Dit is een getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk. Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren; Niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar bescheiden, geen vechter, niet geldgierig.
Uitleg
Vaak worden onder jongeren allerlei beroepen met elkaar vergeleken. De vraag wordt nogal eens gesteld: Wat wil jij later worden? Weet dat er geen beter werk is, dan werken in Gods Koninkrijk. Er is geen betere werkgever dan bij dit werk en er is ook geen beter werk. Maar… nu hebben we het niet over de werknemer… Dat zijn de besten niet. Dat zagen we gisteren al. Het is een noodzakelijke les om te leren dat je niet beter bent dan een ander. Wie in een kerkelijk ambt mag dienen, wordt daar – als het goed is- ook steeds aan herinnerd. Je krijgt zelf de meeste lessen, om ze vervolgens door te geven.
Nee, denk niet dat ambtsdragers voortreffelijke mensen zijn. Ze mogen een voortreffelijke boodschap doorgeven en het grootste wonder is voor hen, als ze er zelf iets van geleerd hebben. Niet iedereen kan ambtsdrager worden. Dat hoeft ook niet in die bijzonder zin. Hoewel: er wordt wel gebeden of God nog mannen uitstoot in Zijn wijngaard. Bid jij er ook om? Het is wel nodig dat je het ‘ambt aller gelovigen’ leert kennen. Dat betekent dat al Gods kinderen iets van ambtelijk werk doen: spreken over de Heere, zichzelf aan Hem overgeven en strijden tegen de zonden en ze overwinnen. Dat leren ze alleen van de Werkgever in Gods Kerk: Christus, Die Zijn ambt volmaakt uitvoerde om zondaren ambtsdragers te maken.
Als de Heere iemand in je leven gebruikt, door wie je het Woord van God zó mag horen dat je erdoor bekeerd wordt, dan wordt die persoon in geestelijke zin je vader. Jij mag dan zijn geestelijke zoon of dochter heten. Dit is een Bijbels spraakgebruik.
Als je een periode in je leven hebt gehad, waarin je in de zonden leefde, en God haalt je er uit door een waarachtige bekering, zou je dan je eertijds niet het liefste verzwijgen?
Zo doet Paulus dat niet in zijn brief aan Timotheüs. Integendeel, hij herinnert aan zijn slechte verleden, als hij schrijft dat ...
Vaak worden onder jongeren allerlei beroepen met elkaar vergeleken. De vraag wordt nogal eens gesteld: Wat wil jij later worden? Weet dat er geen beter werk is, dan werken in Gods Koninkrijk. Er is geen betere werkgever dan bij dit werk en er is ook geen beter werk. Maar… nu hebben we het niet over de werknemer… ...
Timotheüs is al jong geroepen om leiding te geven in Gods kerk. Nu zij er altijd mensen die graag boven een ander gaan staan, ook in de kerk. Ze denken het beter te weten dan de dominee, ouderling of diaken en kijken op die ambtsdragers neer. Als je bovendien nog jong bent en al geroepen om te ...
Over dit onderwerp schrijft Paulus vaker in zijn twee brieven aan Timotheüs. Lees ze maar eens door. Hij wil hem al een goed krijgsknecht van Jezus Christus zien.
Daarvoor moet hij de waarheid van God goed kennen: Dit gebod beveel ik u, mijn zoon Timotheüs, dat gij naar de profetieën, ...
Misschien geldt dat ook van jou. Wat is het een groot voorrecht als van je gezegd mag worden: En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
Als daar nog bijkomt dat je ouders en grootouders de ...
Toen Paulus’ einde aanstaande was, was hij niet bang, maar blij. Hij mocht terugzien op een lezen waarin hij de goede strijd had leren strijden, tegen de zonde, de duivel en de wereld. In die strijd had hij de Heere Jezus nodig gekregen en lief gekregen. Hij was ervan verzekerd dat hem de kroon niet zou ontgaan, die ...
