Zondag: Veroordeeld

Johannes 19:4-19:5

Pilatus dan kwam wederom uit, en zeide tot hen: Ziet, ik breng Hem tot ulieden uit, opdat gij wetet, dat ik in Hem geen schuld vinde. Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon, en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen: Ziet, de Mens! Als Hem dan de overpriesters en de dienaars zagen, riepen zij, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem; Pilatus zeide tot hen: Neemt gijlieden Hem en kruist Hem; want ik vind in Hem geen schuld. De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet, en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelven Gods Zoon gemaakt. Toen Pilatus dan dit woord hoorde, werd hij meer bevreesd; En ging wederom in het rechthuis, en zeide tot Jezus: Van waar zijt Gij? Maar Jezus gaf hem geen antwoord. Pilatus dan zeide tot Hem: Spreekt Gij tot mij niet? Weet Gij niet, dat ik macht heb U te kruisigen, en macht heb U los te laten? Jezus antwoordde: Gij zoudt geen macht hebben tegen Mij, indien het u niet van boven gegeven ware; daarom die Mij aan u heeft overgeleverd, heeft groter zonde. Van toen af zocht Pilatus Hem los te laten; maar de Joden riepen, zeggende: Indien gij Dezen loslaat, zo zijt gij des keizers vriend niet; een iegelijk, die zichzelven koning maakt, wederspreekt den keizer. Als Pilatus dan dit woord hoorde, bracht hij Jezus uit, en zat neder op den rechterstoel, in de plaats, genaamd Lithostrotos, en in het Hebreeuws Gabbatha. En het was de voorbereiding van het pascha, en omtrent de zesde ure; en hij zeide tot de Joden: Ziet, uw Koning! Maar zij riepen: Neem weg, neem weg, kruis Hem! Pilatus zeide tot hen: Zal ik uw Koning kruisigen? De overpriesters antwoordden: Wij hebben geen koning, dan den keizer. Toen gaf hij Hem dan hun over, opdat Hij gekruist zou worden. En zij namen Jezus, en leidden Hem weg. En Hij, dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha; Alwaar zij Hem kruisten, en met Hem twee anderen, aan elke zijde een, en Jezus in het midden. En Pilatus schreef ook een opschrift, en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS, DE NAZARENER, DE KONING DER JODEN.

Uitleg

Pilatus dan kwam wederom uit, en zeide tot hen: Zie, ik breng Hem tot ulieden uit, opdat gij weet, dat ik in Hem geen schuld vind.

Johannes 19:4

De Heere Jezus is door stadhouder Pilatus veroordeeld tot de kruisdood. Pilatus was op dat moment de wettige overheid. De Heere is dus wettig ter dood veroordeeld. Deze gang heeft ook een diepere bedoeling. Christus is veroordeeld opdat Gods kinderen zouden geloven dat zij niet meer in het oordeel zullen komen.

De zonde stelt ons schuldig voor God. Over de zonde moet een oordeel geveld worden. De straf op de zonde is de dood. De kleinste zonde maakt ons al schuldig tot de dood. Voor God zijn er geen kleine of grote zonden. In het paradijs aten Adam en Eva van een vrucht. Ze zijn tot de dood veroordeeld. Christus is ook veroordeeld, maar niet om Zijn eigen zonden. Niemand kon Hem overtuigen van zonde. De zonden van Zijn kinderen heeft Hij gedragen. In Zijn veroordeling ligt wel onderwijs en troost. Het onderwijs is dat God de zonde zal oordelen. De troost is dat Gods kinderen niet meer in het oordeel zullen komen. De Heere heeft Zijn kinderen van het strenge oordeel Gods bevrijd. Dat oordeel is ‘streng’, omdat God niets door de vingers ziet. Het is bevrijdend, omdat God niet twee keer zal straffen.

Wat een diepe gedachte: de Heere Jezus veroordeeld opdat wij nooit meer in het oordeel zouden komen. Luther noemt dat een heerlijke ruil. Ook vandaag is dat nodig.


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Geleden

Want Christus heeft ook ééns voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest.

1 Petrus 3:18

Zondag 15 van de Heidelbergse Catechismus gaat over het lijden van de Heere Jezus Christus. Dat was ...

-Woensdag: Woensdag: Gedragen

Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk die aan het hout hangt.

Galaten 3:13

Wat heeft Christus geleden? De Catechismus wijst erop dat de Heere Jezus de toorn van God tegen de zonde gedragen heeft. De ...

-Donderdag: Donderdag: Krank gemaakt

Doch het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.

Jesaja 53:10

De Heere Jezus heeft de toorn ...

-Vrijdag: Vrijdag: Zonde voor ons gemaakt

Want Die, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.

2 Korinthe 5:21

Christus had geen zonde. Hij is het onbevlekte Lam. God de Vader heeft Hem tot zonde gemaakt. De zonden van de kinderen Gods werden op Hem gelegd. Opdat Christus daarvoor zou ...

-Zaterdag: Zaterdag: Verzoening

Welke God voorgesteld heeft tot een Verzoening door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die tevoren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods.

Romeinen 3:25

De Catechismus wijst in antwoord 37 op de betekenis van het lijden van Christus. We lezen: ‘opdat Hij ...

-Zondag: Zondag: Veroordeeld

Pilatus dan kwam wederom uit, en zeide tot hen: Zie, ik breng Hem tot ulieden uit, opdat gij weet, dat ik in Hem geen schuld vind.

Johannes 19:4

De Heere Jezus is door stadhouder Pilatus veroordeeld tot de kruisdood. Pilatus was op dat moment de wettige overheid. De Heere is dus wettig ...

-Maandag: Maandag: Het kruis

Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus; door Welke de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.

Galaten 6:14

Wij weten eigenlijk niet goed meer wat de dood door het kruis betekent. Maar in de dagen van de ...