Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg.
Uitleg
Na Abel wordt Henoch genoemd, de tweede geloofsgetuige. Door geloof wordt Henoch opgenomen, zodat hij niet hoeft te sterven. Opeens is hij er niet meer, omdat God hem tot Zich heeft genomen. Voordat hij wordt opgenomen, ontvangt hij van God getuigenis dat hij God behaagt. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Wie tot God nadert, moet er van overtuigd zijn dat God bestaat en dat Hij allen die Hem ernstig zoeken, beloont.
Henoch wandelt elke dag in al zijn ‘gewone’ bezigheden met God en hoeft niet te sterven. Dit is voor zijn nabestaanden en ook voor ons een bewijs, een getuigenis, dat hij God behaagt. Anders had God hem niet, buiten de dood om, tot Zich genomen.
Het ‘einde’ van Abel verschilt enorm van het ‘einde’ van Henoch. Ook is hun leven heel anders. Toch leven beiden in geloof dat God bestaat en Zijn volk beloont. Zo behagen beiden God. Het geloofsvertrouwen twijfelt niet aan Gods goede gezindheid: Hij zal mij zeker niet teleurstellen, wanneer ik Hem zoek. En de beloning die God aan zoekers geeft, is dat ze Hem zullen vinden.
Nadat de apostel in het laatste vers van het vorige hoofdstuk schrijft dat hij en zijn lezers horen bij hen die geloven tot behoud van hun zielen, somt hij in dit hoofdstuk een rij voorbeelden op van mensen die geloofden. Hoor jij ook bij deze mensen? Of onttrek jij je tot je verderf, zoals het laatste vers van hoofdstuk 10 ...
Om het vol te houden in het ‘strijdperk’ van dit leven en om de hoop op de vervulling van de beloofde goederen niet kwijt te raken, is geloof onmisbaar. Geloof in God, in Zijn bestaan, Zijn karakter en gezindheid, Zijn macht en trouw. Daarover schrijft de apostel een lang hoofdstuk; over hoe in de eeuwen vó&...
Vanaf vers 4 lezen we hoe het geloof van de volgende getuigen zich uit: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izak, Jakob, Jozef, de ouders van Mozes, Mozes zelf, de Israëlieten door de Rode Zee en rondom Jericho, Rachab. De uitdrukking ‘door het geloof’ kunnen we ook weergeven met ‘gelovig’, ‘vol vertrouwen’.
Na Abel wordt Henoch genoemd, de tweede geloofsgetuige. Door geloof wordt Henoch opgenomen, zodat hij niet hoeft te sterven. Opeens is hij er niet meer, omdat God hem tot Zich heeft genomen. Voordat hij wordt opgenomen, ontvangt hij van God getuigenis dat hij God behaagt. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Wie tot God nadert, moet ...
Na Abel en Henoch komt Noach ter sprake, de derde geloofsgetuige. Door geloof maakt Noach, als hij door God wordt gewaarschuwd voor de nog onzichtbare zondvloed en vreest, een ark om daardoor zijn gezin te redden. Hierdoor veroordeelt hij de niet-gelovende mensen om zich heen. Ook wordt hij zo erfgenaam van de rechtvaardigheid die hoort bij het geloof.
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige. In geloof gehoorzaamt Abraham de roepstem van God om uit Ur der Chaldeeën te vertrekken naar een voor hem onbekende plaats, die hij als erfenis zal ontvangen. Gelovig woont hij als vreemdeling in het Beloofde Land. Daarom woont hij er, net als later zijn mede-erfgenamen Izak en Jakob, in ...
Abraham, Izak en Jakob waren het er mee eens om niet anders te zijn dan vreemdelingen in het Land dat hun was beloofd. Zij hadden er best een stad of huizen in kunnen bouwen, maar dat zou strijden met het uitzien naar dé stad met fundamenten! Daarom woonden zij in tenten. Geen van de aartsvaders heeft ooit een ...
Vrijdag: God behagen?
