De HEERE nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land, en uit uw maagschap, en uit uws vaders huis, naar het land, dat Ik u wijzen zal.
Uitleg
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige. In geloof gehoorzaamt Abraham de roepstem van God om uit Ur der Chaldeeën te vertrekken naar een voor hem onbekende plaats, die hij als erfenis zal ontvangen. Gelovig woont hij als vreemdeling in het Beloofde Land. Daarom woont hij er, net als later zijn mede-erfgenamen Izak en Jakob, in een tent. Hij ziet immers hoopvol uit naar een stad met fundamenten, waarvan God de Architect en Bouwer is.
Abraham weet niet waarheen hij reist, maar wel met Wie hij reist. God is aan hem verschenen als ‘de God der heerlijkheid’. Bij het leven van Abraham past zeker de opmerking: geloven is gehoorzamen. Juist omdat Abraham God gelooft, gehoorzaamt hij Zijn bevel: “Ga uit uw land.” Als genadebeloning op deze gehoorzaamheid ontvangt hij het Beloofde Land in erfenis – in de belofte! Het Beloofde Land blijft het Vreemde Land. Maar het gaat hem ook niet om het aardse land. Dat aardse land is niet het eigenlijke Land der Belofte. Abraham ziet, net als Izak en Jakob, uit naar het Hemelse Land.
Nadat de apostel in het laatste vers van het vorige hoofdstuk schrijft dat hij en zijn lezers horen bij hen die geloven tot behoud van hun zielen, somt hij in dit hoofdstuk een rij voorbeelden op van mensen die geloofden. Hoor jij ook bij deze mensen? Of onttrek jij je tot je verderf, zoals het laatste vers van hoofdstuk 10 ...
Om het vol te houden in het ‘strijdperk’ van dit leven en om de hoop op de vervulling van de beloofde goederen niet kwijt te raken, is geloof onmisbaar. Geloof in God, in Zijn bestaan, Zijn karakter en gezindheid, Zijn macht en trouw. Daarover schrijft de apostel een lang hoofdstuk; over hoe in de eeuwen vó&...
Vanaf vers 4 lezen we hoe het geloof van de volgende getuigen zich uit: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izak, Jakob, Jozef, de ouders van Mozes, Mozes zelf, de Israëlieten door de Rode Zee en rondom Jericho, Rachab. De uitdrukking ‘door het geloof’ kunnen we ook weergeven met ‘gelovig’, ‘vol vertrouwen’.
Na Abel wordt Henoch genoemd, de tweede geloofsgetuige. Door geloof wordt Henoch opgenomen, zodat hij niet hoeft te sterven. Opeens is hij er niet meer, omdat God hem tot Zich heeft genomen. Voordat hij wordt opgenomen, ontvangt hij van God getuigenis dat hij God behaagt. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Wie tot God nadert, moet ...
Na Abel en Henoch komt Noach ter sprake, de derde geloofsgetuige. Door geloof maakt Noach, als hij door God wordt gewaarschuwd voor de nog onzichtbare zondvloed en vreest, een ark om daardoor zijn gezin te redden. Hierdoor veroordeelt hij de niet-gelovende mensen om zich heen. Ook wordt hij zo erfgenaam van de rechtvaardigheid die hoort bij het geloof.
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige. In geloof gehoorzaamt Abraham de roepstem van God om uit Ur der Chaldeeën te vertrekken naar een voor hem onbekende plaats, die hij als erfenis zal ontvangen. Gelovig woont hij als vreemdeling in het Beloofde Land. Daarom woont hij er, net als later zijn mede-erfgenamen Izak en Jakob, in ...
Abraham, Izak en Jakob waren het er mee eens om niet anders te zijn dan vreemdelingen in het Land dat hun was beloofd. Zij hadden er best een stad of huizen in kunnen bouwen, maar dat zou strijden met het uitzien naar dé stad met fundamenten! Daarom woonden zij in tenten. Geen van de aartsvaders heeft ooit een ...
Zondag: Ga uit!
