Maandag: Mijzelf ten offer geven?

Mattheüs 26:6-26:8

Als nu Jezus te Bethanie was, ten huize van Simon, den melaatse, Kwam tot Hem een vrouw, hebbende een albasten fles met zeer kostelijke zalf, en goot ze uit op Zijn hoofd, daar Hij aan tafel zat. En Zijn discipelen, dat ziende, namen het zeer kwalijk, zeggende: Waartoe dit verlies? Want deze zalf had kunnen duur verkocht, en de penningen den armen gegeven worden. Maar Jezus, zulks verstaande, zeide tot hen: Waarom doet gij deze vrouw moeite aan? want zij heeft een goed werk aan Mij gewrocht. Want de armen hebt gij altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd. Want als zij deze zalf op Mijn lichaam gegoten heeft, zo heeft zij het gedaan tot een voorbereiding van Mijn begrafenis. Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden in de gehele wereld, daar zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan heeft. Toen ging een van de twaalven, genaamd Judas Iskariot, tot de overpriesters, En zeide: Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren? En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren penningen. En van toen af zocht hij gelegenheid, opdat hij Hem overleveren mocht. En op den eersten dag der ongehevelde broden kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij U bereiden het pascha te eten? En Hij zeide: Gaat heen in de stad, tot zulk een, en zegt hem: De Meester zegt: Mijn tijd is nabij, Ik zal bij u het pascha houden met Mijn discipelen. En de discipelen deden, gelijk Jezus hun bevolen had, en bereidden het pascha. En als het avond geworden was, zat Hij aan met de twaalven. En toen zij aten, zeide Hij: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u, Mij zal verraden. En zij, zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere? En Hij, antwoordende, zeide: Die de hand met Mij in den schotel indoopt, die zal Mij verraden. De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen verraden wordt; het ware hem goed, zo die mens niet geboren was geweest. En Judas, die Hem verried, antwoordde en zeide: Ben ik het, Rabbi? Hij zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het, en gaf het den discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam.

Uitleg

Jezus is hier niet alleen. Een gastheer ontvangt Hem, Zijn discipelen zijn bij Hem. En toch is Hij zo eenzaam. Hij denkt aan het offer dat Hij nu gaat brengen. Maar ook aan het goede nieuws van redding, dat daardoor over de hele wereld zal gaan. Daar gáát Jezus voor, in volle overgave. Vandaag kijkt Hij ons aan en zegt: dit deed Ik ook voor jou. Maar wie is er nu blij met Hem? Zijn discipelen discussiëren over verantwoorde geldbesteding.

Terwijl Judas zelfs vraagt: wat schuift het als ik Hem uitlever? En zeg nu niet: ‘Maar ik ben geen Judas!’. Want alleen als je dicht bij Jezus bent geweest, maar nooit echt voor Hem gewonnen bent, kun je Hem zó laten vallen… Er is er hier maar één die liefde toont: die onbekende vrouw, met haar cadeau ter waarde van het jaarinkomen van een arbeider! Het maakt háár ook eenzaam. Zonde van het geld, vinden ‘kerkmensen’. Maar Jezus geeft haar, met haar offer, een plaats in Zijn evangelie. Want bij Hem die Zichzelf geeft voor ons, horen ménsen die zich willen geven aan Hem. ‘O liefde, voor dit offer van jouw leven, wat kan ik, dan mijzelf ten offer geven…’. Hoe reageren wij?


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Zijn armoede voor �nze rijkdom

Deze jongeman heeft alles gedaan naar de letter van de wet, maar nu zal blijken of hij werkelijk de wet gehouden heeft. Is er bij hem liefde voor God én liefde voor de naaste? Jezus vraagt van hem heel concreet een offer. Welk offer? Uiteraard is dat het offer van het opgeven van zijn geld en vermogen. Maar ...

-Woensdag: Woensdag: Liefhebben en geliefd worden

Op zondag in de kerk wordt Gods wet gelezen. Vaak met de woorden van Jezus daarbij: ‘Gij zult de HEERE, uw God, liefhebben… en uw naaste als uzelf’. Maar hoe doe je dat op een ‘gewone dag’? Je gaat naar school, je gaat naar je werk, je gaat uit met vrienden, óf… ...

-Donderdag: Donderdag: Hierin is de liefde

In onze tijd en maatschappij verwachten veel mensen veel goeds van de mens. Van menselijke kennis en wijsheid, kracht en macht, goedheid en hulp. Het humanisme heeft z’n duizenden verslagen. Ondanks een record aan bloedvergieten in de afgelopen eeuw is het geloof in het goede van de mens nog springlevend. Wordt de mens dan niets wijzer? Meer ...

-Vrijdag: Vrijdag: Volmaakte liefde

Liefde bestaat in de diepste grond uit daden. Maar daarom zijn alle daden nog geen bewijs van liefde. We doen en laten veel dingen in ons leven lang niet altijd uit liefde, maar heel dikwijls uit ‘angst’. Als je als kind op school niet praatte onder de les, liet je dit meestal uit vrees voor strafregels. Wanneer ...

-Zaterdag: Zaterdag: Elkaar liefhebben

Niemand heeft ooit God gezien. Toch kan God zichtbaar en tastbaar worden door de liefde in Zijn gezin. Als de broeders en zusters van Christus’ gemeente elkaar liefhebben, blijven zij zeer nauw met God verbonden. Dan is Hij in hen, en zijn zij in Hem. Wie werkelijk gelooft dat God liefde is, belijd ook Jezus als Gods Zoon ...

-Zondag: Zondag: God is liefde!

Vandaag lezen we maar één vers. Dit korte vers kun je als samenvatting van heel het Evangelie zien. Kan je ergens in de Bijbel zo’n kernachtige uitspraak over het wezen van God vinden als hier? Waarschijnlijk niet. Wat kan er in elk geval van God gezegd worden? Dat Hij liefde is! Natuurlijk kun je vanuit ...

-Maandag: Maandag: Mijzelf ten offer geven?

Jezus is hier niet alleen. Een gastheer ontvangt Hem, Zijn discipelen zijn bij Hem. En toch is Hij zo eenzaam. Hij denkt aan het offer dat Hij nu gaat brengen. Maar ook aan het goede nieuws van redding, dat daardoor over de hele wereld zal gaan. Daar gáát Jezus voor, in volle overgave. Vandaag kijkt Hij ...