En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach.
Uitleg
Hebreeën 11:5-6 Door het geloof werd Henoch weggenomen, opdat hij de dood niet zou zien. En hij werd niet gevonden, omdat God hem weggenomen had. Want vóór zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij God behaagde. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is van hen die Hem zoeken.
Na Abel wordt Henoch genoemd, de tweede geloofsgetuige: Door geloof werd Henoch opgenomen, zodat hij niet hoefde te sterven. Opeens was hij er niet meer, omdat God hem tot Zich had genomen. Voordat hij werd opgenomen, ontving hij van God getuigenis dat hij God behaagde. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Wie tot God nadert, moet er van overtuigd zijn dat God bestaat en dat Hij allen die Hem ernstig zoeken, beloont.
Henoch wandelde elke dag in al zijn ‘gewone’ bezigheden met God en hoefde niet te sterven. Dit was voor zijn nabestaanden en ook voor ons een bewijs, een getuigenis, dat hij God behaagde. Anders had God hem niet, buiten de dood om, tot Zich genomen.
Het ‘einde’ van Abel verschilt enorm van het ‘einde’ van Henoch. Ook was hun leven heel anders. Toch leefden beiden in geloof dat God bestaat en Zijn volk beloont. Zo behaagden beiden God. Het geloofsvertrouwen twijfelt niet aan Gods goede gezindheid: Hij zal mij zeker niet teleurstellen, wanneer ik Hem zoek. En de beloning die God aan zoekers geeft, is dat ze Hem zullen vinden.
Nadat de apostel in het laatste vers van het vorige hoofdstuk schreef dat hij en zijn lezers horen bij hen die geloven tot behoud van hun zielen, somt hij in dit hoofdstuk een rij voorbeelden op van mensen die geloofden. Hoor jij ook bij die mensen? Of onttrek jij je tot je verderf, zoals het laatste vers van hoofdstuk 10 ...
Om het vol te houden in het ‘strijdperk’ van dit leven en om de hoop op de vervulling van de beloofde goederen niet kwijt te raken, is geloof onmisbaar. Geloof in God, in Zijn bestaan, Zijn karakter en gezindheid, Zijn macht en trouw. Daarover schrijft de apostel een lang hoofdstuk: hoe in de eeuwen vóó...
Vanaf vers 4 lezen we hoe het geloof van de volgende getuigen zich uitte: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izak, Jakob, Jozef, de ouders van Mozes, Mozes zelf, de Israëlieten door de Rode Zee en rondom Jericho, Rachab. De uitdrukking ‘door het geloof’ kunnen we ook weergeven met ‘gelovig’, ‘vol vertrouwen’.
Hebreeën 11:5-6 Door het geloof werd Henoch weggenomen, opdat hij de dood niet zou zien. En hij werd niet gevonden, omdat God hem weggenomen had. Want vóór zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij God behaagde. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven, ...
Hebreeën 11:7 Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde over de dingen die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoud van zijn huisgezin; waardoor hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam van de rechtvaardigheid, die naar het geloof is.
Hebreeën 11:8 Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou.
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige: In geloof gehoorzaamde Abraham de roepstem van God om uit Ur ...
Hebreeën 11:9-10 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tenten gewoond met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van die belofte. Want hij verwachtte de stad, die fundamenten heeft, waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester is.
Vrijdag: God behagen?
Genesis 5:21
Uitleg
Hebreeën 11:5-6 Door het geloof werd Henoch weggenomen, opdat hij de dood niet zou zien. En hij werd niet gevonden, omdat God hem weggenomen had. Want vóór zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij God behaagde. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is van hen die Hem zoeken.
Na Abel wordt Henoch genoemd, de tweede geloofsgetuige: Door geloof werd Henoch opgenomen, zodat hij niet hoefde te sterven. Opeens was hij er niet meer, omdat God hem tot Zich had genomen. Voordat hij werd opgenomen, ontving hij van God getuigenis dat hij God behaagde. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Wie tot God nadert, moet er van overtuigd zijn dat God bestaat en dat Hij allen die Hem ernstig zoeken, beloont.
Henoch wandelde elke dag in al zijn ‘gewone’ bezigheden met God en hoefde niet te sterven. Dit was voor zijn nabestaanden en ook voor ons een bewijs, een getuigenis, dat hij God behaagde. Anders had God hem niet, buiten de dood om, tot Zich genomen.
Het ‘einde’ van Abel verschilt enorm van het ‘einde’ van Henoch. Ook was hun leven heel anders. Toch leefden beiden in geloof dat God bestaat en Zijn volk beloont. Zo behaagden beiden God. Het geloofsvertrouwen twijfelt niet aan Gods goede gezindheid: Hij zal mij zeker niet teleurstellen, wanneer ik Hem zoek. En de beloning die God aan zoekers geeft, is dat ze Hem zullen vinden.
Zingen: Psalm 25:6
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: De radar van het geloof
Nadat de apostel in het laatste vers van het vorige hoofdstuk schreef dat hij en zijn lezers horen bij hen die geloven tot behoud van hun zielen, somt hij in dit hoofdstuk een rij voorbeelden op van mensen die geloofden. Hoor jij ook bij die mensen? Of onttrek jij je tot je verderf, zoals het laatste vers van hoofdstuk 10 ...
-Woensdag: Woensdag: God vormt het heelal door te spreken
Om het vol te houden in het ‘strijdperk’ van dit leven en om de hoop op de vervulling van de beloofde goederen niet kwijt te raken, is geloof onmisbaar. Geloof in God, in Zijn bestaan, Zijn karakter en gezindheid, Zijn macht en trouw. Daarover schrijft de apostel een lang hoofdstuk: hoe in de eeuwen vóó...
-Donderdag: Donderdag: Abel geloofde � en hij stierf
Vanaf vers 4 lezen we hoe het geloof van de volgende getuigen zich uitte: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izak, Jakob, Jozef, de ouders van Mozes, Mozes zelf, de Israëlieten door de Rode Zee en rondom Jericho, Rachab. De uitdrukking ‘door het geloof’ kunnen we ook weergeven met ‘gelovig’, ‘vol vertrouwen’.
<...-Vrijdag: Vrijdag: God behagen?
Hebreeën 11:5-6 Door het geloof werd Henoch weggenomen, opdat hij de dood niet zou zien. En hij werd niet gevonden, omdat God hem weggenomen had. Want vóór zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij God behaagde. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven, ...
-Zaterdag: Zaterdag: De zondvloed
Hebreeën 11:7 Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde over de dingen die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoud van zijn huisgezin; waardoor hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam van de rechtvaardigheid, die naar het geloof is.
Na Abel en ...
-Zondag: Zondag: Ga uit!
Hebreeën 11:8 Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou.
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige: In geloof gehoorzaamde Abraham de roepstem van God om uit Ur ...
-Maandag: Maandag: Geen stad, maar de Stad
Hebreeën 11:9-10 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tenten gewoond met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van die belofte. Want hij verwachtte de stad, die fundamenten heeft, waarvan God de Kunstenaar en Bouwmeester is.
Abraham, Izak en ...