Donderdag: Een voortreffelijk werk
1 Timotheüs 3:1-3:2
Uitleg
Vaak worden onder jongeren allerlei beroepen met elkaar vergeleken. De vraag wordt nogal eens gesteld: Wat wil jij later worden? Weet dat er geen beter werk is, dan werken in Gods Koninkrijk. Er is geen betere werkgever dan bij dit werk en er is ook geen beter werk. Maar… nu hebben we het niet over de werknemer… Dat zijn de besten niet. Dat zagen we gisteren al. Het is een noodzakelijke les om te leren dat je niet beter bent dan een ander. Wie in een kerkelijk ambt mag dienen, wordt daar – als het goed is- ook steeds aan herinnerd. Je krijgt zelf de meeste lessen, om ze vervolgens door te geven.
Nee, denk niet dat ambtsdragers voortreffelijke mensen zijn. Ze mogen een voortreffelijke boodschap doorgeven en het grootste wonder is voor hen, als ze er zelf iets van geleerd hebben.
Niet iedereen kan ambtsdrager worden. Dat hoeft ook niet in die bijzonder zin. Hoewel: er wordt wel gebeden of God nog mannen uitstoot in Zijn wijngaard. Bid jij er ook om?
Het is wel nodig dat je het ‘ambt aller gelovigen’ leert kennen. Dat betekent dat al Gods kinderen iets van ambtelijk werk doen: spreken over de Heere, zichzelf aan Hem overgeven en strijden tegen de zonden en ze overwinnen. Dat leren ze alleen van de Werkgever in Gods Kerk: Christus, Die Zijn ambt volmaakt uitvoerde om zondaren ambtsdragers te maken.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Een zoon in het geloof
Als de Heere iemand in je leven gebruikt, door wie je het Woord van God zó mag horen dat je erdoor bekeerd wordt, dan wordt die persoon in geestelijke zin je vader. Jij mag dan zijn geestelijke zoon of dochter heten. Dit is een Bijbels spraakgebruik.
Zo noemt Paulus Timotheüs zijn ‘oprechte zoon ...
-Woensdag: Woensdag: Het grootste wonder
Als je een periode in je leven hebt gehad, waarin je in de zonden leefde, en God haalt je er uit door een waarachtige bekering, zou je dan je eertijds niet het liefste verzwijgen?
Zo doet Paulus dat niet in zijn brief aan Timotheüs. Integendeel, hij herinnert aan zijn slechte verleden, als hij schrijft dat ...
-Donderdag: Donderdag: Een voortreffelijk werk
Vaak worden onder jongeren allerlei beroepen met elkaar vergeleken. De vraag wordt nogal eens gesteld: Wat wil jij later worden? Weet dat er geen beter werk is, dan werken in Gods Koninkrijk. Er is geen betere werkgever dan bij dit werk en er is ook geen beter werk. Maar… nu hebben we het niet over de werknemer… ...
-Vrijdag: Vrijdag: Al jong een voorbeeld
Timotheüs is al jong geroepen om leiding te geven in Gods kerk. Nu zij er altijd mensen die graag boven een ander gaan staan, ook in de kerk. Ze denken het beter te weten dan de dominee, ouderling of diaken en kijken op die ambtsdragers neer. Als je bovendien nog jong bent en al geroepen om te ...
-Zaterdag: Zaterdag: De goede strijd
Over dit onderwerp schrijft Paulus vaker in zijn twee brieven aan Timotheüs. Lees ze maar eens door. Hij wil hem al een goed krijgsknecht van Jezus Christus zien.
Daarvoor moet hij de waarheid van God goed kennen: Dit gebod beveel ik u, mijn zoon Timotheüs, dat gij naar de profetieën, ...
-Zondag: Zondag: Van jongs af onderwezen
Misschien geldt dat ook van jou. Wat is het een groot voorrecht als van je gezegd mag worden: En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
Als daar nog bijkomt dat je ouders en grootouders de ...
-Maandag: Maandag: Het einde van de strijd
Toen Paulus’ einde aanstaande was, was hij niet bang, maar blij. Hij mocht terugzien op een lezen waarin hij de goede strijd had leren strijden, tegen de zonde, de duivel en de wereld. In die strijd had hij de Heere Jezus nodig gekregen en lief gekregen. Hij was ervan verzekerd dat hem de kroon niet zou ontgaan, die ...