Psalmen 143:1-143:12

Een psalm van David. O HEERE! hoor mijn gebed, neig de oren tot mijn smekingen; verhoor mij naar Uw waarheid, naar Uw gerechtigheid. En ga niet in het gericht met Uw knecht; want niemand, die leeft, zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn. Want de vijand vervolgt mijn ziel, hij vertreedt mijn leven ter aarde; hij legt mij in duisternissen, als degenen, die over lang dood zijn. Daarom wordt mijn geest overstelpt in mij, mijn hart is verbaasd in het midden van mij. Ik gedenk aan de dagen van ouds; ik overleg al Uw daden; ik spreek bij mijzelven van de werken Uwer handen. Ik breid mijn handen uit tot U; mijn ziel is voor U als een dorstig land. Sela. Verhoor mij haastelijk, HEERE! mijn geest bezwijkt; verberg Uw aangezicht niet van mij, want ik zou gelijk worden dengenen, die in den kuil dalen. Doe mij Uw goedertierenheid in den morgenstond horen, want ik betrouw op U; maak mij bekend den weg, dien ik te gaan heb, want ik hef mijn ziel tot U op. Red mij, HEERE! van mijn vijanden; bij U schuil ik. Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God! Uw goede Geest geleide mij in een effen land. O HEERE! maak mij levend, om Uws Naams wil; voer mijn ziel uit de benauwdheid, om Uw gerechtigheid. En roei mijn vijanden uit, om Uw goedertierenheid, en breng hen om, allen, die mijn ziel beangstigen; want ik ben Uw knecht.

Uitleg

Het jongetje stond bij de deur en wilde eruit. Zijn vader zei dat hij even moest wachten. Hij probeerde het zelf, maar tevergeefs. Het lukte hem niet de deur open te maken. Boos en verdrietig liet hij zich toen tegen zijn vader aanhangen. Hij gaf zich over aan zijn vader.

De bede ‘Uw Koninkrijk kome’ vraagt om overgave. Eigenlijk zegt antwoord 123: ‘Ik kan het zelf niet. Ik ben afhankelijk van U in alle dingen. Wilt U Koning in mijn hart zijn en mij regeren?’ Is dat ook jouw gebed?

Door de zondeval zijn wij koningen geworden. Het liefst bepaal je zelf hoe alles gaat. Deze bede vraagt of God de leiding neemt en je regeert door Zijn Woord en Geest. Je zoekt de antwoorden op je vragen dan niet in je eigen gevoel of bij mensen, maar in Zijn Woord. Dat Woord wil je leiden in alle dingen. Je wilt je aan dit Woord onderwerpen.

Als een vorst vroeger de oorlog won, zette hij zijn voet op de nek van de overwonnen vijand. Deze vijand moest zich aan die vorst onderwerpen. Zo moet de zondaar zich aan God onderwerpen. Niet gedwongen, maar vrijwillig.

Hij vraagt ook om Gods bewaring. De Kerk en het Koninkrijk van God hebben veel vijanden. Een grote vijand wordt genoemd: de duivel. Hij is altijd bezig!

Ken je deze vijand? Als je hem dient, is hij je vriend. Je krijgt er last van als je werkelijk God wilt dienen. De duivel bedenkt boze plannen die tegen het Woord van God ingaan. Tegen jonge mensen zegt hij: ‘Je hebt nog een lang leven om God te dienen, maar nu nog niet.’ Tegen ouderen zegt hij: ‘Nu is het te laat, je kunt niet meer bekeerd worden.’ Hij probeert je gedachten af te leiden als je bidt, en zo heeft hij nog talloze andere manieren om je bij God vandaan te houden.

De bede ‘Uw Koninkrijk kome’ vraagt ook om vermeerdering van Gods Koninkrijk. Want hoe groter dat Koninkrijk is, hoe groter het aanzien van deze Koning.

Ken je deze Koning al? Zijn Koninkrijk is nog niet af, maar komt… Dan zal de Koning in het middelpunt staan. Geef je over aan Hem en bekeer je. Je krijgt er nooit spijt van.

 

Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF