God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.
Uitleg
Donderdag hoorde je de lokstem van het Evangelie. Misschien heb je er nog een tijdje over zitten dubben. Rijke beloften, geen voorwaarden... 'Maar', zeg je, 'als je bidt, moet het toch écht zijn? Het moet toch van harte zijn? Dat is nou juist mijn probleem. Als ik bid, krijg ik m'n hart er niet in mee.'
Dat ís ook een probleem. Antwoord 116 spreekt over 'hartelijk zuchten'. In antwoord 117 gaat het over 'van harte aanroepen'. In de tekst van vandaag leert de Heere Jezus de Samaritaanse vrouw dat God moet worden aangebeden in geest en in waarheid.
Wat de Heere wil zeggen, is dat niet de vorm of de plaats van het gebed het belangrijkst is. Cruciaal is of het écht is. Je kunt keurig in de kerk zitten of staan en goed meedoen, terwijl het toch geen hartenzaak is. Je kunt in de bus zitten, met de pet op, terwijl je hart het uitschreeuwt in een waar gebed.
Wanneer bid je in geest en in waarheid? Als het voortkomt uit een oprecht en gelovig hart, zegt de kanttekening. Snap je nu dat de discipelen vroegen: Leer ons bidden? Misschien begrijp je dan ook dit gebed van Augustinus: 'Geef wat Gij beveelt, en beveel dan wat Gij wilt, zo zult Ge het niet tevergeefs bevolen hebben.'
Het volgende onderwerp dat de Catechismus aan de orde stelt, is het gebed. Net als de wet behoort dit tot het hoofdstuk over de dankbaarheid. Antwoord 116 noemt het gebed zelfs het belangrijkste onderdeel van de dankbaarheid. Want: wie dankbaar is, die bidt. Daarentegen: wie van de ware dankbaarheid niets kent, kent kennelijk ook geen waar gebedsleven.
Royaal biedt de kapper het pas geknipte ventje een snoepje aan. Natuurlijk steekt die het direct in z'n mond. Maar dan tikt zijn moeder hem op de schouder. 'Wat zeg je dan?' 'Dankjewel', reageert de volle mond. Nauwelijks te horen. Toch hechten we er waarde aan. Netjes bedanken is wel zo beleefd.
Donderdag hoorde je de lokstem van het Evangelie. Misschien heb je er nog een tijdje over zitten dubben. Rijke beloften, geen voorwaarden... 'Maar', zeg je, 'als je bidt, moet het toch écht zijn? Het moet toch van harte zijn? Dat is nou juist mijn probleem. Als ik bid, krijg ik m'n hart er niet in mee.'
'Jaco, je bent ernstig ziek. De dokter heeft het vastgesteld.' 'Nou, zal wel meevallen. Ik voel niks hoor.' 'Dat zal best, jongen, maar lees eens wat ik hier vind op internet. Dat is precies wat de dokter zegt: het is écht levensbedreigend.'
In de drukke groep stelt je vriend een vraag. Terwijl je hem serieus antwoord probeert te geven, is hij alweer met een ander in gesprek. Dat voelt niet fijn. Hij is kennelijk niet geïnteresseerd in wat jij ervan vindt. Is hij wel écht je vriend?
Hoe kun je weten dat een mens van nature onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? Kijk maar naar kleine kinderen. Hoe je een koekje uit de koektrommel steelt, hoeft niemand ze uit te leggen. Hoe je moet bidden wel. Ogen dicht, handen vouwen, stilzitten, meedoen. Vader zegt het voor. Soms kost het jaren.
Vrijdag: Van harte
Johannes 4:24
Uitleg
Donderdag hoorde je de lokstem van het Evangelie. Misschien heb je er nog een tijdje over zitten dubben. Rijke beloften, geen voorwaarden... 'Maar', zeg je, 'als je bidt, moet het toch écht zijn? Het moet toch van harte zijn? Dat is nou juist mijn probleem. Als ik bid, krijg ik m'n hart er niet in mee.'
Dat ís ook een probleem. Antwoord 116 spreekt over 'hartelijk zuchten'. In antwoord 117 gaat het over 'van harte aanroepen'. In de tekst van vandaag leert de Heere Jezus de Samaritaanse vrouw dat God moet worden aangebeden in geest en in waarheid.
Wat de Heere wil zeggen, is dat niet de vorm of de plaats van het gebed het belangrijkst is. Cruciaal is of het écht is. Je kunt keurig in de kerk zitten of staan en goed meedoen, terwijl het toch geen hartenzaak is. Je kunt in de bus zitten, met de pet op, terwijl je hart het uitschreeuwt in een waar gebed.
Wanneer bid je in geest en in waarheid? Als het voortkomt uit een oprecht en gelovig hart, zegt de kanttekening. Snap je nu dat de discipelen vroegen: Leer ons bidden? Misschien begrijp je dan ook dit gebed van Augustinus: 'Geef wat Gij beveelt, en beveel dan wat Gij wilt, zo zult Ge het niet tevergeefs bevolen hebben.'
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Het gebed
Het volgende onderwerp dat de Catechismus aan de orde stelt, is het gebed. Net als de wet behoort dit tot het hoofdstuk over de dankbaarheid. Antwoord 116 noemt het gebed zelfs het belangrijkste onderdeel van de dankbaarheid. Want: wie dankbaar is, die bidt. Daarentegen: wie van de ware dankbaarheid niets kent, kent kennelijk ook geen waar gebedsleven.
Misschien ...
-Woensdag: Woensdag: Dankzeggen
Royaal biedt de kapper het pas geknipte ventje een snoepje aan. Natuurlijk steekt die het direct in z'n mond. Maar dan tikt zijn moeder hem op de schouder. 'Wat zeg je dan?' 'Dankjewel', reageert de volle mond. Nauwelijks te horen. Toch hechten we er waarde aan. Netjes bedanken is wel zo beleefd.
God wil ook dat ...
-Donderdag: Vrijdag: Van harte
Donderdag hoorde je de lokstem van het Evangelie. Misschien heb je er nog een tijdje over zitten dubben. Rijke beloften, geen voorwaarden... 'Maar', zeg je, 'als je bidt, moet het toch écht zijn? Het moet toch van harte zijn? Dat is nou juist mijn probleem. Als ik bid, krijg ik m'n hart er niet in mee.'
<...-Vrijdag: Zaterdag: Nood leert bidden
'Jaco, je bent ernstig ziek. De dokter heeft het vastgesteld.' 'Nou, zal wel meevallen. Ik voel niks hoor.' 'Dat zal best, jongen, maar lees eens wat ik hier vind op internet. Dat is precies wat de dokter zegt: het is écht levensbedreigend.'
Zou Jaco het lezen? Zou hij dan wél ongerust ...
-Zaterdag: Zondag: Hem geloven
In de drukke groep stelt je vriend een vraag. Terwijl je hem serieus antwoord probeert te geven, is hij alweer met een ander in gesprek. Dat voelt niet fijn. Hij is kennelijk niet geïnteresseerd in wat jij ervan vindt. Is hij wel écht je vriend?
Er zijn mensen die weinig naar de kerk gaan ...
-Zondag: Maandag: Leren bidden
Hoe kun je weten dat een mens van nature onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? Kijk maar naar kleine kinderen. Hoe je een koekje uit de koektrommel steelt, hoeft niemand ze uit te leggen. Hoe je moet bidden wel. Ogen dicht, handen vouwen, stilzitten, meedoen. Vader zegt het voor. Soms kost het jaren.
...
-Maandag: