Zondag: Wie niet beschaamd wordt

Romeinen 10:11

Want de Schrift zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden.

Uitleg

Het gaat Paulus om de juiste belijdenis en het juiste belijden. Wat moet beleden worden? Dat Jezus de Kurios is en dat God Hem uit de doden heeft opgewekt. Dat lijkt een heel korte belijdenis, maar als u bedenkt dat de Romeinen hun keizer (kurios) tot instandhouding van het immense rijk goddelijke aanbidding verschuldigd waren en dat de Grieken een opstaan uit de dood ronduit belachelijk vonden, dan beleed een christen in die tijd heel wat. Het gaat nog steeds om een geloof in Jezus van Nazaret de Gekruisigde als Heere, als Verzoener van mijn zonden en als mijn Levensvorst in leven en sterven.

Waar het geloofscontact in mijn binnenkamer wordt gelegd door Hem, daar ontstaat in de rijping van hat proces van Hem steeds beter leren kennen en Hem steeds meer nodig krijgen de behoefte om wat ik met mijn hart mag geloven ook met mijn mondt te belijden. Paulus wijst erop dat die geloofsbelijdenis al bij de profeten voorkomt, namelijk in de Griekse vertaling van Jesaja 28:16: ‘Wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd worden.’ Wie gelooft in de Heere, zal niet teleurgesteld worden. Er is namelijk in de hele wereld niets en niemand zo zeker als de Heere en Zijn beloftewoord. Zullen we met ons zwakke geloof daar goed aan denken?

 


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Heidenen behoren ook tot Gods volk

Het gaat in de hoofdstukken 9 tot 11 steeds over Gods handelen met de Joden en met de heidenvolken. In de vandaag gelezen verzen ziet Paulus in de profetie van Hosea zelfs dat God Zijn volk wegens hun ongeloof verstoot en het Niet-Mijn-volk noemt, maar de heidenvolken, die in feite niet tot Zijn volk behoren, erbij haalt en hen noemt: Mijn-volk. ...

-Woensdag: Woensdag: Een rest wordt behouden

Gaf Paulus gisteren vanuit de Schrift licht over Gods erbij trekken van de heidenvolken, vandaag laat hij in onze verzen zien dat Jesaja al heeft gezegd dat het aan Abraham beloofde talrijke volk wel drastisch verkleind kan worden. Het is Paulus’ ervaring dat veel Joden niet tot geloof in de Christus der Schriften komen, vergeleken met het hele ...

-Donderdag: Donderdag: Geschonken rechtvaardigheid

Paulus komt in deze verzen aan een afronding toe van wat hij over Israëls plaats in Gods heilshandelen kan zeggen. En dan ziet hij de schrijnende tegenstelling dat de heidense volken het Evangelie van het geloof in Christus als de enige weg tot rechtvaardiging van een mens voor God hebben aanvaard – een Evangelie, een rechtvaardiging die ...

-Vrijdag: Vrijdag: Paulus� voorbede

Het hartzeer waar Paulus in hoofdstuk 9 van sprak, komt nog eens naar voren als hij zijn genegenheid (letterlijk: welbehagen – zoals God dat volgens de engelenzang in mensen heeft!) voor zijn broeders noemt. Hoewel zijn geloofsgenoten in Christus uit de heidenen ook broeders zijn, geeft hij zijn broederschap met Israël niet op. Hij bidt dan ook voor ...

-Zaterdag: Zaterdag: Een nabije, geschonken Christus

Hoe kunnen wij met God leven? Hoe heeft God ons leven bedoeld en waar loopt het op uit? Daar hebben alle wereldreligies een eigen antwoord op gegeven. Paulus wist bij voorbeeld van de Griekse en Romeinse godsdiensten en verkondigde in zijn tijd het geloof in Jezus Christus als noodzakelijk voor alle mensen. Maar hij kijkt nu speciaal naar de ...

-Zondag: Zondag: Wie niet beschaamd wordt

Het gaat Paulus om de juiste belijdenis en het juiste belijden. Wat moet beleden worden? Dat Jezus de Kurios is en dat God Hem uit de doden heeft opgewekt. Dat lijkt een heel korte belijdenis, maar als u bedenkt dat de Romeinen hun keizer (kurios) tot instandhouding van het immense rijk goddelijke aanbidding verschuldigd waren en dat de Grieken ...

-Maandag: Maandag: Jezus is Heere over Jood en Griek

Gisteren lazen we wat Paulus over het ware geloofsbelijden schrijft. Hij wees daarbij ook op de Schrift, op Jesaja 28. Nu doet hij dat weer en komt met een citaat uit Joël 2. Hij is immers bezig Gods openbaring in Jezus Christus uit de Schrift te ‘bewijzen’, zodat de Joden zullen zien dat alles allang in de ...