Genesis 12:1
Uitleg
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige. In geloof gehoorzaamt Abraham de roepstem van God om uit Ur der Chaldeeën te vertrekken naar een voor hem onbekende plaats, die hij als erfenis zal ontvangen. Gelovig woont hij als vreemdeling in het Beloofde Land. Daarom woont hij er, net als later zijn mede-erfgenamen Izak en Jakob, in een tent. Hij ziet immers hoopvol uit naar een stad met fundamenten, waarvan God de Architect en Bouwer is.
Abraham weet niet waarheen hij reist, maar wel met Wie hij reist. God is aan hem verschenen als ‘de God der heerlijkheid’. Bij het leven van Abraham past zeker de opmerking: geloven is gehoorzamen. Juist omdat Abraham God gelooft, gehoorzaamt hij Zijn bevel: “Ga uit uw land.” Als genadebeloning op deze gehoorzaamheid ontvangt hij het Beloofde Land in erfenis – in de belofte! Het Beloofde Land blijft het Vreemde Land. Maar het gaat hem ook niet om het aardse land. Dat aardse land is niet het eigenlijke Land der Belofte. Abraham ziet, net als Izak en Jakob, uit naar het Hemelse Land.
Zingen: Psalm 105:4
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: De radar van het geloof
Nadat de apostel in het laatste vers van het vorige hoofdstuk schrijft dat hij en zijn lezers horen bij hen die geloven tot behoud van hun zielen, somt hij in dit hoofdstuk een rij voorbeelden op van mensen die geloofden. Hoor jij ook bij deze mensen? Of onttrek jij je tot je verderf, zoals het laatste vers van hoofdstuk 10 ...
-Woensdag: Woensdag: God vormt het heelal door te spreken
Om het vol te houden in het ‘strijdperk’ van dit leven en om de hoop op de vervulling van de beloofde goederen niet kwijt te raken, is geloof onmisbaar. Geloof in God, in Zijn bestaan, Zijn karakter en gezindheid, Zijn macht en trouw. Daarover schrijft de apostel een lang hoofdstuk; over hoe in de eeuwen vó&...
-Donderdag: Donderdag: Abel geloofde � en hij stierf
Vanaf vers 4 lezen we hoe het geloof van de volgende getuigen zich uit: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izak, Jakob, Jozef, de ouders van Mozes, Mozes zelf, de Israëlieten door de Rode Zee en rondom Jericho, Rachab. De uitdrukking ‘door het geloof’ kunnen we ook weergeven met ‘gelovig’, ‘vol vertrouwen’.
<...-Vrijdag: Vrijdag: God behagen?
Na Abel wordt Henoch genoemd, de tweede geloofsgetuige. Door geloof wordt Henoch opgenomen, zodat hij niet hoeft te sterven. Opeens is hij er niet meer, omdat God hem tot Zich heeft genomen. Voordat hij wordt opgenomen, ontvangt hij van God getuigenis dat hij God behaagt. Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Wie tot God nadert, moet ...
-Zaterdag: Zaterdag: De zondvloed
Na Abel en Henoch komt Noach ter sprake, de derde geloofsgetuige. Door geloof maakt Noach, als hij door God wordt gewaarschuwd voor de nog onzichtbare zondvloed en vreest, een ark om daardoor zijn gezin te redden. Hierdoor veroordeelt hij de niet-gelovende mensen om zich heen. Ook wordt hij zo erfgenaam van de rechtvaardigheid die hoort bij het geloof.
<...-Zondag: Zondag: Ga uit!
Na Noach wordt Abraham genoemd, de vierde geloofsgetuige. In geloof gehoorzaamt Abraham de roepstem van God om uit Ur der Chaldeeën te vertrekken naar een voor hem onbekende plaats, die hij als erfenis zal ontvangen. Gelovig woont hij als vreemdeling in het Beloofde Land. Daarom woont hij er, net als later zijn mede-erfgenamen Izak en Jakob, in ...
-Maandag: Maandag: Geen aardse, maar de hemelse Stad
Abraham, Izak en Jakob waren het er mee eens om niet anders te zijn dan vreemdelingen in het Land dat hun was beloofd. Zij hadden er best een stad of huizen in kunnen bouwen, maar dat zou strijden met het uitzien naar dé stad met fundamenten! Daarom woonden zij in tenten. Geen van de aartsvaders heeft ooit een ...