geloof hetwelk in Christus Jezus is’ (vers 15). ...