Genesis 5:24
Uitleg
Na Abel wordt Henoch genoemd, de tweede geloofsgetuige. Door geloof wordt Henoch opgenomen, zodat hij niet hoeft te sterven. Opeens is hij er niet meer, omdat God hem tot Zich heeft genomen. Voordat hij wordt opgenomen, ontvangt hij van God getuigenis dat hij God behaagt. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Wie tot God nadert, moet er van overtuigd zijn dat God bestaat en dat Hij allen die Hem ernstig zoeken, beloont.
Henoch wandelt elke dag in al zijn ‘gewone’ bezigheden met God en hoeft niet te sterven. Dit is voor zijn nabestaanden en ook voor ons een bewijs, een getuigenis, dat hij God behaagt. Anders had God hem niet, buiten de dood om, tot Zich genomen.
Het ‘einde’ van Abel verschilt enorm van het ‘einde’ van Henoch. Ook is hun leven heel anders. Toch leven beiden in geloof dat God bestaat en Zijn volk beloont. Zo behagen beiden God. Het geloofsvertrouwen twijfelt niet aan Gods goede gezindheid: Hij zal mij zeker niet teleurstellen, wanneer ik Hem zoek. En de beloning die God aan zoekers geeft, is dat ze Hem zullen vinden.
Zingen: Psalm 25:6
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: De radar van het geloof
Nadat de apostel in het laatste vers van het vorige hoofdstuk schrijft dat hij en zijn lezers horen bij hen die geloven tot behoud van hun zielen, somt hij in dit hoofdstuk een rij voorbeelden op van mensen die geloofden. Hoor jij ook bij deze mensen? Of onttrek jij je tot je verderf, zoals het laatste vers van hoofdstuk 10 ...
-Woensdag: Woensdag: God vormt het heelal door te spreken
Om het vol te houden in het ‘strijdperk’ van dit leven en om de hoop op de vervulling van de beloofde goederen niet kwijt te raken, is geloof onmisbaar. Geloof in God, in Zijn bestaan, Zijn karakter en gezindheid, Zijn macht en trouw. Daarover schrijft de apostel een lang hoofdstuk; over hoe in de eeuwen vó&...
-Donderdag: Donderdag: Abel geloofde � en hij stierf
Vanaf vers 4 lezen we hoe het geloof van de volgende getuigen zich uit: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izak, Jakob, Jozef, de ouders van Mozes, Mozes zelf, de Israëlieten door de Rode Zee en rondom Jericho, Rachab. De uitdrukking ‘door het geloof’ kunnen we ook weergeven met ‘gelovig’, ‘vol vertrouwen’.
<...-Vrijdag: Vrijdag: God behagen?
Na Abel wordt Henoch genoemd, de tweede geloofsgetuige. Door geloof wordt Henoch opgenomen, zodat hij niet hoeft te sterven. Opeens is hij er niet meer, omdat God hem tot Zich heeft genomen. Voordat hij wordt opgenomen, ontvangt hij van God getuigenis dat hij God behaagt. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Wie tot God nadert, moet ...
-Zaterdag: Zaterdag: De zondvloed
Na Abel en Henoch komt Noach ter sprake, de derde geloofsgetuige. Door geloof maakt Noach, als hij door God wordt gewaarschuwd voor de nog onzichtbare zondvloed en vreest, een ark om daardoor zijn gezin te redden. Hierdoor veroordeelt hij de niet-gelovende mensen om zich heen. Ook wordt hij zo erfgenaam van de rechtvaardigheid die hoort bij het geloof.
<...-Zondag: Zondag: Ga uit!
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige. In geloof gehoorzaamt Abraham de roepstem van God om uit Ur der Chaldeeën te vertrekken naar een voor hem onbekende plaats, die hij als erfenis zal ontvangen. Gelovig woont hij als vreemdeling in het Beloofde Land. Daarom woont hij er, net als later zijn mede-erfgenamen Izak en Jakob, in ...
-Maandag: Maandag: Geen aardse, maar de hemelse Stad
Abraham, Izak en Jakob waren het er mee eens om niet anders te zijn dan vreemdelingen in het Land dat hun was beloofd. Zij hadden er best een stad of huizen in kunnen bouwen, maar dat zou strijden met het uitzien naar dé stad met fundamenten! Daarom woonden zij in tenten. Geen van de aartsvaders heeft ooit een ...