1 Samuël 16:11-16:12

Voorts zeide Samuel tot Isai: Zijn dit al de jongelingen? En hij zeide: De kleinste is nog overig, en zie, hij weidt de schapen. Samuel nu zeide tot Isai: Zend heen en laat hem halen; want wij zullen niet rondom aanzitten, totdat hij hier zal gekomen zijn. Toen zond hij heen, en bracht hem in; hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien; en de HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het. Toen nam Samuel den oliehoorn, en hij zalfde hem in het midden zijner broederen. En de Geest des HEEREN werd vaardig over David van dien dag af en voortaan. Daarna stond Samuel op, en hij ging naar Rama. En de Geest des HEEREN week van Saul; en een boze geest van den HEERE verschrikte hem. Toen zeiden Sauls knechten tot hem: Zie toch, een boze geest Gods verschrikt u. Onze heer zegge toch tot uw knechten, die voor uw aangezicht staan, dat zij een man zoeken, die op de harp spelen kan; en het zal geschieden, als de boze geest Gods op u is, dat hij met zijn hand spele, dat het beter met u worde.

Uitleg

Samuël krijgt de opdracht van de Heere om een nieuwe koning te zalven. Natuurlijk een koning moet dapper zijn, zeker in die tijd. Een grote en sterke kerel. Tenminste, dat is wat Samuël denkt. Eén voor één komen de zonen van Isaï bij Samuël. Telkens denkt hij dat God deze sterke en stoere man wel uitgekozen zal hebben, maar de Heere zegt dat ze het niet zijn. Ze zijn allemaal aan de beurt geweest en God wijst hen geen van allen aan als de nieuwe koning van Israël. Maar dan zegt Isaï dat er nog een zoon is. De kleinste is nog overig. Hij past op de schapen. Ach, wie dacht er aan David? Hij was de kleinste, de jongste. En hem heeft de Heere uitgekozen. De Heere heeft de kleinste uitverkoren om koning te worden. Dat had niemand gedacht. Voor David is het ook niet makkelijk. Hij is tot koning gezalfd, maar moet nog zo lang wachten op de vervulling er van.

Heeft de Heere ook tot jou gesproken toen je jong was? Is alles nu donker om je heen? Wacht dan op de Heere! Wachten op Gods tijd. Dat is niet makkelijk, maar de Heere zorgt voor Zijn werk. Dat zie je in de geschiedenis van David. Hij is koning geworden. David was herder over de schapen van zijn vader, maar mocht zichzelf ook door de grote Herder laten leiden. Hij leidt Hij met een vaste hand. En die hand houd ons vast. Die hand draagt ons als we in Zijn weg gaan.

Zingen: Psalm 23:1

Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF