Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou.
Uitleg
Hebreeën 11:9-10 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tenten gewoond met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van die belofte. Want hij verwachtte de stad, die fundamenten heeft, waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester is.
Abraham, Izak en Jakob waren het er mee eens om niet anders te zijn dan vreemdelingen in het Land dat hun was beloofd. Zij hadden er best een stad of huizen in kunnen bouwen, maar dat zou strijden met het uitzien naar dé stad met fundamenten! Daarom woonden zij in tenten. Geen van de aartsvaders heeft ooit een stad gebouwd, als plaats van veiligheid en gemeenschapsvorming of gezelligheid. Ook is niet één van hen ooit in een stad gaan wonen, zoals Lot wel deed – wat hem slecht is bekomen… Het ging hen om een andere stad. De stad van de Toekomst, waarvan God de Ontwerper is. De stad die Hij bouwt. Hierover zegt Hebreeën 12 dat wij, als gelovigen van het nieuwe verbond, tot deze stad gekomen zijn. Door Jezus wordt deze ‘stad’ meermalen aangeduid met ‘het Koninkrijk der hemelen’. En Hebreeën 13 zegt dat wij deze stad zoeken. Jij ook?
Wat gold voor Abraham in de belofte en in het geloof, geldt ook nu: de weldaden van het nieuwe verbond zijn er sinds Pinksteren en worden door christenen ook genoten, maar de volkomenheid ervan breekt pas aan bij de terugkeer van Christus.
Nadat de apostel in het laatste vers van het vorige hoofdstuk schreef dat hij en zijn lezers horen bij hen die geloven tot behoud van hun zielen, somt hij in dit hoofdstuk een rij voorbeelden op van mensen die geloofden. Hoor jij ook bij die mensen? Of onttrek jij je tot je verderf, zoals het laatste vers van hoofdstuk 10 ...
Om het vol te houden in het ‘strijdperk’ van dit leven en om de hoop op de vervulling van de beloofde goederen niet kwijt te raken, is geloof onmisbaar. Geloof in God, in Zijn bestaan, Zijn karakter en gezindheid, Zijn macht en trouw. Daarover schrijft de apostel een lang hoofdstuk: hoe in de eeuwen vóó...
Vanaf vers 4 lezen we hoe het geloof van de volgende getuigen zich uitte: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izak, Jakob, Jozef, de ouders van Mozes, Mozes zelf, de Israëlieten door de Rode Zee en rondom Jericho, Rachab. De uitdrukking ‘door het geloof’ kunnen we ook weergeven met ‘gelovig’, ‘vol vertrouwen’.
Hebreeën 11:5-6 Door het geloof werd Henoch weggenomen, opdat hij de dood niet zou zien. En hij werd niet gevonden, omdat God hem weggenomen had. Want vóór zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij God behaagde. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven, ...
Hebreeën 11:7 Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde over de dingen die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoud van zijn huisgezin; waardoor hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam van de rechtvaardigheid, die naar het geloof is.
Hebreeën 11:8 Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou.
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige: In geloof gehoorzaamde Abraham de roepstem van God om uit Ur ...
Hebreeën 11:9-10 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tenten gewoond met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van die belofte. Want hij verwachtte de stad, die fundamenten heeft, waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester is.
Maandag: Geen stad, maar de Stad
Hebreeërs 11:8
Uitleg
Hebreeën 11:9-10 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tenten gewoond met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van die belofte. Want hij verwachtte de stad, die fundamenten heeft, waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester is.
Abraham, Izak en Jakob waren het er mee eens om niet anders te zijn dan vreemdelingen in het Land dat hun was beloofd. Zij hadden er best een stad of huizen in kunnen bouwen, maar dat zou strijden met het uitzien naar dé stad met fundamenten! Daarom woonden zij in tenten. Geen van de aartsvaders heeft ooit een stad gebouwd, als plaats van veiligheid en gemeenschapsvorming of gezelligheid. Ook is niet één van hen ooit in een stad gaan wonen, zoals Lot wel deed – wat hem slecht is bekomen… Het ging hen om een andere stad. De stad van de Toekomst, waarvan God de Ontwerper is. De stad die Hij bouwt. Hierover zegt Hebreeën 12 dat wij, als gelovigen van het nieuwe verbond, tot deze stad gekomen zijn. Door Jezus wordt deze ‘stad’ meermalen aangeduid met ‘het Koninkrijk der hemelen’. En Hebreeën 13 zegt dat wij deze stad zoeken. Jij ook?
Wat gold voor Abraham in de belofte en in het geloof, geldt ook nu: de weldaden van het nieuwe verbond zijn er sinds Pinksteren en worden door christenen ook genoten, maar de volkomenheid ervan breekt pas aan bij de terugkeer van Christus.
Zingen: Psalm 105:5
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: De radar van het geloof
Nadat de apostel in het laatste vers van het vorige hoofdstuk schreef dat hij en zijn lezers horen bij hen die geloven tot behoud van hun zielen, somt hij in dit hoofdstuk een rij voorbeelden op van mensen die geloofden. Hoor jij ook bij die mensen? Of onttrek jij je tot je verderf, zoals het laatste vers van hoofdstuk 10 ...
-Woensdag: Woensdag: God vormt het heelal door te spreken
Om het vol te houden in het ‘strijdperk’ van dit leven en om de hoop op de vervulling van de beloofde goederen niet kwijt te raken, is geloof onmisbaar. Geloof in God, in Zijn bestaan, Zijn karakter en gezindheid, Zijn macht en trouw. Daarover schrijft de apostel een lang hoofdstuk: hoe in de eeuwen vóó...
-Donderdag: Donderdag: Abel geloofde � en hij stierf
Vanaf vers 4 lezen we hoe het geloof van de volgende getuigen zich uitte: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izak, Jakob, Jozef, de ouders van Mozes, Mozes zelf, de Israëlieten door de Rode Zee en rondom Jericho, Rachab. De uitdrukking ‘door het geloof’ kunnen we ook weergeven met ‘gelovig’, ‘vol vertrouwen’.
<...-Vrijdag: Vrijdag: God behagen?
Hebreeën 11:5-6 Door het geloof werd Henoch weggenomen, opdat hij de dood niet zou zien. En hij werd niet gevonden, omdat God hem weggenomen had. Want vóór zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij God behaagde. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven, ...
-Zaterdag: Zaterdag: De zondvloed
Hebreeën 11:7 Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde over de dingen die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoud van zijn huisgezin; waardoor hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam van de rechtvaardigheid, die naar het geloof is.
Na Abel en ...
-Zondag: Zondag: Ga uit!
Hebreeën 11:8 Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou.
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige: In geloof gehoorzaamde Abraham de roepstem van God om uit Ur ...
-Maandag: Maandag: Geen stad, maar de Stad
Hebreeën 11:9-10 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tenten gewoond met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van die belofte. Want hij verwachtte de stad, die fundamenten heeft, waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester is.
Abraham, Izak en ...